Porsche Macan
Hij is er nét en nu al voorspellen insiders dat de Macan, een SUV in de grotere middenklasse, in no time de meest verkochte Porsche zal zijn.
Tekst: Bart van den Acker
Jaren geleden verbaasde Porsche vriend en vijand met de Cayenne, een model waarmee het sportwagenmerk zich ineens in de klasse van de grote SUV’s mengde. Marketingtechnisch was dat slim; veel Porsche-eigenaren reden als dagelijkse gebruiksauto namelijk een SUV van een ander merk. Die truc herhaalt Porsche nu met de Macan. Deze zit net een klasse onder de Cayenne en spreekt dus een nét iets breder publiek aan. Daarmee is het te verwachten succes meteen verklaard.
Prijs vanaf € 77.900,- VvAA Lease vanaf € 1364,02 Bijtelling 25%
Porsche maakt gebruik van een deel van de techniek van de Audi Q5; het betreft hier enerzijds beproefde techniek, anderzijds onderdelen die wat zijn aangepast of veranderd. Het knappe is dat Porsche nog nooit een auto in deze klasse heeft gebouwd en tóch voelt de Macan, al meteen bij het instappen, als een Porsche. Dat komt onder meer door de karakteristieke, uitgebreide middenconsole en de vormgeving van het instrumentarium. Bijzonder fraai is de afwerking van het interieur.
De snelheidsmeter is slecht af te lezen, maar gelukkig wordt de snelheid ook digitaal weergegeven. De bagageruimte is groot genoeg, maar de beenruimte op de achterbank valt wat tegen.
Een verbruik van 1 op 8 is niet van deze tijd
Qua besturing is de Macan net even dynamischer en preciezer dan je van een SUV van ruim 1800 kg zou verwachten. Dankzij verschillende rijprogramma’s is dat gedrag nog verder te nuanceren en accentueren. Mij persoonlijk bevalt de stand Sport het best, vanwege de hiermee gepaard gaande snelle gaspedaalresponsen en de ‘zachte’ instelling van de schokdempers. Het is wel raar dat je die voorkeur elke keer bij het starten opnieuw moet instellen. De optionele luchtvering blijft comfortabel, ook op 21-inch wielen, maar als de auto bijvoorbeeld over een dwarsrichel van een viaduct rijdt, is dat wel hinderlijk hard voelbaar.
De 3,6 liter V6-motor met twee turbo’s in de testauto die daarom dan ook Turbo heet, biedt vanzelfsprekend indrukwekkende prestaties. De zeventraps PDK-transmissie werkt subliem. Toch zou ik hooguit kiezen voor de Macan S met de 3,0 V6, die óók die turbo’s heeft. De sterkere versie voegt in het dagelijks verkeer namelijk niks toe en de S zal ongetwijfeld een gematigder brandstofdorst hebben. Ik heb netjes gereden met de Turbo, maar 1 op 10 is onmogelijk, gemiddeld bleef ik steken op 1 op 8. Dat vind ik niet meer van deze tijd. De Macan S Diesel haalt wel 1 op 15, een andere mogelijkheid is wachten op de Hybrid, die ongetwijfeld in de pijplijn zit.
Conclusie: met de Macan introduceert Porsche een erg fijne gebruiksauto, in een voor het merk nieuw marktsegment. Potentiële kopers doen er goed aan kritisch te kijken naar de gewenste specificatie en eventueel te wachten op wat zuiniger versies.