Verder na Co-Med
Afgelopen juni viel het doek voor huisartsenketen Co-Med. Drie maanden later blikken een huisarts, een hoogleraar én een zorgverzekeraar terug. Hoe kon het zover komen? En welke lessen zijn er te trekken?
Eén ding is zeker: wat huisarts Sandra Kievit (33) bij de voormalige Co-Med-praktijk in Oirschot heeft ervaren, wil ze nooit meer meemaken.
“Het leek zo ideaal toen ik daar in december 2022 als waarnemer aan de slag kon”, vertelt de Brabantse dokter. “Na jaren studie in België en drie jaar werken in Helmond was ik terug op mijn geboortegrond. De Co-med-praktijk lag op vijf minuten fietsen van mijn huis. Beter wordt het niet, dacht ik. Maar al snel kwam ik van een koude kermis thuis.”
De praktijk blijkt gevestigd in een oud bankkantoor. De spreekkamers hebben glazen wanden, de assistentes werken samen in een voormalige kantoortuin. Om toch wat privacy te creëren, plaatst Kievit zelf maar wat geluidswerende schermen. Al snel valt haar op dat veel processen in de praktijk slecht geregeld zijn. “Recepten kwamen niet goed aan in de apotheek”, herinnert Kievit zich. “En de telefoon werd niet altijd adequaat beantwoord. Soms deed de spoedlijn het niet eens.”
Als Kievit daar bij de Co-med-organisatie over klaagt, geeft die niet thuis. Nog problematischer wordt het als na drie maanden haar ervaren collega uit de praktijk vertrekt. In plaats van een nieuwe, vaste huisarts worden er twee extra waarnemers aangetrokken, waarvan er één binnen een maand alweer stopt. Met permanente onderbezetting tot gevolg.
Over alle misstanden doet Kievit in totaal zes keer melding bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De spreekwoordelijke druppel is voor haar het moment dat ze in mei 2023 visites rijdt en er op de praktijk niemand aanwezig is om de telefoon te beheren. “Stel dat er iemand met spoed had gebeld en er werd niet opgenomen. Dan was ik persoonlijk aansprakelijk geweest voor de gevolgen.” Kort daarna vertrekt ze. Officieel ontslag nemen kan ze niet, want ze heeft van Co-Med nooit een contract ontvangen.
Gebrek aan continuïteit
Iemand die zich al ruim voor het faillissement publiekelijk kritisch uitsprak over Co-Med, is huisarts en hoogleraar huisartsgeneeskunde Marco Blanker. Hij spreekt op 13 september aan de Rijksuniversiteit Groningen zijn oratie uit over duurzame toegankelijkheid van eerstelijnszorg.
“Co-Med heeft aan de poten van de huisartsengeneeskunde gezaagd”, valt hij met de deur in huis. “Het bedrijf presenteerde zich als een huisartsenketen, maar was dat helemaal niet. In plaats van goede zorg te waarborgen, was de aanbieder alleen maar uit op zoveel mogelijk winst maken. De simpelste manier om dat doel te bereiken, was door te snijden in de grootste kostenpost: personeel.”
Blanker is niet tegen ketenaanbieders als zodanig. En ook niet tegen winst maken; dat doet hij als praktijkhouder zelf immers ook. Zolang de organisatievorm van een bedrijf maar bijdraagt aan duurzame en toegankelijke huisartsenzorg.
“Een van de basisvoorwaarden daarvoor is continuïteit. Het gaat er niet alleen om dat praktijkmedewerkers vragen van patiënten binnen een redelijke termijn beantwoorden, maar vooral ook dat ze dat doen in de context van de persoon en diens medische geschiedenis. Daarvoor heb je een vast team nodig dat patiënten kent en een band met ze opbouwt. Bij Co-Med was dat niet aan de orde.”
Als hij over het faillissement van het bedrijf hoort, is Blanker vooral opgelucht maar ook verbaasd dat dat zo lang op zich heeft laten wachten. “Wat mij betreft hadden zorgverzekeraars de stekker er veel eerder uit moeten trekken. Want geen vergoeding betekent: geen functionerend bedrijf. Kennelijk hebben de mannen van Co-Med verzekeraars met mooie praatjes lang aan het lijntje weten te houden. Ik hoop echt dat zorgverzekeraars van deze ervaring hebben geleerd en dat ze nu inzien dat ook zij de kernwaarden van de huisartsenzorg beter moeten bewaken.”
