Heilzaam Davos

011754-01Het Zwitserse Davos werd in de negentiende eeuw een beroemd kuuroord voor tbc-patiënten, mede dankzij de Nederlandse ondernemer Willem Jan Holsboer. Journalist Frank van Kolfschooten dook voor Arts en Auto in de medische geschiedenis van het Zwitserse bergoord.

Tekst: Frank van Kolschooten

Halverwege de negentiende eeuw was Davos nog een onbetekenend dorp in de Zwitserse Alpen. Geen arts peinsde erover zich in deze regio te vestigen. Alexander Spengler, een Duitse arts, kwam er in 1853 terecht omdat hij vanwege zijn politieke opvattingen zijn geboorteland moest verlaten. Het viel hem op dat Davos-bewoners die tuberculose hadden opgelopen nadat ze in de stad waren gaan werken, na terugkeer in het hooggebergte snel weer opknapten. Spengler vermoedde dat dit kwam door het klimaat en de zuivere lucht op grote hoogte, en begon te experimenteren met tbc-behandelingen. In de winter van 1865 kwamen de eerste twee patiënten naar Davos, die een paar maanden later alweer aan het werk konden. Het vormde het begin van een steeds grotere stroom tbc-patiënten die verlichting kwamen zoeken van deze volksziekte, waaraan in die tijd wereldwijd jaarlijks zeven miljoen mensen overleden.

Ook de Nederlandse ondernemer Willem Jan Holsboer kwam in 1867 naar Davos met zijn aan tbc lijdende jonge vrouw. Toen zijn vrouw een jaar later alsnog overleed, bleef Holsboer hangen in Davos. Hij hertrouwde en bouwde met Alexander Spengler het eerste sanatorium voor tbc-patiënten: een Kurhaus met vijftig bedden (tegenwoordig Hotel Europe).

Davos was destijds alleen bereikbaar per postkoets; deze deed er vanaf het dichtstbijzijnde stadje Landquart zeven uur over. Holsboer zocht daarom in 1886 financiers voor de aanleg van een smalspoorweg. Vier jaar later was Davos aangesloten op het internationale spoorwegnet. Dankzij de spoorlijn nam het aantal bezoekers sterk toe, van 7000 in 1889 naar 16.000 in 1900. Er kwamen steeds meer privésanatoria, kuurhotels en pensions; eerst vooral bevolkt door Duitsers, daarna volgden Engelsen en Nederlanders, en gaandeweg ook steeds meer Fransen, Russen, Italianen en Grieken.

Door alle sanatoria werd Davos een stad met een mondaine uitstraling

Davos werd zo een stad met een mondaine uitstraling. Ook Katja, de vrouw van de beroemde Duitse schrijver Thomas Mann, kwam er in 1912 naartoe voor een tbc-behandeling. Een bezoek aan haar inspireerde Mann tot het schrijven van zijn monumentale roman De Toverberg (1924).

Ook voor ‘minvermogenden’

Konden alleen rijke mensen zich aanvankelijk een langdurig verblijf in Davos permitteren, geleidelijk kwamen er ook volkssanatoria voor ‘minvermogende longlijders’. Eén daarvan was het in 1897 geopende Nederlands Sanatorium Davos. Dit sanatorium breidde steeds verder uit via nieuwbouw en aankoop van panden, en telde uiteindelijk 330 bedden.

Grotendeels overbodig

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er geneesmiddelen voor tbc, die ligkuren in het hooggebergte grotendeels overbodig maakten. De capaciteit van het Nederlands Sanatorium werd in 1950 teruggeschroefd naar 200 bedden. Het sanatorium ging zich als alternatief richten op de behandeling van astma, waarmee de Leidse hoogleraar Storm van Leeuwen al in de jaren twintig in Zwitserland had geëxperimenteerd. Hij schreef de door hem waargenomen verbetering van symptomen toe aan de aanwezigheid van ‘klimaat-allergenen’. Pas in de jaren zeventig zouden andere Nederlandse onderzoekers, onder wie de allergoloog Voorhorst en de bioloog Spieksma, ontdekken dat astmapatiënten worden getriggerd door allergenen die door de huisstofmijt worden geproduceerd en dat die veel minder aanwezig zijn in huizen in de bergen dan in huizen op zeeniveau.

