Regiebehandelaar
Om de maand laten Annemarie Smilde (senior jurist gezondheidsrecht/teammanager bij VvAA rechtsbijstand) en Lieke van der Scheer (filosoof/ethicus) in Arts en Auto hun licht schijnen op een medisch dilemma. Hieronder kunt u meediscussiëren over hun antwoorden. Wilt u zelf een dilemma aan dit panel voorleggen? Mail dan naar redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. De redactie neemt dan contact met u op.
Een psychotherapeut spreekt een psychiater aan op zijn manier van werken en de risico’s daarvan. De psychiater staat hier niet voor open. In hoeverre is de psychotherapeut als regiebehandelaar verantwoordelijk?
Een psychotherapeut in een ggz-instelling is als regiebehandelaar verantwoordelijk voor de ambulante behandeling van een cliënt met een gegeneraliseerde angststoornis, secundaire depressie en problemen met agressieregulatie. Naast een gz-psycholoog maken een psychiater en sociaalpsychiatrisch verpleegkundige deel uit van het behandelteam.
In de loop van de behandeling komt de psychotherapeut erachter dat de psychiater afwijkt van de vastgelegde medicamenteuze behandeling. Zonder afstemming start hij met andere medicatie. De psychiater reageert niet op verzoeken van de psychotherapeut en de gz-psycholoog om een toelichting, ook niet als de psychotherapeut hem vragen stelt over een toename van de angstklachten bij cliënt. Daarbij komt dat de verslaglegging van de psychiater zo summier is, dat de psychotherapeut hieruit niets kan opmaken over zijn beleid. Bovendien blijkt uit vragen van de cliënt dat de psychiater hem nauwelijks heeft geïnformeerd over zijn beleid en de mogelijke bijwerkingen van de voorgeschreven medicatie.
De psychotherapeut heeft de psychiater al een keer aangesproken op zijn gebrekkige informatie aan de cliënt, het niet afstemmen met de behandelaars en de te summiere dossiervoering. Ook heeft hij hem gewezen op de risico’s van zijn werkwijze. De psychiater vindt dat hij zich niet zo formeel moet opstellen en beroept zich op zijn jarenlange ervaring en zijn goede reputatie als psychiater.
In hoeverre is de psychotherapeut als regiebehandelaar verantwoordelijk voor het handelen van de psychiater? En wat moet en kan hij doen om zijn verantwoordelijkheid als regiebehandelaar waar te maken?
Het draait om samenwerking en verantwoordelijkheid in een behandelteam en de rol van de regiebehandelaar daarin. Wat de regiebehandelaar kan doen, leest u in de reactie van de jurist. Maar wat is de achtergrond van de invoering van de ‘regiebehandelaar’? En wat is het verschil met de ‘hoofdbehandelaar’? Het concept Regiebehandelaar in het Kwaliteitsstatuut GGZ is van recente datum (januari 2017) evenals het model kwaliteitsstatuut (maart 2018). Misschien is dit relatief nieuwe concept en het verplichte gebruik ervan nog niet helemaal tot iedereen doorgedrongen. Voorheen was het centrale begrip: hoofdbehandelaar. Waarom is daarvoor ‘regiebehandelaar’ in de plaats gekomen?
Ik baseer me op het rapport van de Commissie Meurs Hoofdbehandelaarsschap GGZ als noodgreep (2015). De commissie onderscheidt drie belangrijke taken voor zorgverleners: aanspreekpunt voor de cliënt, inhoudelijke (eind)verantwoordelijkheid voor de zorgverlening en coördinatie van de zorgverlening. ‘Hoofdbehandelaar’ werd oorspronkelijk gebruikt voor de inhoudelijk verantwoordelijke voor het totale zorgproces van een cliënt. Sindsdien is er nogal wat veranderd. Er zijn nieuwe beroepsgroepen ontstaan met in de
Wet BIG geregelde eigen verantwoordelijkheden. Er zijn meer patiënten met co- en multimorbiditeit en er zijn vaak verschillende, multidisciplinaire zorgverleners betrokken bij een cliënt. Het gevaar bestaat dat die niet van elkaar weten wat ze doen, dat de cliënt het overzicht kwijtraakt en dat niet helder is wie zijn aanspreekpunt is. Daarom verschuift de taak van een hoofdbehandelaar van een primair inhoudelijke focus naar een primair op regie en coördinatie gericht hoofdbehandelaarschap.
