Topsport-plus

Het is weer die tijd van het jaar, de negen vriendinnen, allemaal dokters, mogen binnenkort weer eens 5 dagen de hort op. Een wederkerend onderwerp van gesprek en, de laatste jaren steeds nadrukkelijker aan de orde, zal uiteraard weer het werk zijn en de braindrain die er vaak uit voortvloeit. 

Ligt het aan ons, of aan onze leeftijd of omdat we vrouwen zijn?

Nee hoor.   

Getuige hiervan zijn de vele artikelen die ik hierover op LinkedIn voorbij zie komen. Een toenemend burn-outpercentage, veel stress en weinig werkplezier wordt waargenomen bij dokters van alle generaties. 

Marlies Schijven (professor of surgery AMC) post als reactie op een dergelijk artikel: ‘Het komt er op neer dat dokters goed voor anderen proberen te zorgen, maar dat we dat blijkbaar niet goed genoeg voor onszelf doen.’

Het begint zo langzamerhand een feit te worden, tekort aan werkplezier, te weinig zelfzorg. Daar kunnen we een probleem van maken waar we naar blijven kijken of we kunnen nadenken over diverse strategieën.

De eerste strategie is die van de ontkenning. ‘Ik herken dit helemaal niet, het zijn vast Amerikaanse toestanden’. Deze strategie staat erom bekend dat de uitvoerders hun kop in het zand steken en niet geneigd zijn tot actie over te gaan.

De tweede strategie is die van de overdrive. Er is het besef dat er wat aan de hand is, dat er negatieve stress is en dat gaat men proberen in balans te brengen door veel positieve stress toe te voegen, namelijk door te sporten. Dit kan zeker een goede zaak zijn, sporten is afschakelen, maar in overdrive gaan is net iets meer.  Het stressniveau is dan van een ander type, maar de hartslag blijft hoog gaan.  Het gaat dan bij voorkeur om (lange) duursporten, de slag om de Strava-winst en het nadrukkelijk tonen van zweetfoto’s op de social media, bij voorkeur met rugnummer en eindtijd erbij.  Uiteraard geven de vrijgekomen endorfines een mega boost, maar het is te kortzichtig om te denken dat het probleem hiermee van de baan is geveegd.


‘We zijn vergeten dat onze softe skills de harde kern zijn, de basis voor alles’


De derde strategie is de doorkijkstrategie (de poging tot visionair zijn), deze wordt ook vaak toegepast door de politiek. Het is dood analyseren en veelal parkeren van het probleem. Je kijkt vooruit naar wat over 10 of 20 jaar verwacht kan worden, je laat consultancybureaus de alom bekende gegevens nogmaals in kaart brengen om vervolgens tot de conclusie te komen dat het niet gedragen wordt door alle gremia ’s of dat het kostenplaatje te hoog is.

De laatste strategie is de aanpakstrategie. Deze strategie wordt toegepast door mensen die beseffen dat verandering bij jezelf begint.  Er is het inzicht dat wachten op verandering van het systeem te lang duurt. Deze strategie is voor aanpakkers, maar ook volhouders, wetende dat het tijd kost.  Het lastige is dat de aanpakkers in dit geval even moeten vertragen, misschien zelfs even moeten stilstaan. Binnen deze aanpakstrategie is omdenken een kunst: het gaat niet om de vraag wanneer je het allemaal moet doen maar of je het wel moet doen en waarom jij het moet doen. De enige manier om een antwoord op die vraag te hebben, is zelfkennis. En, dan bedoel ik niet dat je per se meditatiegoeroe moet worden of op een spijkermatje moet slapen. 

Het werd vroeger als een strategie voor zwevende types gezien maar de topsport laat zien dat het noodzakelijk is. En als het in de topsport aanvaard is, waarom dan niet bij ons? Wat is ook alweer de reden dat topsporters ook veel moeten rusten en aan mental fitness doen? Dat dus, het besef dat de hartslag ook eens laag moet zitten en dat de geest ook eens uit moet staan. 

Waarom passen we niet massaal deze aanpakstrategie toe? Is het schaamte? Is het zwak? Is het lastig om nee te zeggen? Of komt het echt omdat we onmisbaar zijn?

Wat mij betreft is het klaaguurtje gedaan, de knop moet om.  Zie het zo: wij doen ook aan topsport, sterker nog, onze topsport is bovendien gecombineerd met huishouden, kinderen verzorgen en zelf ons eten koken (tenminste, wij hebben thuis geen kok aan huis die ons uitgebalanceerd voedsel voorschotelt). En, we hebben ook nog eens een druk sociaal leven, iets wat bij topsport uit den boze is.  Wij doen dus eigenlijk gewoon aan topsport-plus. Dus wat is de kern van het probleem dan?

We zijn vergeten dat onze softe skills de harde kern zijn, de basis voor alles.

Weer al te spiritueel? Nee hoor.  Beschouw je brein als software. Software moet ook af en toe uitgezet worden of gereset of geüpdatet. En er gewoon even hard op kloppen of de stekker eruit trekken, dat werkt bijna nooit. Software van een computer is onmisbaar en moet feilloos werken. Wel, de software van de mens ook.

Als happy doctor-activist heb ik daarom 2 punten die ik wil aandragen:

Ten eerste: denk eens na over de laatste strategie, veranderen begint bij jezelf, doe iets. Stop met artikelen te lezen over burn-out bij dokters, lees liever over de bewezen positieve effecten van coaching of andere vormen van mental support op het mentale fit-zijn van dokters. En, als je veranderen niet nodig vindt, want jij bent perfect, dan mag jij dat vinden, maar ga vooral niet veroordelen hoe een ander probeert een gelukkigere/betere versie van zichzelf te worden.

Mijn tweede punt: Er is een tekort aan ANIOS. Ze voelen zich afgeschrikt door die negatieve energie en de continue gejaagdheid die dokters uitstralen, er is zelfs geen tijd meer voor supervisie of motiverende leermomenten. Het doktersadvies van coassistenten in het artikel Een spoedprobleem is: Maak de zieke werk- en leeromgeving weer beter, deel uw passie en laat zien dat het anders kan.

Maar laten zie dat het meestal wel leuk is, kan alleen maar als je dat ook echt vindt ( of je moet Oscar-waardig kunnen acteren natuurlijk). Dus start met punt 1 en dan gaat punt 2 vanzelf.

Ik zal het co-assistentenrecept ook aan mijn vriendinnen geven en zeggen dat het – buiten het werk – mag ingenomen worden tijdens een mediterraan diner of met een glas rosé. Ernstige bijwerkingen zijn hooguit te vergelijken met wat er gebeurt als je te veel Andrélon Glans shampoo gebruikt (TV-commercial).

Delen