Uitlaatklep – Scheidsrechteren
In ‘Uitlaatklep’ vertellen collega’s op welke manier zij even stoom afblazen en loskomen van de hectiek van alledag. In deze aflevering: dierenarts Wenno Wagenaar, mede-eigenaar van Dierenkliniek de Delta in Maasland.
Tekst: Martijn Reinink Beeld: De Beeldredaktie/Guido Benschop
Nadat hij vanwege studie en knieklachten zijn kicksen aan de wilgen moest hangen, kwam Wenno Wagenaar (62) jaren later via zijn zoon weer in contact met het spel waaraan hij zo veel plezier beleefde in zijn kinderjaren. “Dat plezier kwam helemaal terug”, zegt de dierenarts. “Mijn zoon ging voetballen bij de F’jes van VDL Maassluis en sindsdien ben ik kind aan huis bij deze club, die als een warm bad voelt.”
Jarenlang staat hij als ouder langs de zijlijn en zet hij zich in als voorzitter van het jeugdbestuur. Maar als Wagenaar bij een tekort aan scheidsrechters eens de fluit ter hand neemt, ontdekt hij een nieuwe hobby. “Dat scheidsrechteren bleek ik ontzettend leuk te vinden. Het is intensief. Ik loop veel en hard, want ik wil erbovenop zitten en niet het verwijt krijgen dat ik op 40 meter afstand sta bij een vermeende penalty. En je móet je concentreren; ik heb geen tijd om na te denken over werk of het boodschappenlijstje.”
Dierenarts Wenno Wagenaar ‘Altijd proberen een koele kikker te blijven’
Een van de vier weekenden heeft hij dienst; de overige zaterdagen staat de dierenarts in arbitrageoutfit op het veld. Al zat dat er afgelopen seizoen door COVID-19 niet in. “Ik heb het fluiten enorm gemist.” Het meest kijkt hij uit naar wedstrijden van de wat oudere jeugd. “Waar op niveau gespeeld wordt en waar het voor het echie gaat.” Ook al is hij als scheidsrechter zo nu en dan de gebeten hond. “Zonder strijd geen overwinning”, lacht Wagenaar. “Wedstrijden gaan gepaard met hobbels. De jeugd is een stuk mondiger dan vroeger, maar dat vind ik wel uitdagend; soms heb je als scheidsrechter ook een beetje een opvoedende taak. Ik probeer altijd een koele kikker te blijven en het met een lach op te lossen. Als dat lukt en beide partijen zijn na afloop tevreden, dan geeft dat een voldaan gevoel. Helemaal als ik daarna in de kantine een kop soep krijg van Wim en Nel, het echtpaar, beiden 70-plus, dat voor nop de hele dag de keuken runt. Dan nog een biertje en daarna fiets ik fluitend weer huiswaarts.”