Ook voor cliënten is de regiefunctie het belangrijkste, zo blijkt uit onderzoek (Cie. Meurs en Trimbos-instituut). Dit geldt voor de hele gezondheidszorg. In de ggz komt daar ‘de herstelgedachte’ nog bij. Veel ggz-patiënten hebben naast medisch-psychiatrische behandeling ook behoefte aan begeleiding in sociale relaties, maatschappelijke participatie e.d. Dit brengt een breed palet aan beroepsbeoefenaren met zich mee en hun inzet moet gecoördineerd worden. En er moet een duidelijk aanspreekpunt zijn voor de cliënt. Om deze verschuiving te markeren, introduceerde de commissie Meurs de term regiebehandelaar. Deze ‘stuurt’ zowel de inhoud en het proces als de betrokken beroepsbeoefenaren. Hij draagt verantwoordelijkheid voor de integrale behandeling en is het centrale aanspreekpunt. Wellicht voelt de psychiater zich nog hoofdbehandelaar en participeert hij daarom niet actief in het behandelteam en verantwoordt hij daarom ook niet zijn beleid.
Het model Kwaliteitsstatuut GGZ bevat het kader voor de verantwoordelijkheden van de regiebehandelaar en andere behandelaars in de ggz. Hierin is de regiebehandelaar onder meer verantwoordelijk voor de integraliteit van het behandelproces: de afstemming van de zorg van de individuele behandelaars, de evaluatie van de zorg aan de hand van het behandelplan en de beoordeling of bijstelling hiervan. Ook is hij eerste aanspreekpunt voor de cliënten en zorgverleners.
De behandelaars uit het team van de regiebehandelaar (medebehandelaars) hebben een eigen verantwoordelijkheid voor hun aandeel in de zorg, afstemming met andere behandelaars, de naleving van de cliëntenrechten, communicatie met de cliënt en het bijhouden van het dossier. De medebehandelaars moeten de regiebehandelaar regelmatig en op tijd van relevante informatie voorzien. Ook moeten zij de aanwijzingen van de regiebehandelaar opvolgen, voor zover deze verenigbaar zijn met hun eigen deskundige oordeel. De regiebehandelaar is niet verantwoordelijk voor het handelen van medebehandelaars. Wel ziet hij er uit hoofde van zijn regiefunctie op toe dat de medebehandelaars hun verantwoordelijkheid daadwerkelijk nemen. De informatie die hij hiervoor nodig heeft, krijgt hij door inzage in het behandeldossier, van de medebehandelaars – bijvoorbeeld tijdens vaste
evaluatiemomenten – en van cliënten of hun familie. Wanneer deze informatie wijst op een tekortschieten van een medebehandelaar dat gevolgen kan hebben voor de kwaliteit en continuïteit van de zorg, moet de regiebehandelaar hierop actie ondernemen.
In dit geval gaat het om het functioneren van de psychiater. De eerst aangewezen actie van de psychotherapeut is het aanspreken van de psychiater en het maken van afspraken over de noodzakelijke verbeteringen. Kennelijk heeft dit hier niet het gewenste effect gehad, waarbij sprake lijkt te zijn van een weigerachtige houding van de psychiater. Gezien de risico’s voor de zorg, is de noodzakelijke vervolgstap dat de psychotherapeut het management van de zorginstelling vraagt om interventie. Uiteraard moet hij vooraf de psychiater informeren en zorgvuldig te werk gaan. De psychotherapeut kan er ook voor kiezen om samen met de psychiater de route te volgen van de in de zorginstelling geldende escalatieprocedure voor oplossing van meningsgeschillen.
Deze casus maakt duidelijk dat een regiebehandelaar in de ggz deels afhankelijk is van de zorginstelling om zijn verantwoordelijkheid waar te kunnen maken. De instelling is volgens de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) verantwoordelijk voor de randvoorwaarden voor goede zorg. Zo bepaalt het model kwaliteitsstatuut ggz dat de zorginstelling regelingen treft voor het toezicht op de bekwaamheid en het handelen van de behandelaars en een escalatieprocedure voor geschillen tussen de (regie-)behandelaars.