Vorm versus resultaat
Veel van de voormalige Co-Med-praktijken vielen in het verzorgingsgebied van zorgverzekeraar CZ. Die heeft dan ook al maanden de handen vol aan het zoeken van structurele oplossingen voor tienduizenden gedupeerde patiënten. “De problemen van Co-Med zijn te ingewikkeld om de verantwoordelijkheid te kunnen afschuiven op één partij”, zegt CZ-woordvoerder Arjen Zwaan. “Het bedrijf bestond al een tijdje toen het in 2020 bij ons aanklopte. Uiteindelijk duurde het bijna een jaar voor ze een overeenkomst met ons kregen, met daarin aanvullende eisen voor onder andere informatievoorziening, financiën en zorgcontinuïteit. We zijn dus zeker niet over één nacht ijs gegaan.”
In de periode die volgt, groeit Co-Med snel. En daarmee komen ook de problemen, vooral wat betreft de bezetting van praktijken. Tot het voorjaar van 2023 lukt het volgens Zwaan steeds weer om, in goed overleg, de zorg te verbeteren. Maar de onverwachte sluiting van de Co-Med-praktijk in het Brabantse Reuzel vormt een keerpunt. “Het bedrijf maskeerde het personeelstekort. Daardoor konden we niet meer op de informatievoorziening vanuit Co-Med vertrouwen. Ook op andere locaties moesten we ingrijpen.”
‘Ook verzekeraars moeten de kernwaarden van de huisartsenzorg beter bewaken’
In het voorjaar van 2024 wordt duidelijk dat de zorg over de hele linie van Co-Med-praktijken blijvend onder de maat is. Bovendien komt door financiële problemen de continuïteit van zorg in gevaar. Daarom besluiten de betrokken zorgverzekeraars voorbereidingen te treffen om, samen met regionale huisartsenorganisaties en online huisartsenpraktijk Arene, zo nodig een alternatieve vorm van zorg te kunnen bieden. Uiteindelijk beëindigen ze de overeenkomst met Co-Med in juni definitief.
Evalueren
CZ herkent zich niet in de kritiek van Blanker dat zorgverzekeraars in het Co-Med-dossier onvoldoende oog hebben gehad voor de kernwaarden van de huisartsenzorg. “We streven dezelfde doelen na”, betuigt Zwaan. “Maar toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige huisartsenzorg kun je op verschillende manieren organiseren. Ketenaanbieders zijn niet nieuw. Sterker nog, er zijn bedrijven met een vergelijkbare structuur als Co-Med die al jaren prima functioneren. In plaats van het kind met het badwater weg te gooien, moeten we duidelijk onderscheid maken tussen organisatievorm en uitvoering. Uiteindelijk gaat het erom dat patiënten kunnen rekenen op goede huisartsenzorg.”
Blanker, naar eigen zeggen praktijkhouder in hart en nieren, ziet uiteraard ook dat het huisartsenvak verandert, en dat jonge collega’s – in ieder geval in de eerste fase van hun carrière – minder vaak behoefte hebben aan een eigen praktijk. “Als we hen met nieuwe organisatievormen voor het vak kunnen behouden, ben ik daar helemaal voor. Zolang alle betrokken partijen de uitgangspunten van huisartsenzorg maar onderschrijven en bewaken.”
Zowel Blanker als CZ vindt het belangrijk om, samen met toezichthouders en huisartsen, de ervaringen met Co-Med te evalueren en daar lessen uit te trekken. Alleen is het daar volgens de zorgverzekeraar nog niet het juiste moment voor. Zwaan: “Onze focus ligt nu op het vinden van een structurele oplossing voor patiënten van de voormalige huisartsenketen (zie kader onderaan, red.).”
Vooruitlopend op een evaluatie gooit hij wel alvast een knuppel in het hoenderhok. “Niet alleen zorgverzekeraars moeten in de spiegel kijken. Een belangrijke reden dat Co-Med voet aan de grond kon krijgen, was doordat huisartsen hun praktijk aan de keten wilden verkopen.”
‘Co-Med kreeg voet aan de grond doordat huisartsen hun praktijk aan de keten verkochten’
Blanker is het met hem eens dat ook daarover het gesprek moet worden gevoerd. “Het is noodzakelijk dat we als beroepsgroep kritisch naar onszelf blijven kijken. Er zijn collega’s geweest die hun praktijk aan Co-Med hebben overgedaan, terwijl er in de regio genoeg jonge opvolgers klaarstonden. Daar heb ik moeite mee, ja. Niet voor niets hebben we het in het maatschapscontract van mijn eigen praktijk verkoop aan een commerciële partij onmogelijk gemaakt.”
Voor het voortbestaan van zelfstandige praktijken is het volgens hem noodzakelijk dat oudere huisartsen – hij is zelf 52 – meegaan met de tijd. “Soms eisen collega’s dat een opvolger hun praktijk op exact dezelfde manier voortzet. Dat is niet realistisch en werkt commerciële overnames in de hand.”
