Procedure zonder toga’s

achtergrond / De geschillencommissie is een laagdrempelig alternatief voor de gang naar de tucht- of civiele rechter

Beeld: Tamar Smit

Dat er geschillencommissies in de zorg bestaan, lijkt nog weinig bekend. Terwijl zowel de patiënt met een klacht als de zorgaanbieder in veel gevallen gebaat is bij dit laagdrempelige alternatief voor de gang naar de tucht- of civiele rechter.

Dokter en patiënt hebben de behandeling tijdens de intake besproken; het gaat om een kleine correctie. Omdat de patiënt de ingreep uitstelt, ziet plastisch chirurg Erik Jan Timmenga (67) haar echter pas enkele maanden later op de ok. Op dat moment vindt hij het verstandiger een andere techniek toe te passen. Dat bespreekt hij ter plekke met de patiënt, die akkoord gaat, en Timmenga maakt een notitie in het dossier. De ingreep zelf verloopt zonder complicaties, maar doordat een assistent de hechtingen nadien iets te vroeg verwijdert, barst de wond open.

“Een kleine complicatie”, blikt Timmenga terug. “Maar het leidde wel tot een geschrokken en ontevreden patiënt. Door de coronamaatregelen kon ik haar enige tijd niet zien, maar na de versoepelingen heb ik geprobeerd haar op mijn spreekuur te krijgen, om uitleg te geven en haar gerust te stellen. Helaas had ze geen vertrouwen meer in mij en weigerde ze langs te komen.”

Waarschuwing

Een tijd later ontvangt de chirurg een aangetekend schrijven; de patiënt heeft een tuchtklacht ingediend. “Dat had ik niet zien aankomen”, zegt Timmenga, “maar ik maakte me ook niet echt zorgen. Ik had immers naar eer en geweten gedaan wat het beste was.” Desalniettemin heeft zo’n juridisch proces wel impact. “Je komt in een molen terecht waarbij je steeds weer uitleg moet geven en waarbij het hele proces minutieus wordt nagegaan. Al met al is dat toch best belastend.” Na een jaar komt het tuchtcollege tot een uitspraak: Timmenga krijgt een waarschuwing opgelegd. “Omdat ik de patiënt te weinig bedenktijd had gegeven om akkoord te gaan met de andere techniek. Een waarschuwing schijnt niet zo erg te zijn, maar ik vond het toch teleurstellend. Ineens voel je hoe kwetsbaar je bent als arts. Gelukkig ben ik al wat ouder. Als dit in het begin van je carrière gebeurt, kan het denk ik je zelfvertrouwen en je vertrouwen in patiënten aantasten.”

Geld

Maar daarmee is de kous nog niet af. De patiënt geeft niet zo veel om die waarschuwing. Ze wil een schadevergoeding, maar die kan een tuchtrechter niet toekennen. VvAA-advocaat Lenore Beij ziet dit vaker: “Een groot deel van de patiënten die een tuchtklacht indienen, is uiteindelijk uit op geld. Het tuchtrecht is algemeen bekend. Patiënten die hun onvrede over een zorgaanbieder willen omzetten in actie, kiezen daarom vaak voor die weg, zonder precies te weten wat ze daar kunnen halen.”

Geschillencommissie

Patiënten die een schadevergoeding wensen, kunnen rechtstreeks een claim indienen bij de zorgaanbieder of zich wenden tot een geschillencommissie. Beij: “Een claim wordt eerst door de verzekeraar van de zorgaanbieder beoordeeld, leidt vervolgens vaak tot discussie en kan dan uitmonden in een civiele rechtszaak. Een geschillencommissie is een onafhankelijke instantie die snel tot een bindende uitspraak komt en een schadevergoeding tot € 25.000,- euro kan toekennen. De civiele rechter kan een hoger bedrag toekennen, maar de meeste claims komen niet boven die € 25.000,- uit.”

Podcast
Kno-arts Herbert vertelt in de podcastserie Operatie Aangeklaagd over een klacht die hij kreeg van een patiënt. Nadat hij eerder twee tuchtzaken meemaakte, werd de klacht nu afgehandeld door de geschillencommissie. Dat ervoer hij als positief.

Sinds de invoering van de Wkkgz in 2017 moeten alle zorgaanbieders in Nederland een klachtenfunctionaris faciliteren en aangesloten zijn bij een erkende geschilleninstantie. De klachtenfunctionaris heeft een bemiddelende rol en probeert partijen alsnog of nogmaals samen aan tafel te krijgen. Lukt dat niet of komen patiënt en zorgaanbieder er niet uit, dan kan de patiënt een klacht indienen bij een geschillencommissie. De kosten om een klacht in te dienen bedragen bij de meeste geschillencommissies rond de € 50,-. Patiënten die in het gelijk worden gesteld, krijgen dat bedrag terug.

Hoewel de Wkkgz inmiddels ruim zes jaar van kracht is, lijkt de geschillencommissie nog maar weinig bekend. Hoewel De Geschillencommissie (zie kader) een stijgende lijn ziet in het aantal ingediende klachten bij haar geschillencommissies in de zorg (van 520 in 2020 naar 676 in 2021 en 642 in 2022), zegt directeur Jacqueline Berkelaar: “In verhouding tot de totaal verleende zorg zijn die aantallen gering.”

