Student & mantelzorger

Naast je studie zorgen voor je zieke vader, moeder, broer of zus. Niet iedereen ziet dat als mantelzorg verlenen, maar dat ís het wel. Deze groep studenten verdient meer aandacht en ondersteuning op maat. 

Beeld Tamar Smit

Vanuit Zeeland naar Hogeschool Rotterdam is ze twee uur onderweg. Dat betekent vier keer per week vier uur reistijd per dag voor tweedejaars ergotherapie Margreeth van der Schoor (20). “Ik heb wel overwogen op kamers te gaan, maar dan zouden mijn vader en zusje thuis drie keer zoveel moeten doen.” Margreeths moeder heeft een progressieve spierziekte (ataxie van Friedreich) en zit in een rolstoel. De rest van het gezin ondersteunt haar waar het dat kan. “Als klein meisje hielp ik al met van alles. Dat is altijd normaal geweest voor ons. Ook dat we meer gingen doen naarmate mijn moeder verder achteruitging. Ik heb dat nooit als mantelzorg gezien. Dat kwam pas rond mijn zeventiende, toen anderen zeiden: je doet wel erg veel.” 

Dat jongeren het zorgen voor een zieke naaste niet als mantelzorg zien, komt vaker voor. “De meesten hebben bij mantelzorg een beeld van een vrouw van middelbare leeftijd die voor haar moeder zorgt”, weet Rick Kwekkeboom, lector Langdurige Zorg en Ondersteuning aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en een van de initiatiefnemers van het Expertiselab Jonge Mantelzorgers. 

De afgelopen jaren zijn er meerdere onderzoeken gedaan naar hoeveel studenten in het hoger onderwijs mantelzorgtaken hebben. Het expertiselab kwam tijdens een pilotstudie in 2018 op 6 procent van alle HvA-studenten. Hogeschool Windesheim kwam in 2016 op 8,6 procent van haar voltijdstudenten. “In werkelijkheid liggen die percentages nog hoger”, zegt Kwekkeboom. “Want niet iedereen beschouwt het zelf als mantelzorg én niet iedereen praat er makkelijk over.” 

Flexstuderen 

Sinds 2017 experimenteren een aantal hogescholen en universiteiten met een systeem van flexstuderen. Studenten die hiervoor kiezen, betalen geen collegegeld voor een heel jaar, maar alleen voor de vakken die ze volgen. Dat is wel iets duurder: 15 procent per studiepunt. Daar staat tegenover dat onder anderen studenten met mantelzorgtaken in hun eigen tempo kunnen studeren. Het kabinet wil het flexstuderen per september 2024 wettelijk mogelijk maken. 

Wat in beide onderzoeken opvalt, is een piek van mantelzorgers in opleidingen voor gezondheidszorg en welzijn. Kwekkeboom: “Daarbij moet je wel in ogenschouw nemen dat men bij deze opleidingen een wat beter beeld heeft van wat mantelzorg inhoudt. En zeker bij een opleiding social work is het normaal om over je eigen sores te praten.” Rieke Hengelaar, docent/onderzoeker bij het lectoraat participatie en omgeving van de HvA, wijst erop dat voor sommigen de zorgsituatie thuis reden is om voor een opleiding in dit domein te kiezen. “Iemand met een moeder met psychische problematiek die psychologie gaat studeren bijvoorbeeld. Voor anderen is dat te confronterend, maar die kiezen dan wel voor een opleiding die in het verlengde ligt van hun mantelzorgtaken.”

Dat laatste gaat op voor Margreeth. “Ik wil later niet de deur op het werk achter me dichttrekken en dan thuis dezelfde deur opendoen. Ergotherapie is voor mij een uitkomst: het is praktisch, ik kan mensen helpen, maar ik hoef niet te ‘zorgen’.” Hoewel ze veel tijd in de trein doorbrengt, geniet ze van haar studietijd. “Spontaan een drankje doen zit er niet altijd in, maar met een goede planning is er veel mogelijk. Ik heb genoeg vrije tijd.”

In een cirkeltje 

De combinatie mantelzorg en studie gaat haar goed af, maar dat geldt niet voor alle studenten met een zorgverantwoordelijkheid. Uit de onderzoeken op Windesheim en de HvA blijkt dat zij vaker psychische klachten hebben, zich vaker eenzaam voelen en vaker studievertraging oplopen dan studenten zonder mantelzorgtaken. “Een medestudent in eenzelfde situatie moest een jaar overdoen omdat ze te veel had gemist”, vertelt Margreeth. “Ik vind het soms fijn om even uit de thuissituatie te zijn. Ik weet dat mijn moeder in goede handen is, maar heb je een ouder met psychische klachten of een alcoholprobleem, dan kun je daar continu mee in je hoofd zitten. Dan wil je dat misschien ook niet delen, waardoor je eenzaam wordt, je terugtrekt, nog meer zorg op je gaat nemen. Dan kom je in een cirkeltje waar je niet meer uitkomt.”

