Doorstart epd lijkt succes

De private doorstart van het elektronisch patiëntdossier is een half jaar oud. Inmiddels hebben huisartsen en apothekers bijna een miljoen dossiers aangemeld bij het LSP. De doelstellingen lijken ruim te worden gehaald dit jaar. Maar nog niet alle zorgverleners zijn enthousiast over de opzet.

Tekst: Linda de Graaf | Beeld Corbis

In 2011 is het landelijk elektronisch patiëntdossier (epd) in de Eerste Kamer gesneuveld. Eind 2012 is het epd aan een private doorstart begonnen. Verzekeraars, koepelorga-nisaties en de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) hebben tot 2016 afspraken gemaakt over de financiering van het landelijk schakelpunt in de zorg (LSP).

Een van de eisen van de overheid is de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt voor de uitwisseling van zijn gegevens, de ‘opt-in’. Een landelijk systeem is daarbij uit den boze. Alf Zwilling, hoofd communicatie bij VZVZ: “Bij de doorstart van het LSP was een regionale structuur een belangrijke voorwaarde. De benaming LSP is afgeleid van ‘landelijk schakelpunt’, maar het zal altijd gaan om regionale uitwisseling.” Op dit moment vindt in twintig regio’s communicatie plaats via het LSP. De regio’s Nijmegen en Twente zijn het actiefst.

Uitfaseren
Regionale uitwisseling van medische gegevens tussen (dienst)apotheken, huisartsenpraktijken en huisartsenposten is in veel gevallen al jarenlang geregeld via het Open Zorg Informatie Systeem (OZIS). Vanaf medio 2014 wordt OZIS uitgefaseerd en is het LSP de enige manier om medische gegevens te kunnen uitwisselen. Uiterlijk in maart 2014 wordt gekeken of de invoering van het LSP op schema ligt en inderdaad met OZIS kan worden gestopt.

Lees verder (pdf).

11-2013p036-037

Delen