Hij benadrukt dat hij huisartsen die als waarnemer bij Co-Med hebben gewerkt niets kwalijk neemt. Vaak ontdekten zij pas op de werkvloer hoe groot de misstanden waren.”
Eigen regie
Daarover gesproken: hoe is het huisarts Sandra Kievit vergaan nadat ze bij Co-Med vertrok? “Ik wilde heel graag een eigen praktijk starten om te laten zien dat huisartsenzorg ook anders kan. Als ik de kans had gekregen, had ik de praktijk van Co-Med overgenomen. Helaas stond het bedrijf daar niet voor open. Daarom ben ik op 1 februari een nulpraktijk in Oirschot begonnen, samen met twee assistentes uit de voormalige Co-Med-praktijk. Ook zo’n 300 patiënten zijn meegegaan.”
Maanden later zijn hun dossiers nog steeds niet allemaal op orde. “De door Co-Med aangeleverde informatie klopte op veel punten niet”, aldus Kievit. “Sommigen patiënten bleken verhuisd of geëmigreerd te zijn. Er stond zelfs een dossier op actief van iemand die een jaar eerder was overleden.”
De belangrijkste les die zij van de Co-Med-periode heeft geleerd, is dat het onmogelijk is een praktijk te runnen met alleen waarnemers. “Zoals Marco Blanker zegt, gaat dat ten koste van de continuïteit en daarmee de kwaliteit. Je hebt praktijkhouders nodig die regie voeren en zich verantwoordelijk voelen voor de patiëntenpopulatie.
Zelf ben ik in België opgeleid. Daar is het veel vanzelfsprekender dat je als jonge arts praktijkhouder wordt. In de opleiding wordt ondernemerschap ook echt gestimuleerd. Ik denk dat het goed zou zijn als er in Nederland tijdens de studie meer aandacht wordt besteed aan de voordelen van praktijkhouderschap en de vaardigheden die je daarvoor nodig hebt.”
Hoe verder met patiënten?
Als zorgverzekeraars eind juni het contract met Co-Med opzeggen, staan er zo’n 45.500 patiënten ingeschreven bij praktijken van de keten. Een maand later, op 24 juli, is voor bijna een derde van hen een blijvende oplossing gevonden: 14.900 patiënten kunnen zich direct inschrijven of alvast aanmelden bij een andere, vaste huisartsenpraktijk.
Eveneens een derde (14.300 patiënten) kan tijdelijk met vragen terecht bij Arene. Deze online huisartsenpraktijk voerde tot 24 juli 4.600 consulten uit, gemiddeld 220 per dag. In zo’n 9 procent van de gevallen werd doorverwezen naar lokale huisartsen waar Arene mee samenwerkt. De overige 16.300 patiënten worden tijdelijk opgevangen door huisartsen in de regio.
Tijdlijn
- 2019: drie Limburgse ondernemers – Guy Schulpen, Caro van Uden en Guy Vroemen – richten samen Co-Med Zorg B.V. op.
- 2020: Co-Med start met het opkopen van praktijken, vooral van huisartsen die met pensioen willen en geen opvolger kunnen vinden. De keten levert artsen en assistenten en regelt de administratie. Al snel ontstaan er problemen. Roosters komen niet rond, telefoons worden niet of nauwelijks opgenomen.
- 2021: de IGJ ontvangt de eerste officiële klachten over slechte bereikbaarheid en patiëntveiligheid. Later lopen ook de betalingen vanuit Co-Med spaak, zowel aan zorgverleners als aan leveranciers.
- Zomer 2023: de IGJ eist maandelijkse inzage in de bezetting van Co-Med-praktijken. Co-Med spant
een kort geding aan en wint dat. De negatieve media-aandacht zorgt ervoor dat artsen minder graag voor Co-Med willen werken, waardoor het personeelstekort nog nijpender wordt, aldus de rechter. - Juni 2024: de IGJ grijpt opnieuw in. Weer stapt Co-Med naar de rechter, maar nu verliest het bedrijf. De keten moet per praktijk, voor elke dag dat de spoedzorg en de bereikbaarheid niet op orde zijn, een dwangsom betalen.
- 20 juni 2024 – CZ, VGZ, Menzis en Zilveren Kruis schorten hun overeenkomst met Co-Med op.
Vijf dagen later beëindigen de zorgverzekeraars de contracten definitief. Daarmee valt het doek
voor de ketenaanbieder, die op 5 juli failliet wordt verklaard. - 21 augustus 2024: zorgverzekeraars en de curatoren van Co-Med maken bekend dat voormalige Co-Med-praktijken worden overgedragen aan huisartsen in de regio, die samen met zorgverzekeraars een structurele oplossing hebben voorbereid.