Schaamte is soms de reden dat studenten niet over hun thuissituatie vertellen, weet Hengelaar, maar er zijn er meer. “Ze willen niet zielig worden gevonden én niet dat men zou kunnen denken dat ze de situatie gebruiken om niet op tijd aan te leveren of een herkansing te krijgen. Soms speelt ook de sociaal-culturele achtergrond een rol.” Dat ziet Hengelaar van dichtbij tijdens haar promotieonderzoek naar (ondersteuning van) mantelzorgers met een migratieachtergrond. “Vanuit traditionele normen en waarden wordt in sommige culturen van meisjes verwacht dat ze de zorg voor een naaste boven studie en carrière plaatsen. Daar praten ze niet over, omdat ze dat zelf zo voelen of omdat ze hun familie niet willen afvallen.” 

Bewijslast bij student

Wie er niet over praat, kan niet geholpen worden. Dat is de opvatting van de Vereniging Hogescholen en de Vereniging van Universiteiten. Tegenover RTL Nieuws gaven deze koepelorganisaties eerder aan ‘dat er genoeg regelingen zijn waar studenten gebruik van kunnen maken, maar dan moeten ze het wel bespreekbaar maken’. Kwekkeboom zet daar vraagtekens bij: “Er bestaan regelingen voor vrijstelling en uitstel bij ‘bijzondere familieomstandigheden’, maar onderwijspersoneel is daar niet altijd van op de hoogte. En wat is een bijzondere familieomstandigheid? Dat is vrij interpreteerbaar. Een situatie waarin een student met zijn moeder mee moet naar het ziekenhuis om te tolken, valt daar bijvoorbeeld niet onder. De bewijslast ligt bij de student die moet aantonen dat het echt om mantelzorg gaat. Dat is niet goed. Er moet een cultuur van vertrouwen zijn. Natuurlijk, er zijn altijd rotte appels die daar misbruik van willen maken, maar het uitgangspunt zou moeten zijn: je bent onschuldig, we vertrouwen je, tenzij het tegendeel wordt bewezen.”

‘De emotionele belasting is er altijd’

In de ogen van Kwekkeboom moeten onderwijsinstellingen meer doen om studenten met een zorgverantwoordelijkheid te ondersteunen. Daartoe zouden ze ook gestimuleerd kunnen worden. “Voor topsporters zijn er speciale regelingen. Dat is een paradepaardje: als studenten naar de Olympische Spelen gaan, staan ze pontificaal op de website van de universiteit of hogeschool. Maar scholen krijgen ook extra geld als ze zo’n topsportprogramma aanbieden. Terwijl er geen financiële prikkel is om aandacht te besteden aan mantelzorgers. Voor studievertraging worden onderwijsinstellingen financieel niet gestraft. Pas als studenten afhaken en ze onder een bepaald slagingspercentage komen, hebben ze een probleem. Maar studenten met een zorgverantwoordelijkheid zijn vaak doorzetters, die lopen vertraging op, maar gaan wel door tot de eindstreep.” 

Eerder zelfstandig

Dat doorzetten herkent Margreeth wel. “Ik ben gedreven. Was eerder zelfstandig dan mijn leeftijdsgenoten en heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel, ook bij groepsopdrachten.” Kwekkeboom: “Niemand is blij met een zorgverantwoordelijkheid, maar het draagt wel bij aan weerbaarheid, veerkracht, doorzettingsvermogen. Onder druk ontstaan diamanten.” 

Maar om een diamant te kunnen worden, hebben sommigen wel ondersteuning nodig. “Ze hoeven geen uitzonderingspositie, maar het is wel belangrijk dat mantelzorg bespreekbaarder wordt”, is Kwekkeboom van mening. “Dat het taboe verdwijnt. Dat er een cultuur ontstaat op faculteiten van: we staan voor je klaar. Dat onderwijspersoneel weet wat er speelt én waar studenten binnen wet- en regelgeving recht op hebben. Daarbij is maatwerk nodig. Waar de een het prettig vindt naar school te gaan om even de thuissituatie te ontvluchten, volgt een ander liever online college. De ondersteuningsbehoeften verschillen. Dat kan soms ook afhankelijk zijn van de zorgvraag die fluctueert. Maar de emotionele belasting is er altijd.”

Margreeth gaat na de zomervakantie stagelopen. “Daar kijk ik enorm naar uit. Thuis zal er wel iets meer extra hulp nodig zijn, maar waar het kan, blijf ik zeker mijn steentje bijdragen, met alle liefde. Ik blijf genieten van de momenten samen.” 

Week van de Jonge Mantelzorger

Van 1 tot 7 juni 2022 is de Week van de Jonge Mantelzorger. Jaarlijks wordt tijdens deze week extra aandacht gevraagd voor jongeren die opgroeien met iemand in hun directe omgeving die een chronische ziekte, beperking, psychische kwetsbaarheid en/of verslaving heeft. Door heel het land worden tijdens de week activiteiten georganiseerd. Meer informatie: weekvandejongemantelzorger.nl

Delen