Deze onbekendheid geldt niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgaanbieders. Dat blijkt wel uit het onderzoek over gezondheidsrecht dat VvAA jaarlijks houdt: eind 2022 wist slechts een op de vijf ondervraagde VvAA-leden welke bevoegdheden een geschilleninstantie heeft. Advocaat Beij herkent dat: “De meeste zorgprofessionals die ik ontmoet, hebben geen idee, die moet ik alles uitleggen en meestal zijn ze dan gerustgesteld. Vooral omdat ze geen aantekening in het BIG-register kunnen krijgen, omdat hoger beroep niet mogelijk is en omdat de afwikkeling zo snel gaat.”

‘Belangrijk dat deze procedure meer bekend wordt’

De Geschillencommissie doet er – vanaf dat het dossier compleet is – gemiddeld 47 dagen over om tot een uitspraak te komen. “Bij ons is het zo dat partijen één keer schriftelijk hun zegje mogen doen; repliek en dupliek kennen we niet”, vertelt directeur Berkelaar. “Ter zitting mogen partijen van alles zeggen, maar niet meer op papier.” Zittingen vinden niet plaats in een rechtbank, maar meestal in een vergaderzaal. “Het is een procedure zonder toga’s, zonder beklaagdenbankje, zonder podium, zonder publiek. Al mogen partijen wel iemand ter steun meenemen.”

Bij elke procedure bestaat een commissie uit een voorzitter, die rechter is, en twee leden. Het ene lid is voorgedragen door een patiëntenvereniging, het andere door een beroepsvereniging. Gezamenlijk komen zij tot een uitspraak. Dit is een bindend advies, wat inhoudt dat de route naar de civiele rechter niet meer openstaat. In theorie kan een patiënt wel voor, na of parallel aan een procedure bij een geschillencommissie een tuchtzaak starten.

In het ongelijk

Dat gebeurt niet vaak, maar bij plastisch chirurg Timmenga wel. Na de uitspraak van het tuchtcollege wendt de patiënt zich alsnog tot een geschillencommissie. “In eerste instantie was ik niet blij dat er nog een procedure ging lopen”, zegt Timmenga, “maar achteraf wel.” De commissie verklaart de klacht gegrond, maar wijst het verzoek tot schadevergoeding af. “De commissieleden zaten veel minder minutieus op het proces dan het tuchtcollege, maar focusten meer op waar het de patiënt werkelijk om ging, en constateerden dat het opengesprongen wondje weinig zichtbaar was genezen.”’

Timmenga beschouwt de procedure bij de geschillencommissie als minder impactvol dan de tuchtzaak. “Verschijnen in een rechtbank is imponerender dan in een zaaltje om de tafel zitten, zoals bij de geschillencommissie. Bovendien weten beide partijen snel waar ze aan toe zijn. Het zou daarom goed zijn dat deze procedure meer bekend wordt, onder zorgaanbieders, maar vooral ook onder klachtenfunctionarissen en patiënten.” Advocaat Beij sluit zich daarbij aan: “Ik denk dat een geschillencommissie in veel gevallen uitkomst kan bieden en veel leed kan voorkomen.”

Wildgroei aan geschilleninstanties

De meeste zorgaanbieders zijn via hun beroepsvereniging aangesloten bij een van de maar liefst 41 geschillencommissies in de zorg. “Zolang je aan bepaalde voorwaarden voldoet, kan iedereen een geschilleninstantie oprichten”, verklaart VvAA-advocaat Beij. “Sinds de invoering van de Wkkgz zijn ze als paddenstoelen uit de grond geschoten. Sommige hebben bijna nooit een zaak, andere hebben er meerdere per week.”

De grootste geschilleninstanties zijn De Geschillencommissie (met 17 aparte zorgcommissies voor onder meer ggz, ziekenhuiszorg en ambulancezorg), de Stichting Klachten & Geschillen Eerstelijnszorg (SKGE) en de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg (SGIM).

Onderzoek naar functioneren

Op dit moment loopt er een onderzoek van VWS naar het functioneren van de geschilleninstanties. Vooruitlopend op de uitkomst daarvan pleit Beij voor het “concentreren van al die commissies, zodat er in elk geval een uniforme werkwijze komt, want nu bepalen commissies zelf hoe ze te werk gaan. Bij de een verloopt de procedure volledig schriftelijk, terwijl een ander altijd zitting houdt. Bij de ene is een zaak verjaard, bij de andere niet.”

Berkelaar van De Geschillencommissie is het met haar eens: “Uniformiteit in procedures is mijns inziens nodig voor vertrouwen in deze alternatieve geschiloplossing. En ook voor het delen van kennis zou een vorm van samenvoeging goed zijn. Wij maken nu samen met de SKGE analyses van uitspraken, omdat we geregeld overeenkomsten zien tussen geschillen die langskomen. Zo kunnen bij onze commissies aangesloten beroepsgroepen die maar een paar geschillen per jaar hebben, ook lering trekken uit uitspraken in andere sectoren.”

Delen