De ziener van Oostende

kunst / James Ensor-jaar in België

Hij geldt tegenwoordig als pionier die de schilderkunst ‘openbrak’, maar zijn talent werd vooral in het begin niet op waarde geschat. Komend jaar herdenken onze zuiderburen de 75e sterfdag van James Ensor, een kunstenaar die worstelde met miskenning en angst voor ziekte en dood.

Rond zijn 25e levensjaar kreeg James Ensor (1860 – 1949) last van darmklachten. Dat was het begin van een leven vol hypochondrie. In brieven klaagde hij continu over een verkoudheidje of een vermeende lintworm alsof het einde der tijden nabij was. Maar soms was hij er daadwerkelijk slecht aan toe en leed hij aan hevige hallucinaties. Ensors criticasters – en die had de kunstenaar in zijn jonge jaren in overvloed – grepen die episodes graag aan om zijn uitzinnige schilderijen vol monsters, duivels en regelrechte freaks af te doen als producten van een verward brein.

Rehabilitatie volgde later in zijn leven en tegenwoordig wordt Ensor zelfs geprezen als de grootste Belgische kunstenaar van de twintigste eeuw. Hij wordt niet meer gezien als geestes­zieke maar als ziener, de schilder en tekenaar die de toekomst van de kunstgeschiedenis zag. Met zijn felle kleurgebruik en soms woeste uithalen baande Ensor de weg voor het expressionisme. Door zijn combinatie van hoge en lage cultuur, banale en verheven onderwerpen, wordt hij zelfs gezien als voorloper van het postmodernisme dat zich pas lang na zijn overlijden als stroming manifesteerde. Reden voor onze zuiderburen om zijn 75e sterfdag te eren met grote tentoonstellingen met werk van James Ensor en door hem geïnspireerde geestverwanten.

De intrige, 1890, olieverf op doek, 89,5 x 149 cm. KMSKA. Image courtesy of Lukas – Art in Flanders vzw

Naar Brussel

Ensor genoot van de erkenning op latere leeftijd, maar is toch gevormd door de initiële tegenstand. Die ervoer hij al op de kunstacademie in Brussel, de enige periode in zijn leven dat hij niet in Oostende woonde. Hij was verlegen en stotterde een beetje, voelde zich onbegrepen door zijn docenten en lag voortdurend met hen overhoop. Na zijn opleiding probeerde hij een carrière op te bouwen als avant-gardist, maar hij werd aan de lopende band afgewezen voor exposities. Op een gegeven moment overwoog hij zelfs volledig te stoppen. Het was puur omdat hij geen koper kon vinden voor zijn af te stoten werk dat hij toch maar doorging.

In die armlastige periode werd Ensor ondersteund door zijn moeder, die samen met haar zuster een aantal souvenirwinkels uitbaatte in Oostende. Toen Ensor een kind was, vertrok zijn Britse vader naar Amerika om daar fortuin te maken maar keerde berooid terug naar Europa. In Oostende raakte hij aan de drank en belandde vroegtijdig in het graf. Maar niet voordat zijn zoon hem op zijn sterfbed had vereeuwigd. Uit de prent van een bebaarde kop met edele trekken spreekt bewondering, die de kunstenaar zelf in een brief beschreef als ‘een soort angstig respect’.

Mijn dode vader, conté, potlood en zwart krijt op papier, 170 x 225 mm. Collectie KMSKA

Zijn stadsgenoten waren minder gevoelig voor de kwaliteiten van Ensor senior. Ze maakten openlijk grappen over de erudiete ingenieur die onder de knoet van zijn analfabete vrouw in de goot was beland. Ensor betaalde terug met gelijke munt. Zijn biograaf Eric Min noemt de kunstenaar ‘een getalenteerd ruziezoeker die lange scheldbrieven schreef’. Maar ook in zijn beeldende werk nam hij wraak op de zelfgenoegzame burgerij die zijn vader en hem had uitgekotst.

Dokter met tovenaarshoed

Dat wraak nemen is vooral zichtbaar in Ensors beroemdste schilderij, De intrede van Christus in Brussel in 1889, dat tegenwoordig in het Getty Museum in Los Angeles hangt en waarvan een kopie te zien is in het Ensorhuis. Het doek, dat 1888 is gedateerd, toont een variant op het Bijbelverhaal van Christus’ intocht in Jeruza­lem, maar dan geschilderd in de nabije toekomst als een groteske carnavalsstoet. Het is uitzonderlijk groot: 2,53 meter hoog en 4,31 meter breed. Het paste niet eens in Ensors zolderatelier, waar hij het in half opgerolde staat vol schilderde met een geparodieerde dwarsdoorsnede van de bevolking. Er is een verwaande bisschop te zien, schepenen in clownspakken, kijvende viswijven en een dokter met tovenaarshoed die te kijk wordt gezet als kwakzalver.