Opening van de astmakliniek in 1957 door prof. dr. P Muntendam. Vanaf dat moment heette het sanatorium het Nederlands Astmacentrum Davos.

Opening van de astmakliniek in 1957 door prof. dr. P Muntendam. Vanaf dat moment heette het sanatorium het Nederlands Astmacentrum Davos.

In 1957 veranderde het sanatorium zijn naam in het Nederlands Astmacentrum Davos (NAD). Ook voor astma kwamen er steeds betere medicijnen, maar er bleef een groep patiënten bestaan die onvoldoende herstelde met behulp van deze orale en inhalatiesteroïden. Voor hen bleef een (periodieke) hooggebergtebehandeling een belangrijke mogelijkheid om hun astma onder controle te krijgen en steroïdengebruik te verminderen.

Geldproblemen zijn er altijd geweest in de geschiedenis van het NAD en zijn voorganger. Steeds weer sprongen betrokken artsen en (oud-)patiënten in de bres. Afgelopen jaar dreigde het NAD dan toch het loodje te leggen, nadat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de maximale vergoeding terugschroefde en verzekeraars steeds meer dwarslagen bij het afgeven van een machtiging voor een behandeling van twaalf weken.

Zoon van longarts

De redding kwam deze keer uit onverwachte hoek, van de in Davos geboren zorgondernemer Tim Roldaan, wiens vader als longarts in het NAD werkte. “Ik heb de verhalen over longpatiënten met de paplepel ingegoten gekregen aan de eettafel. De ondergang van het NAD ging mij aan het hart, want ik geloof in de meerwaarde van hooggebergtebehandeling. Het gaat om patiënten die veelal hoge doses prednison gebruiken, met botontkalking en diabetes als gevolg en die vaak emotionele problemen hebben vanwege hun aandoening. Deze patiënten verlaten Davos met minder medicatie en kunnen vaak weer participeren in de maatschappij. ”

Roldaan reorganiseerde het NAD het afgelopen half jaar en keek naar mogelijkheden om de kosten omlaag te krijgen en behandelingen korter dan twaalf weken aan te bieden. Daarnaast zocht hij aansluiting bij de twee andere astmaklinieken die nog bestaan in Davos, een Duitse en een Zwitserse. “Daar begrijpt men niet dat er in Nederland zo veel discussie is over hooggebergtebehandeling. Het is toch duídelijk dat het werkt, zeggen ze.”

Hooggebergtebehandeling

Longarts Lous Rijssenbeek-Nouwens vertrok in 2000 naar het Nederlands Astmacentrum in Davos om enkele weken waar te nemen voor een collega. “Het viel mij op dat patiënten in Davos beter opknapten dan gelijksoortige patiënten in Astmacentrum Heideheuvel in Hilversum, waar ik toen werkte. Zware medicatie kon in Davos veel sneller worden afgebouwd. Dat intrigeerde mij zo dat ik wilde begrijpen hoe dat mogelijk was.”

‘Zware medicatie kon in Davos veel sneller worden afgebouwd’

Na een aanbod om vast in Davos te komen werken, zette Rijssenbeek in 2001 de stap om met man en kinderen naar Zwitserland te emigreren. “Daar ben ik mijn werk gaan combineren met wetenschappelijk onderzoek, waar ik vorig jaar op ben gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam. Mijn studies laten onder meer zien dat patiënten met niet-allergisch astma in Davos net zo goed opknappen als patiënten met allergisch astma. Die eersten zijn erg gevoelig voor luchtverontreiniging. En die is er niet in Davos.”

Hooggebergtebehandeling is opgenomen in de richtlijn van de Nederlandse longartsenvereniging en in de Zorgstandaarden Astma voor volwassenen en kinderen/jongeren. Astma-experts in Nederland willen de behandeling graag in het therapeutisch arsenaal houden, maar de Nederlandse Zorgautoriteit eiste een wetenschappelijk onderzoek naar de meerwaarde ervan. Die studie, waarin een vergelijking wordt getrokken tussen een behandeling op zeeniveau in Heideheuvel en in de bergen van Davos, loopt nu. De eerste resultaten worden medio 2017 verwacht.

Delen