Alfa Romeo

Webredactie | 29 mei 2018

Autosport en Alfa Romeo: twee begrippen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het museum van het Italiaanse merk, in een fraai gebouw niet ver van Milaan, is een aanrader voor wie meer wil weten over Alfa’s (sportieve) geschiedenis.

tekst: Bart van den Acker | Beeld Alfa Romeo

In 1910 wordt in Milaan de Anonima Lombarda Fabbrica Automobili (A.L.F.A.) opgericht. De eerste echte A.L.F.A. gaat al in datzelfde jaar in productie. Na de Eerste Wereldoorlog, waarin de aandacht verschuift naar vliegtuigmotoren, generatoren en ambulances, volgt in 1918 een fusie met grootindustrieel Nicola Romeo uit Napels, die weinig ziet in de productie van auto’s maar wel gelooft in vrachtwagens. De autotak van het bedrijf vormt tot en met de Tweede Wereldoorlog dan ook een ondergeschoven kindje. Toch worden er in deze jaren al wel enkele indrukwekkend mooie Alfa’s gebouwd: dure, exotische types, bestemd voor de rijken der aarde. Prins Bernhard is in 1938 een van de eerste Nederlandse klanten.

Na de oorlog realiseert de directie van Alfa Romeo zich dat ze een andere koers moet varen. Het merk gaat zich op een groter publiek richten, met bereikbare auto’s in serieproductie, met mooie vooruitstrevende techniek en sportieve prestaties. In 1950 is de 1900 de eerste in serie geproduceerde Alfa Romeo, gevolgd door de Giulietta, Giulia, Alfetta en talloze hiervan afgeleide versies. De Giulia die in 1962 verschijnt, wordt door kenners zelfs aangemerkt als de eerste, redelijk betaalbare ‘sportsedan’, een sportwagen met vier deuren.

Het imago van Alfa Romeo wordt door de jaren heen vooral gevormd door grote sportieve successen. In het Interbellum en in de decennia na de oorlog is het merk in diverse autosportdisciplines op het allerhoogste niveau actief, met een keur aan (wereld)kampioenschappen als resultaat. De allereerste wereldkampioen in de Formule 1 rijdt Alfa Romeo, net als zijn opvolger.

Klik op de afbeelding voor meer foto’s

Het zijn mijlpalen waar vaak heroïsche verhalen aan vastzitten. Zoals dat van Ugo Sivocci, een fabrieksrijder die steeds nét naast de grote prijzen grijpt. Uit puur bijgeloof laat hij in 1923 op zijn auto een wit vlak met een groen klavertje vier schilderen. Prompt wint hij de loodzware Targa Florio op Sicilië. Dat klavertje vier (quadrifoglio in het Italiaans) komt daarna op heel veel Alfa’s terug, in diverse kleuren en uitvoeringen. Tot de verbeelding sprekende competities als de Mille Miglia, de 24 uren van Le Mans, het Europees Toerwagenkampioenschap, het wereldkampioenschap voor Sportscars en de DTM (Deutsche Toerenwagen Meisterschaft) zijn ooit in de historie compleet beheerst door Alfa Romeo. Het is dan ook niet meer dan terecht dat het Italiaanse merk dit jaar zijn rentree maakt in de Formule 1. Het werd tijd.

Museum

Het voormalige fabrieksmuseum van Alfa Romeo is sinds een paar jaar ondergebracht in een compleet nieuw, fraai vormgegeven gebouw bij Arese (circa 15 kilometer ten noordwesten van Milaan). Liefhebbers kunnen hier een aantal unieke studiemodellen bewonderen en meer te weten komen over de (sportieve) geschiedenis van het merk, onder meer dankzij een 3D-film. De collectie wisselt regelmatig; een deel van het historische wagenpark wordt nog steeds bij evenementen ingezet. Al met al is het museum een aanrader, bijvoorbeeld als intermezzo op weg naar uw vakantiebestemming elders in Italië. Wie via Zwitserland naar Italië rijdt, komt er immers – tussen Como en Milaan – gewoon langs.

Delen