De intrede van Christus in Brussel in 1889, 1888, olie op canvas, 252,6 x 431 cm. The J. Paul Getty Museum, Los Angeles

Te midden van deze chaotische verzameling borstkloppers en oplichters oogt Christus klein en kwetsbaar. En wie goed kijkt, ziet dat de figuur op de ezel trekken vertoont van Ensors eigen gezicht. De kunstenaar beeldde zichzelf vaker af in de rol van de Heiland, zoals in het schilderij Man van smarten (1891), waarin het bloed, veroorzaakt door de doornenkroon, over zijn gezicht druipt. Ensor leed, zoveel is duidelijk, maar hij voelde zich ook moreel verheven boven de zogenaamd gegoede klasse.

Typisch Ensor aan De Intrede van Christus in Brussel in 1889 is het gebruik van maskers. Ze zijn ontleend aan de carnavalsartikelen die zijn moeder verkocht in haar winkels. Ze keren zo vaak terug dat het Ensor de bijnaam peintre des masques opleverde. Hij gebruikt de groteske tronies om mensen voor paal te zetten. De maskers verhullen niets maar onthullen juist de botte rancune en provinciale kleinzieligheid waar hij dagelijks mee te maken had.

Maar Ensor is veel meer dan een schilder van carnavaleske hyperbolen. In talloze werken legde hij de duinen rond Oostende vast, vooral als het kustlicht, dat hij liefkozend ‘mijn dochter’ noemde, er overheen rimpelde. Hij deed dat met zoveel oog voor natuurschoon dat biograaf Min hem ‘een prille milieuactivist’ noemt. Dat anachronistische predicaat wordt bevestigd door een laat werk als Les infâmes vivisecteurs (1930), waarmee hij zich verzette tegen proeven op levende dieren. In dit schilderij zijn degenen met de scalpels de ware beesten.

Rond 1900 kreeg Ensor eindelijk de erkenning waar hij altijd al naar op zoek was. Ook internationaal werd zijn talent erkend. Groot­he­den uit die tijd, zoals Albert Einstein, Stefan Zweig en Joseph Roth, kwamen hem bezoeken in Oostende, dat toen gold als mondaine badplaats. Maar het kwam niet altijd tot zinnige gesprekken met de excentrieke kunstenaar, die zijn bezoek vooral probeerde te overtuigen van zijn (nieuwe) liefde op latere leeftijd: namelijk het componeren van polka’s en walsen.

Uit die tijd bestaan talloze foto’s waarop Ensor met witte baard boven een grote, zwarte wappercape door het straatbeeld stapt. De kunstenaar die zichzelf veelvuldig afbeeldde als hoofdpersoon of figurant in zijn eigen werk maar de details van zijn persoonlijke leven verborgen hield, wist hoe je een imago cultiveert en mythes aanwakkert.

Portret van de kunstenaar met hoed en wandelstok, België, jaartal en fotograaf onbekend. Nationaal Archief/ Collectie Spaarnestad

Ensors zelfpromotie had ook effect. Toen De intrede van Christus in Brussel in 1889 voor het eerst tentoongesteld werd, 29 jaar na de voltooiing, verhief de koning hem in de adelstand. Een jaar later kreeg baron Ensor zelfs een standbeeld, dat hij – ijdel als hij was – iedere dag ging groeten. Zijn moeder, bij wie hij tot op hoge leeftijd had ingewoond, was toen allang overleden. Net als bij zijn vader had hij haar laatste aardse momenten zorgvuldig vastgelegd, in maar liefst vier tekeningen en twee schilderijen. Ensor moet er een voorafspiegeling van zijn eigen dood in hebben gezien, zoals ook zijn eindeloze reeks skeletten fungeren als memento mori. Uiteindelijk bleek die levenslange doodsangst voorbarig. Volgens biograaf Min leefde Ensor zelfs te lang en had hij er, omwille van zijn kunsthistorische nalatenschap, beter aan gedaan op zijn hoogtepunt te sterven. James Ensor werd 89 jaar oud.

Wat & waar te zien

Antwerpen en Oostende slaan komend jaar de handen ineen voor het Ensor-jaar. Van december 2023 tot augustus 2024 belicht Oostende de talrijke aspecten van James Ensor. Zo is hier van 16 december tot 14 april 2024 de tentoonstelling Rose, rose, rose à mes yeux. James Ensor en het stilleven in België 1830-1930 te zien in museum Mu.ZEE (muzee.be). Antwerpen neemt vanaf september 2024 het stokje over met vier tentoonstellingen, verspreid over de stad. Voor een overzicht van alle activiteiten in beide steden: ensor2024.be.

Ledenvoordeel

Meer lezen over James Ensor?
Singer Laren biedt een uitgebreide geïllustreerde biografie over de Belgische kunstenaar. Als VvAA-lid betaalt u bij bestelling van dit boek geen verzendkosten (t.w.v. 6 euro).
Meer info: vvaa.nl/ledenvoordeel


Arrangement Belgische kust
Wilt u de Ensor-tentoonstelling in Mu.ZEE bezoeken? Nog tot eind maart 2024 kunt u een lezersarrangement boeken in Romantik Bed & Breakfast Zonnehuis in De Haan (ca. 20 minuten van Oostende). Let op: tussen 9 januari en 1 februari is aankomst alleen op vrijdag mogelijk.
Meer info: vvaa.nl/ledenvoordeel

Roses, 1892. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

Delen