Reactie Kuipers op advies zorgcoördinatie acute zorg

Minister Ernst Kuipers (VWS) ziet zorgcoördinatie als belangrijke bijdrage voor de toegankelijkheid van de acute zorg. In het Advies Landelijke inrichting zorgcoördinatie dat in zijn opdracht tot stand kwam, staan de randvoorwaarden om de gewenste zorgcoördinatie te realiseren. Kuipers geeft aan blij te zijn met het ambitieniveau en de urgentie van het rapport.

De toegankelijkheid van acute zorg kan worden verbeterd door niet-levensbedreigende zorgvragen domeinoverstijgend en regionaal te organiseren. Dat is de kernboodschap uit het Advies Landelijke inrichting zorgcoördinatie, dat in opdracht van minister Kuipers tot stand kwam. Hij ontving het advies eind maart van ActiZ, Ambulancezorg Nederland (AZN), InEen, Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN).

Inmiddels ligt het advies bij de Tweede Kamer. In een begeleidende brief laat Kuipers weten dat het rapport naar zijn mening goed aangeeft waarom zorgcoördinatie nodig is en welke functies onder zorgcoördinatie vallen. De zorg wordt immers steeds complexer en de vraag naar acute zorg stijgt in een tijd van personeelskrapte. Hij is blij met het ambitieniveau en de urgentie die uit het rapport spreken.

Zorgcoördinatie

In zorgcoördinatievoorzieningen organiseren en coördineren verschillende regionale zorgaanbieders, zoals de huisarts, huisartsenspoedpost, ambulancezorg, acute ouderenzorg, wijkverpleging en geestelijke gezondheidszorg, samen alle niet-levensbedreigende acute zorgvragen. Hierdoor krijgen patiënten sneller de juiste zorg, door de juiste zorgverlener, op de juiste plek.

In het adviesrapport staan zeven veranderopgaven die nodig zijn om de zorgcoördinatie te realiseren. Eén daarvan ziet bijvoorbeeld op de uitwisseling van gegevens. De minister geeft aan dat zorgverleners die een plek zoeken voor een patiënt op basis van inzicht in de actuele capaciteit van verschillende zorgaanbieders meteen zien waar deze patiënt het beste terecht kan. Hierdoor verliest de zorgverlener minder tijd met zoeken en houdt hij meer tijd over voor de patiënt. Om dit te realiseren, moeten medewerkers van de zorgcoördinatievoorzieningen inzicht krijgen in de patiëntgegevens en de actuele beschikbare capaciteit bij de ketenpartners.

Hoewel de minister het advies goed kan volgen, ziet hij nog mogelijkheden voor aanscherping, met name waar het gaat over het geheel van de schaalgrootte, de governance en de bekostiging van zorgcoördinatie. Omdat de zorgpartijen hier in de adviesvorming niet onderling uitkwamen, gaat hij hiermee verder aan de slag. Het is zijn doel vóór het mei-reces zijn keuzes met de bestuurders te delen en de Kamer hierover te informeren.

Partijen geven aan dat alle regio’s in 2024 starten met het inrichten van zorgcoördinatie met als doel landelijk dekkende zorgcoördinatie vanaf 2025.

ActiZ, Ambulancezorg Nederland (AZN), InEen, Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) overhandigden het adviesrapport 28 maart aan minister Kuipers van VWS. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse ggz en de Patiëntenfederatie Nederland hebben het advies medeondertekend.

In totaal werkten 25 zorgpartijen mee aan de totstandkoming ervan. De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de Landelijke Huisartsen Vereniging hebben de richting van het advies onderschreven. 

Delen