Zen en de kunst van het motoronderhoud

Johannes Wegdam (Utrecht, 1968) is gastro-intestinaal en oncologisch chirurg in het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond. Zijn favoriete pil: Zen en de kunst van het motoronderhoud van de Amerikaanse schrijver Robert M. Pirsig.

Tekst: Frank van Kolfschooten | Beeld: Merlin Daleman/DB

 

Zen en de kunst van het motoronderhoud heeft een snaar bij me geraakt”, zegt de Helmondse chirurg Johannes Wegdam. “Ik heb het onlangs voor het eerst gelezen, maar kan me goed voorstellen dat het veertig jaar geleden een bestseller was.”

AA11-2015p075bDe Amerikaanse schrijver Robert Pirsig vertelt in deze roman drie verhalen ineen:
een road story van een man die met zijn zoontje op de motor van Minnesota naar Californië rijdt; tot de lezer gerichte betogen, zogenaamde indiaanse ‘Chautauqua’s’, waarin hij de geschiedenis van de filosofie doorneemt; en een verhaal waarin zijn spook uit het verleden telkens opduikt, de persoonlijkheid die de hoofdpersoon was voordat hij met elektroshocks voor zijn depressie werd behandeld. “Op de filosofische delen moet je soms kauwen, maar in combinatie met de verhalende stukken is Zen en de kunst van het motoronderhoud zeer goed leesbaar.”

Een belangrijke rol in het boek speelt het begrip ‘Kwaliteit’. “Daarmee probeert Pirsig het rationele westerse denken te combineren met een oosterse levensbeschouwing”, zegt Wegdam. “Dat klinkt zweverig, maar is het niet. Dit boek heeft me nieuw inzicht
gegeven in waar het om draait in mijn werk als gastro-intestinaal en oncologisch chirurg.”

Wegdam doet veel borstkanker- en darmkankeroperaties, naast eenvoudiger chirur-gische ingrepen zoals liesbreuken. “Waar je in het begin van je carrière vooral bezig bent de operatietechniek in je vingers te krijgen, kom je door ervaring langzaam
boven de materie te staan en ontwikkelt zich het besef dat er meer is dan het reparatorisch handelen alleen. Je ziet steeds beter wat iets betékent, in plaats van wat iets ís. Bij een tachtigjarige patiënt met darmkanker bestaat er een primaire impuls om op korte termijn te opereren. Maar wat als die patiënt een dementerende vrouw thuis heeft zitten voor wie hij niet meer kan zorgen als ik hem zo snel mogelijk opereer? Je moet de tijd nemen om te inventariseren wat de patiënt verwacht. Dan pas zie je wat iets echt betekent.”

Een chirurg werkt hard, zegt Wegdam. “De druk op ons is elke dag weer hoog. Poli, opereren, afdeling, onderzoek, vergaderen; het houdt niet op. Maar ik ervaar het niet als lopendebandwerk. Door bezieling te leggen in je handelingen of je gesprekken krijgen deze meer waarde. Dat valt ook onder wat Pirsig ‘Kwaliteit’ noemt.”

Delen