Bang voor de patiënt
Wilt u zelf een dilemma aan dit panel voorleggen? Mail dan naar redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. De redactie neemt dan contact met u op.
Een tandarts voelt zich bedreigd door een van zijn patiënten, die naar nu blijkt ook nog een psychiatrisch verleden heeft. De tandarts vraagt zich af wat hij moet doen nu de patiënt weer een afspraak heeft gemaakt.
De patiënt is een 52-jarige alleenstaande man die al jaren tot het patiëntenbestand van de tandarts behoort. Problemen waren er nooit, totdat hij sinds een halfjaar met enige regelmaat op de stoep staat wegens een terugkerende ontsteking. Al die keren was hij erg onrustig en behoorlijk agressief. De tandarts heeft om die reden de patiënt een aantal malen gebeld, maar kreeg nooit contact.
De laatste keer – een maand geleden – leek de patiënt in eerste instantie rustig. Maar dat veranderde halverwege de behandeling. Hij probeerde de tandarts zelfs van zich af te slaan. De voor de hand liggende methoden, zoals praten, aanbieden van extra pijnstilling en uitgebreide voorlichting, hielpen ook nu niet om hem rustig te krijgen. Zo goed en zo kwaad als het ging, gaf de tandarts de meest noodzakelijke zorg. Bij het vertrekken bedreigde de patiënt hem ook nog verbaal. “Ik weet waar je woont”, beet hij hem toe. Ook nu weer heeft de tandarts – toen de grootste schrik voorbij was – telefonisch contact gezocht met de patiënt. En weer tevergeefs.
Twee weken later meldde zich iemand bij de tandarts die vertelde de persoonlijk begeleider van de patiënt te zijn. De begeleider kwam vertellen dat de patiënt sinds kort weer onder psychiatrische behandeling is. De tandarts was verbaasd, want over een psychiatrisch verleden – en mogelijke medicatie – heeft de patiënt nooit met enig woord gerept.
En nu heeft de patiënt weer een afspraak gemaakt. De tandarts ziet er als een berg tegenop. Hij vindt dat de patiënt onder begeleiding moet komen, maar dat blijkt niet mogelijk. Hij vraagt zich af wat hij moet doen wanneer de patiënt weer doorslaat. Kan hij de politie bellen dat hij zich bedreigd voelt? En wat mag hij de politie dan wel en niet vertellen? Kan hij de patiënt weigeren en doorsturen naar een collega die gespecialiseerd is in patiënten met lastig gedrag? Buiten dat, wat zou hij de collega moeten vertellen?
Arko Oderwald
Medisch filosoof/ethicus
Er zijn maar weinig situaties waar- in een behandelaar eenzijdig de behandelrelatie mag verbreken. Agressie van patiënten is zo’n situatie. In principe mag de tandarts om die reden de afspraak afzeggen en de behandelrelatie verbreken. Hoewel dit in algemene zin in deze casus duidelijk is, spelen er hier wel bijzondere omstandigheden mee.
Ten eerste is niet duidelijk
in hoeverre het gedrag van de patiënt voortkomt uit een psychiatrische stoornis. Uit de beschrijving van de casus komt een sterke suggestie naar voren dat dit het geval is. Het is denkbaar dat het agressieve gedrag van tijdelijke aard is, omdat er eerder nooit problemen waren.
Ten tweede kan niet uit de casus worden opgemaakt hoe urgent de tandheelkundige behandeling van de patiënt is. Is die behandeling urgent, dan is de zorgplicht groter dan wanneer de behandeling ook op een ander moment kan worden gedaan.
Het verstandigst lijkt het in dit geval om de afspraak af te zeggen en met de patiënt en zijn begeleider samen een afspraak te maken om te overleggen hoe verder te gaan, gezien het agressieve gedrag van de patiënt. Er zijn dan twee opties: of alleen
behandelen in aanwezigheid van de begeleider, of een verwijzing naar een gespecialiseerde collega, in ieder geval zolang als het gedrag blijft bestaan. Die collega moet natuurlijk wel de reden van de verwijzing kennen. Als de
patiënt dat niet wil, is een verwijzing geen optie.
