Schelpenzand

Toen ergotherapeut Anita Londeman in een Arts en Auto van haar man deze rubriek las, schoot haar een bijzonder voorval te binnen.   

Tekst: Anita Londeman | Beeld: Marcel Leuning

 

Door de huisarts word ik gevraagd om op huisbezoek te gaan bij mevrouw De Vries. Vraagstelling: valpreventie. Mevrouw blijkt de afgelopen twee maanden al vier keer te zijn gevallen en alles wordt uit de kast gehaald om het valrisico te verminderen. Als eerstelijns ergotherapeut word ik vaak ingeschakeld om een valanalyse te doen en de woning te screenen op valrisico’s. De zoon, die zeer betrokken blijkt, is ook bij het huisbezoek aanwezig.

Na een korte intake stel ik voor dat mevrouw mij de woning laat zien. Zo krijg ik een goed beeld van de manier waarop zij loopt, haar rollator gebruikt en diverse handelingen uitvoert. Ik laat haar dan ook deuren openen, kleding uit de kast pakken, in en uit bed stappen, enzovoort. Er passeren zo al heel wat praktische problemen die soms ook direct opgelost kunnen worden.

We komen aan bij de wasmachine. Ik vraag mevrouw of zij nog zelf de was doet. ‘Nou en of’, zegt ze, ‘maar dat is eerlijk gezegd heel moeilijk. Ik moet eerst het waspoeder uit de kelderkast halen, dan naar de badkamer lopen (waar de wasmachine staat), het waspoeder in de machine doen, met het waspoeder terug naar de kelderkast, de wasverzachter pakken en weer terug naar de badkamer lopen.’

‘Waarom staan waspoeder en wasverzachter niet op de wasmachine?’

De zoon en ik kijken elkaar verbaasd aan. We denken hetzelfde: waarom staan waspoeder en wasverzachter niet op de wasmachine? Ik vraag dus aan mevrouw of ze er nooit aan gedacht heeft om het wasmiddel gewoon bij de wasmachine te zetten. Mevrouw reageert dat ze daar werkelijk nog nooit aan gedacht heeft, maar dat ze het een heel goed idee vindt. ‘Mooi’, zegt de zoon, en hij vraagt zijn moeder waar alles staat, zodat hij het op de wasmachine kan zetten. ‘In een emmer in de kelderkast’, zegt mevrouw.

De zoon gaat naar de kelderkast en komt terug met een plastic emmertje met waspoeder en een blauw schepje erin. Als mevrouw de emmer op de wasmachine ziet staan, zegt ze: ‘Oh, maar dat is geen waspoeder in die emmer, dat is schelpenzand!’ De zoon kijkt verbaasd van zijn moeder naar het emmertje en zegt dan zachtjes tegen mij dat hij vorige week met dit spul de steunkousen van zijn moeder heeft uitgewassen. We barsten allebei in lachen uit; de tranen rollen over mijn wangen. En mevrouw? Die begrijpt er niets van.

Iedere medisch professional heeft wel een patiënt (gehad) die hij of zij nooit vergeet. Omdat de omstandigheden zo bijzonder waren, het behandeltraject aangrijpend, of juist omdat zich iets grappigs voordeed in het contact. In deze reeks leest u hun verhalen.

 

Delen