Van Kever tot Golf

In 1947 arriveerden de eerste Kevers in Nederland. Het vormde het bescheiden begin van het nog altijd aanhoudende succes van Volkswagen in ons land. Autojournalist Bart van den Acker over 70 jaar Volkswagen in Nederland.

Tekst: Bart van den Acker – Beeld: Volkswagen, Louwman Museum, privébeeld

In de jaren vijftig en zestig deed Volkswagen zijn naam écht eer aan. Iedereen kende namelijk wel iemand die in een ‘Kever’ reed. Of reed er zelf eentje. Het karakteristieke bolle autootje was eenvoudig, doelmatig, betrouwbaar en goedkoop in onderhoud. Met een Volkswagen kon je overal heen, als gezinnetje met twee kinderen uit de ‘babyboom’.

Mijn oudste autoherinnering is die aan de blauwe Volkswagen ‘brilkever’ van mijn vader. Die was van 1951, tweedehands gekocht in 1959. Mijn oudere broer en zus hadden de achterbank ter beschikking en ik mocht in het vak daarachter, boven de lawaaierige motor; we noemden dat ‘de kattenbak’. Hoewel ik nog lang niet kon lezen, weet ik dat de letters op het nummerbord ‘NG’ waren. “Nooit gedacht”, zei mijn moeder altijd. Ik snapte dat toen nog niet, maar weet nu dat zij en mijn vader nog niet zo lang daarvoor nooit hadden durven dromen van een eigen huis, laat staan van een eigen auto.

Stalen dashboard

Volkswagenimporteur Pon was in die jaren al een vooruitstrevend bedrijf. Want ook al hadden we geen nieuwe Kever gekocht, we kregen wel een blad toegestuurd: De VW, automobilistisch maandblad voor hen die Vooruit Willen.

Ik weet nog dat ik op zaterdagmiddag met mijn vader mee mocht naar Volkswagengarage ‘Verios’ in Oss. Ik stond rechtop voor de passagiersstoel, met mijn neus tegen het stalen dashboard waar ik nét overheen kon kijken. Nu kunnen we het ons amper meer voorstellen, maar een kinderzitje was in die jaren nog niet gebruikelijk. Ik mocht op vaders aanwijzing aan de grote ivoorkleurige knop op het dashboard draaien en dan kwam er aan de zijkant van de Kever een knipperend armpje naar buiten; de richtingaanwijzer die wel wat weg had van een lolly.

Ik weet ook nog goed hoe boos en verontwaardigd ik was toen er op een zaterdag in 1963 – ik was vijf jaar oud – iemand langskwam om onze Volkswagen te kopen. Hoe kon mijn vader hem nou wegdoen voor een andere auto?

1300 ‘de luxe’ in Saharabeige

Toen ik twaalf was, beloofde mijn moeder mij duizend gulden voor mijn eerste auto als ik tot mijn achttiende niet zou roken. Als startend automobilist had je destijds maar een paar mogelijkheden: een Mini, een ‘Eend’ of een Kever. “Zou jij een Volkswagen willen?”, vroeg mijn vader me op een dag in 1977. Hij wist via-via een 1300 ‘de luxe’ in Saharabeige van 1970 met een ruime ton op de klok te koop voor 600 gulden.

Ik gebruikte mijn Kever vooral om naar school in Eindhoven te rijden. Op een regenachtige dag reed ik te enthousiast een rotonde op. De Kever maakte een sierlijke 180 graden slip en voor ik het wist stond ik oog in oog met de man die even daarvoor nog in zijn witte Citroën GS àchter me reed. Al met al heb ik die Kever niet lang gehad. Ik wilde sneller en sportiever.

De redding

Ik was niet de enige die de Kever voor gezien hield. De welvaart in Nederland groeide, het wagenpark groeide mee, maar Volkswagen profiteerde daar eind jaren zestig, begin jaren zeventig niet echt van. Te lang hield het merk vast aan de Kever en de daarvan afgeleide modellen. Gelukkig kwam er redding toen een nieuw model, een moderne hatchback (niet de eerste overigens) die ‘Golf’ werd gedoopt, vanaf 1974 de Volkswagenverkopen weer naar een hoog peil bracht.

Nu, meer dan veertig jaar na de introductie van die eerste Golf, is dit model nog altijd een belangrijke pijler voor de populariteit van Volkswagen in Nederland. Eigenlijk is de Golf wat de Kever in mijn jeugd was: hét succesnummer van Volkswagen.