Zorgbonus ten onrechte ingetrokken
De Rechtbank Noord-Nederland heeft in september geoordeeld dat de subsidie van € 21.000,- aan zorgbonussen die aan een abortuskliniek waren verstrekt, ten onrechte door de minister van VWS is ingetrokken.
De abortuskliniek had aanspraak gemaakt op de subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID19 (zorgbonus), maar de minister had de subsidie ingetrokken omdat de aanvraag van de kliniek niet langer aan de subsidievoorwaarden zou voldoen. De kliniek zou niet langer kunnen worden aangemerkt als zorgaanbieder zoals bedoeld in de subsidieregeling.
Twee opeenvolgende subsidieregelingen
Een belangrijke omstandigheid hierbij is dat er twee opeenvolgende subsidieregelingen zijn. In de tweede subsidieregeling was de definitie van zorgaanbieder met terugwerkende kracht gewijzigd. De rechtbank heeft nu geoordeeld dat de abortuskliniek wel voldeed aan de definitie van zorgaanbieder in de eerste regeling. De subsidieverlening was daarom destijds niet onjuist.
De rechtbank is van oordeel dat de abortuskliniek niet kan worden tegengeworpen dat de definitie van zorgaanbieder met terugwerkende kracht is gewijzigd. Dat zou in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel. De rechtbank beslist daarom zelf in de zaak en oordeelt dat de subsidieverlening in stand blijft.