Ziekenhuisleven

Hafid Bouazza (1970) is auteur. Hij debuteerde in 1996 met De voeten van Abdullah. In 2004 ontving hij De Gouden Uil voor zijn roman Paravion. Vorig jaar verscheen van zijn hand het veelgeprezen Meriswin.

 

Een lichthuivering uit het verleden op het meer van het heden: dit is niet enkel een herinnering, maar een situatie waarin het geheugen fysiek te werk gaat, een moment waarin de huidige tijd stil lijkt te staan om een verleden ervaring zich te laten herhalen. Geen déja vu, maar een déja expérimenté.

Dit klinkt misschien wat abstract, maar het zal duidelijk worden.

Vijf jaar geleden werd ik voor het eerst van mijn leven in het ziekenhuis opgenomen. De opname duurde drie weken, al had de arts mij van tevoren gewaarschuwd dat ik er ook langer dan een maand zou kunnen vertoeven. Een leven van enkel organen begon, ik weet niet hoe ik het anders moet stellen. Natuurlijk leven we bij de gratie van organen (het liefst zo gezond mogelijk), maar ik bedoel dat het leven er bestond uit de sappen en vloeistoffen van die organen. Het draaide plotseling om urine, ontlasting, gal en bloed dat zich gewoonlijk onzichtbaar vermeit in de zachte grotten en spelonken van darmen en innerlijke bloedvaten.

Onherroepelijk bracht dit ook geuren met zich mee

Onherroepelijk bracht dit ook geuren met zich mee. Keurig als we zijn opgevoed en met gêne voor het vitaal mechanisme van het wonderbaarlijke lichaam, is dit niet iets waar we gemakkelijk over praten – behalve in beschonken toestand en dan alsof het clichématige slapstick betreft, maar het lichaam is geen farce, zoveel leert men wel als het pathologisch begint af te takelen.

Hoe kun je nu niet anders tegen zulke zaken aan gaan kijken als je ochtend begint met een verpleegster die je ontlasting (lichtbruin op een troon van vettig geel, met een diadeem van helder bloed) aandachtig bestudeert en dat zonder haar neus dicht te stoppen. Hoe kun je niet anders tegen zulke ontlastende zaken aan gaan kijken als dezelfde verpleegster concludeert: ‘Niet slecht, maar het kan beter’?

Ja – je gaat anders tegen zulke zaken aankijken. Wanneer krijg je de kans een combinatie van je eigen bloed, stront en urine uit rottende ingewanden te ruiken?

Het zijn deze facetten die het ziekenhuisleven iets middeleeuws geven, ondanks alle futuristische technieken waaraan je bent onderworpen. Hoewel het me blijft verwonderen dat een wetenschap die tot gastro- en coloscopie, MRI-scans en externe operaties in staat is, blijkbaar nog steeds geen manier heeft uitgevonden om met plaatselijke verdoving aambeien te verwijderen!

Recentelijk werd ik weer opgenomen. Na de behandelingen bezocht ik het toilet, nog verbonden met het infuus. En toen ik het toilet uitstapte, gebeurde het; ik verheugde mij op het bezoek dat ik zou krijgen als ik weer naar mijn afdeling gebracht zou worden, en naar het avondeten en wat de avond elke dag zo trouw bracht als ik weer alleen was en de slaap slechts een pil verwijderd was.

Hoe kort of hoe lang dit duurde, doet er niet toe, want tijd doet er niet toe, als er een lichthuivering uit het verleden in het meer van het heden weerkaatst.

Zo’n sensatie ondervindt men niet bij nare herinneringen – dan heten ze namelijk trauma’s.

Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor.

 

 

Delen