Geluidsopnamen
Wilt u zelf een dilemma aan dit panel voorleggen? Mail dan naar redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. De redactie neemt dan contact met u op.
Een patiënt wil graag geluidsopnamen maken van de bezoeken aan de huisarts. De huisarts vreest dat de opnamen voor verkeerde doeleinden zullen worden gebruikt.
Een huisarts ziet op haar spreekuur een meisje van 11 jaar vanwege een scala aan klachten. Buikpijn, slecht slapen, slecht eten en spanningsklachten. Haar ouders zijn gescheiden en hebben samen het ouderlijk gezag. Het meisje woont bij moeder en ziet vader om het weekend. De arts is ervan op de hoogte dat er gerechtelijke procedures lopen over de omgangsregeling en de alimentatie. Volgens moeder verergeren de klachten van het meisje als zij een weekend bij vader heeft doorgebracht. De moeder, zelf ook als patiënt in deze praktijk ingeschreven, begeleidt het meisje bij haar bezoek aan de huisarts. De vader is geen patiënt in deze praktijk.
Bij een van de consulten zegt moeder dat zij graag een geluidsopname wil maken van de consulten met haar dochter. Als reden geeft zij op dat zij niet alles wat de arts zegt, kan onthouden en dat vader steeds precies wil weten wat er besproken is.
De huisarts twijfelt. Ze kan zich voorstellen dat een patiënt of ouder niet alles kan onthouden. Maar ze is in dit geval bang dat de geluidsopnamen gebruikt worden voor andere doeleinden, zoals de procedures tussen de ouders. Wat mag of moet de huisarts doen?
Ethicus
Lieke van der Scheer
Wat besproken wordt in de spreekkamer, blijft in principe tussen patiënt en arts. Nu de moeder het consult wil opnemen, kan alles wat wordt gezegd ook elders, in een andere situatie, een rol gaan spelen. Deze arts vreest dat het gesprek over de klachten van de dochter gebruikt kan worden voor andere (niet-medische) doeleinden, bijvoorbeeld in de rechtbank. Is dat een probleem?
In zo’n geval is het belangrijk dat de arts zich beperkt tot zijn beroepsrol en de (medische) feiten en geen uitspraken doet over zaken die hij niet kan beoordelen. Dan hoeft het nooit een probleem te zijn dat zijn of haar woorden elders worden beluisterd, net zoals die ook vroeger (vóór het digitale tijdperk) geciteerd of doorverteld mochten worden.
Toch verandert er door de aanwezigheid van opnamemiddelen in de spreekkamer iets aan de communicatie tussen arts en patiënt, lijkt me. Een effect van de opnamedrift van de moeder kan bijvoorbeeld zijn dat de dochter minder vrijmoedig durft te spreken. De (verborgen?) agenda van de moeder beïnvloedt dan het gesprek over de medische klachten. Weliswaar kan dat ook zonder opname het geval zijn, maar dat effect kan erdoor worden versterkt.
We zien hier een vaker voorkomend effect van nieuwe technologie. De mobiele telefoon heeft de sociale relaties tussen mensen ingrijpend veranderd. Zo is een opname van een consult (misschien zelfs de plaatsing op Facebook?) niet alleen een registratie ervan, maar ook een verandering.
Hoe een mogelijk negatief effect op het consult te voorkomen? Het meest kansrijk lijkt me dat de arts het gewoon bespreekt met de patiënten. Bijvoorbeeld: ‘Als u het opneemt, voelt uw dochter zich wellicht minder vrij om over haar klachten te spreken en kan ik haar dus ook minder goed helpen. Maar als u toch graag iets wilt opnemen, dan kunnen we afsluiten met een korte samenvatting van wat is besproken plus de conclusie. Zou u er genoegen mee nemen als we dat zo doen?’
Jurist
Annemarie Smilde
Patiënten mogen een geluidsopname van een consult maken, ook zonder toestemming van de arts. Voor openbaarmaking van opnamen hebben zij wel toestemming van de arts nodig. In geval van juridische procedures beslist de rechter over de toelating hiervan.
Een opname helpt een patiënt de informatie te verwerken en te begrijpen, maar kan artsen onzeker maken en daardoor effect hebben op de communicatie en vertrouwensrelatie. In de ‘Handreiking Opnemen van gesprekken door patiënten’ geeft de KNMG adviezen aan artsen over het bespreken van de informatiebehoefte van de patiënt en over het maken van afspraken over een (beperkte) geluidsopname of alternatieve vormen van informatievoorziening.
De positie van ouders (met gezag) is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Kinderen van 12 jaar en ouder stemmen met de aanwezigheid van ouders bij een consult impliciet in met een geluidsopname door de ouder en openbaarmaking van de opname. Ouders van jongere kinderen mogen zonder toestemming van hun kind een gesprek bijwonen, dit gesprek opnemen en de opnamen openbaar maken. Wel moeten zij zich hierbij gedragen als een ‘goed vertegenwoordiger’ volgens genoemde Handreiking. De arts mag op zijn beurt de vertegenwoordiger in de uitoefening van zijn recht beperken op grond van goed hulpverlenerschap oftewel als naar zijn oordeel de vertegenwoordiger evident niet in het belang van het kind handelt.
De vraag is hier wat het echte belang van moeder bij een geluidsopname is. Gaat het haar inderdaad alleen om gedetailleerde informatie voor haarzelf en vader? Of wil zij de opname gebruiken in een procedure over de omgangsregeling? Antwoorden op deze vragen zijn relevant voor de inschatting van de arts of een opname in strijd is met het belang van het kind. In dit kader zal de arts ook bij het meisje moeten navragen wat voor effect een opname op haar zal hebben. Zal zij zich nog vrij voelen om alles te zeggen, bijvoorbeeld als het gaat over haar vader?
Rekening houdend met alle belangen zal de arts moeten proberen met moeder (en bij voorkeur ook met vader) afspraken te maken over een oplossing die voor hun kind het minst belastend is. Bijvoorbeeld een schriftelijk verslag van het gesprek of alleen een opname van een samenvatting van het gesprek.
Wat nu als moeder alleen een volledige geluidsopname wil en de arts dit schadelijk acht voor het kind? Hij mag dan op grond van goed hulpverlenerschap grenzen stellen, door bijvoorbeeld slechts een opname van een deel van het gesprek toe te staan. Wanneer dit voor moeder onaanvaardbaar is, lijkt een gesprek over de beëindiging van de behandelrelatie onvermijdelijk. Uiteraard met inachtneming van de KNMG-richtlijnen voor het beëindigen van een behandelrelatie.