Arts mag geen doping toedienen
Artsen mogen niet meewerken aan het voorschrijven en toedienen van doping aan sporters. Dat meldt artsenorganisatie KNMG in reactie op het rapport van de Commissie Anti-Doping Aanpak dat vandaag is gepresenteerd. Wel zijn artsen verplicht om sporters die doping gebruiken te wijzen op de risico’s en hun goede zorg te bieden.
Uit het vandaag verschenen rapport van een commissie onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager over de aanpak van anti-doping, blijkt dat artsen soms een sleutelrol vervullen bij het voorschrijven en toedienen van doping. Artsenorganisatie KNMG betreurt dit. Algemeen directeur Lode Wigersma wijst erop dat dit in strijd is met de gedragsregels voor artsen. “Artsen moeten zich laten leiden door de bevordering van de gezondheid van de mens en de volksgezondheid. Het voorschrijven of toedienen van doping aan sporters is in strijd met deze regel.”
Lees verder bij knmg.artsennet.nl.
1 reactie
Op zijn zacht gezegd een wat slappe reactie van de KNMG. Het lijkt zo vanzelfsprekend dat artsen geen doping verstrekken, laat staan toedienen. De praktijk was (is?) anders. Als vertegenwoordiger van de farma-industrie sprak ik hem ooit persoonlijk; overdag huisarts en ’s avonds zat zijn wachtkamer vol met wielrenners waaronder een tourwinnaar, schaatsers, atleten en natuurlijk het sterrenteam van Ajax. Als Rolink anabolen spoot was dat geen doping, althans volgens de logica van Rolink zelf. Anabolen gespoten door artsen is onder alle omstandigheden verantwoord medisch handelen.
Nu komt de commissie Sorgdrager tot de aanbeveling dat artsen zich alleen mogen bemoeien met de gezondheid van de sporter en geen taak hebben bij het harder rijden, lopen, enzovoort.
De NOC preses André Bolhuis zegt geschrokken te zijn van het systematische gebruik van doping in het wielerpeloton. Bolhuis is doctor in de tandheelkunde en leest nooit kranten, kijkt of luistert ook niet naar het nieuws. Anders had hij kunnen weten dat alle topsport is aangedaan door het fenomeen doping. Dat gebruik is niet zelden aangejaagd, of in ieder geval geperfectioneerd, door het academische geschoolde gajes dat zich arts noemt.
Jammer voor hun confraters die wel serieus en oprecht de gezondheid van de sporter voorop stellen; hun imago is mede door het slijk gehaald.
Ik blijf het vreemd vinden dat in dit hele traject nergens wordt gewezen naar de Inspectie. Ook op dit terrein ziende blind en horende doof?
Voor de liefhebbers: lees het boek Amarcordsneeuw, een even dwarse als liefdevolle kijk op het wielerwereldje. Ondergetekende zat er midden tussen en tekende het op. Of ga naar de website Dopingzaak.nl. Daar worden namen genoemd en komen gewaardeerde amices plotseling in een ander daglicht te staan. Misschien kan de Inspectie daar ideeën op doen voor een indringend gesprek?
Joep Scholten
17 juni 2013 / 19:19