Schmitz versus Snijders: veranderdrift
Hij is chirurg en opleider, zij is net klaar met haar opleiding tot chirurg. In een duocolumn bespreken Roderick Schmitz en Heleen Snijders relevante zorgthema’s, tegenstellingen én taboes. Deze keer: veranderdrift.
Vermoeiend Heleen,
‘Stilstand is achteruitgang’ lijkt het leitmotiv in de gezondheidzorg. Krachtig leiderschap wordt verward met dingen verbeteren en speelt dan ook een prominente rol in de huidige verantwoordingscultuur. Verbeteren lijkt altijd te moeten, ook als er eigenlijk geen – groot – probleem is. Er valt immers altijd wel ergens iets te verbeteren en bovendien, wie kan dáár nou bezwaar tegen hebben?
Het vaste recept: overdrijf een probleem, onderwaardeer de huidige situatie, schets een doemscenario, benadruk dat er snel stappen moeten worden gemaakt en neem de lead als bedenker van de oplossing. Gebruik termen als ‘anders’ en ‘slimmer organiseren’, blijf volhouden dat ICT de hobbels onderweg gaat oplossen en oh ja, vergeet ondertussen niet tegenstanders uit de weg te ruimen door hen weg te zetten als vastgeroest in eigen parochie.
Het is verleidelijk om aan veranderdrift alleen maar positieve effecten toe te dichten, maar dat is natuurlijk niet waar: de uitstroom van medewerkers en de uitval door burn-outs is in de gezondheidszorg nog nooit zo hoog geweest. Het enige lichtpuntje is wat mij betreft de constatering dat hoe dichter je bij de werkvloer komt, hoe vaker er naar oplossingen mét draagkracht wordt gezocht. De invloed van een paar organisatie slimmeriken raakt dan gelukkig op de achtergrond.
Ach ja Roderick,
Veranderdrift. Een onverbeterlijke trek van managers, politici, commissieleden en andere ambitieuzerikken. Je kan het ze niet kwalijk nemen; een mens wil toch wat in het leven. Of op z’n Achterhoeks: “Een zittend gat bedenkt zich wat.” De behoefte iets te willen veranderen is niet geheel onschuldig. Wie in een ziekenhuis werkt, krijgt het vaak genoeg voor de kiezen. Ben je net lekker aan het werk, wordt er door iemand van bovenaf besloten dat het allemaal weer anders moet. Volgens collega’s die al wat langer meegaan, kun je de klok erop gelijk zetten dat het over een paar jaar precies andersom moet. Ook onze wetenschappelijke verenigingen hebben sterk de behoefte op afstand slimme dingen te bedenken die onze zorg zogenaamd beter en veiliger moeten maken.
Ook ik moet weleens de neiging onderdrukken dingen voor anderen te gaan bedenken omdat ik meen dat iets handiger kan, of omdat het nou eenmaal leuk is om iets te bedenken. Het geeft me het gevoel dat ik iets toevoeg, en zelf ook een beetje belangrijk ben.
Misschien zit daar wel de crux. Dat we moeten proberen onszelf wat minder belangrijk te maken. Dat we moeten proberen wat minder te bedenken voor mensen, maar iets vaker te luisteren naar mensen. Misschien horen we dan wel dat er helemaal niet zo veel veranderd hoeft te worden. Dat er van alles prima gaat, omdat zorgprofessionals vanuit zichzelf graag het goede willen doen. En dat prima dan ook goed genoeg is. Ja, Roderick, dat lijkt me wel wat.