‘Verpleegkundige rol in levenseinde’

Verpleegkundigen moeten in de toekomst net zo goed als artsen gesprekken kunnen voeren over de zorg rond het levenseinde. Deze opvatting wordt verkondigd in de nieuwe richtlijn reanimatie bij kwetsbare ouderen van V&VN, Verenso en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).

Verpleegkundig specialisten en artsen moeten tijdig met kwetsbare ouderen praten over de medische zorg die past bij hun levensdoelen en gezondheidssituatie. Daarbij wordt besproken of reanimatie mogelijk en wenselijk is. Bij een hartstilstand is de patiënt immers bewusteloos en moeten zorgverleners snel weten of de patiënt wel of niet gereanimeerd gaat worden.

V&VN, Verenso en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) hebben daarover een richtlijn en samenwerkingsafspraken ontwikkeld. De Multidisciplinaire Richtlijn Besluitvorming over Reanimatie bestaat uit drie delen: Samenvatting en aanbevelingen, de Integrale tekst en CBO-evidencerapport en evidencetabellen. Ook is informatie voor ouderen gemaakt.

De richtlijn maakt duidelijk dat kwetsbare ouderen – als zij verschillende aandoeningen tegelijk hebben – een kleine kans hebben op overleving. En als zij overleven, dan heeft ongeveer de helft ernstige blijvende schade. Door het bespreken van de medische zorg rond het levenseinde, kan deze zorg beter op de wensen van de patiënt worden afgestemd.

De richtlijn bepleit dat met kwetsbare oudere patiënten besproken wordt of reanimatie mogelijk en wenselijk is in hun (gezondheids-)situatie. Vaak hebben ouderen daarover al zelf nagedacht maar hebben zij dit, om allerlei redenen, nog niet besproken met hun arts. Als er nog geen gesprek heeft plaatsgevonden, wordt geprobeerd de patiënt bij een hartstilstand te reanimeren tenzij meteen duidelijk is dat dit geen kans meer biedt op overleving.

Delen