Als het niet mogelijk is om de afspraak af te zeggen, bijvoorbeeld omdat de patiënt niet kan worden bereikt of omdat de behandeling niet kan wachten, lijkt het verstandig ervoor te zorgen dat er nog iemand anders aanwezig is voor assistentie en steun. Als de patiënt weer bedreigend agressief is, lijkt me dat het onvermijdelijk is dat hulp van de politie wordt ingeroepen. De hulpverlener heeft, ongeacht de reden van de agressie, recht om beschermd te worden tegen agressie. Als
de politie niet zou weten dat de patiënt onder psychiatrische behandeling is, is dat waarschijnlijk niet in het voordeel van de patiënt. Er zou dus wel iets verteld moeten worden. Wellicht kan worden volstaan met het geven van de naam en het telefoonnummer van zijn begeleider.
Annemarie Smilde
Jurist gezondheidsrecht
De zorgplicht aan agressieve patiënten is niet onbegrensd,
zo blijkt uit het Actieplan Veilig Werken in de Zorg, dat de minis-ter in maart aan de Tweede Kamer presenteerde. Dat geldt ook voor de zorgplicht van de tandarts in de onderhavige casus.
De tandarts zal een zorgvuldige afweging moeten maken tussen enerzijds de zorgverlening aan de patiënt en anderzijds zijn eigen veiligheid en die van zijn personeel. Van een tandarts wordt bij agressief gedrag een professionele opstelling verwacht: hij moet er alles aan doen om escalatie te voorkomen. Dit volgt uit de richtlijnen van de tandartsenorganisatie NMT bij het beëindigen van een behandelingsovereenkomst. Zelfs als agressief gedrag de beëindiging van de behandelrelatie rechtvaardigt, moet de tandarts in beginsel noodzakelijke tandheelkundige hulp blijven verlenen aan de
patiënt zolang er nog geen andere tandarts is. Houdt het gedrag verband met het ziektebeeld van een patiënt, dan worden nog hogere eisen gesteld aan de professionaliteit van de tandarts. Anders dan de richtlijnen van artsenorganisatie KNMG bepalen genoemde richtlijnen van de NMT dit niet expliciet.
De tandarts mag de behandeling in het onderhavige geval niet zomaar weigeren vanwege het agressieve gedrag van patiënt, zeker niet nu dit hoogstwaarschijnlijk samenhangt met een psychiatrisch ziektebeeld. Van hem mag worden verwacht dat hij het gesprek met patiënt en/of diens persoonlijk begeleider aangaat om te onderzoeken of het risico op agressief gedrag kan worden beperkt (bijvoorbeeld door medicatiegebruik). Dan wel, als dit niet mogelijk is, dat hij de voorwaarden bespreekt waaronder behandeling mogelijk is zonder gevaar voor hem en zijn personeel, bijvoorbeeld de aanwezigheid van de begeleider. Als geen ‘veilige behandeling’ mogelijk blijkt te zijn, dan kan hij niet anders dan de zorg aan patiënt weigeren. Bij een verwijzing naar een collega die gespecialiseerd is in de behandeling van agressieve/psychiatrische patiënten, heeft hij voor het doorgeven van gevoelige informatie, zoals het agressieve gedrag en zeker het psychiatrische ziektebeeld, toestemming van patiënt nodig.
In een spoedsituatie, die hier niet aan de orde is, moet een tandarts direct beslissen of hij de patiënt al dan niet onder begeleiding behandelt of hem verwijst naar de spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Hij mag zo nodig hulp van de politie inroepen, maar moet zich hierbij beperken tot het verstrekken van de hoogst noodzakelijke informatie.
Kortom: een lastige afweging. Het zou de tandarts helpen als zijn beroepsorganisatie richtlijnen opstelt om in een situatie als de onderhavige een adequate afweging te maken.