Horkerige arts
Wilt u zelf een dilemma aan dit panel voorleggen? Mail dan naar redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. De redactie neemt dan contact met u op.
Een patiënt dient een klacht in wegens het gedrag van een arts. Een verpleegkundige biedt aan als getuige te willen optreden. Ook heeft de verpleegkundige zich beschikbaar gesteld voor een andere afdeling. Had zij misschien eerder moeten ingrijpen?
Een verpleegkundige werkt op de afdeling orthopedie in een groot algemeen ziekenhuis. Ze heeft het er naar haar zin, want ze heeft fijne collega’s. Maar er is een dissonant. Van een van de orthopeden, een briljant operateur overigens, laat het gedrag ernstig te wensen over. Er zijn op de afdeling geregeld incidenten omtrent zijn horkerige gedrag. Ook patiënten mopperen over de wijze waarop hij hen bejegent. De verpleegkundige signaleert geregeld onprofessioneel gedrag, maar zij ziet telkens net onvoldoende grond om dit officieel te melden.
Dan is er weer een incident met betrekking tot zijn houding. Ditmaal betreft het een patiënt die een enkeloperatie heeft ondergaan na een verkeersongeluk. De vrouw klaagt over hevige pijnen die zij ondraaglijk vindt worden. Als de orthopeed en de verpleegkundige tijdens de ronde bij haar komen, kijkt de orthopeed de patiënt niet aan en groet hij haar niet. Hij tilt het laken op, bekijkt de enkel, legt het laken terug en wil alweer weglopen. De vrouw zegt tegen de orthopeed dat de pijnen ‘niet te harden’ zijn, maar hij keurt de vrouw geen blik waardig en zegt tegen de verpleging dat het vanzelf wel minder wordt.
“Onder dit laken ligt een mens”, zegt de patiënt tegen de arts. De dokter zegt slechts “Ja?” en loopt alsnog de zaal af op weg naar de volgende zaal. De verpleegkundige vindt dit een nare situatie en benadrukt dat de patiënt van haar pijn af wil. “Heb jij er verstand van?” zegt de orthopeed, maar schrijft wel een goed werkend middel voor.
De patiënt dient na haar ontslag een klacht in tegen de orthopeed, met de verpleegkundige als getuige. De verpleegkundige heeft inmiddels besloten dat ze niets meer met de orthopeed te maken wil hebben en stelt zich beschikbaar voor een andere afdeling binnen het ziekenhuis.
Had de verpleegkundige het misschien anders moeten aanpakken en eerder moeten ingrijpen?
Arko Oderwald
Medisch filosoof/ethicus
De horkerige dokter treedt regelmatig op in egodocumenten en romans die zich in de gezondheidszorg afspelen. Zo lezen wij in Het lot valt altijd op Jona van Mark Boog, uit 2011: ‘Een lange rij artsen. De een was vriendelijk en geduldig, gaf uitleg aan patiënt en ouders, een ander, hooghartig, sprak slechts tegen zijn assistent en negeerde Daan en Sandra, weer andere specialisten waren haastig en ongeïnteresseerd, of juist nieuwsgierig en gefascineerd.’
Vanuit mijn betrokkenheid met het medisch onderwijs weet ik dat de opleidingen er alles aan gelegen is om te voorkomen dat horken een artsdiploma behalen. In de opleiding van het VUmc kan dat ook omdat er (sinds 2005) drie jaar lang in kleine groepen van twaalf studenten wordt gewerkt, die elk semester door een vaste tutor worden begeleid. Professioneel gedrag kan daarom worden beoordeeld. Ook daarna worden studenten op horkerig gedrag aangesproken. Ten slotte is het nu ook mogelijk om studenten uitsluitend op dit soort aspecten van de beroepsuitoefening uit te sluiten van de opleiding, iets wat tot voor kort juridisch erg moeilijk, zo niet onmogelijk was.
Als zo’n verandering in de opleiding plaatsvindt, duurt het nog tientallen jaren voordat het aantal horkerige artsen zal afnemen. Situaties zoals in de casus beschreven blijven dus mogelijk, ook al nemen ze hopelijk in aantal af. Aan de situatie zelf valt op dat er altijd sprake is van minimaal één afhankelijkheid. Of het gaat om een patiënt die afhankelijk is van de arts, of het gaat om een hiërarchische afhankelijkheid: die van de verpleegkundige, aios of co-assistent. Beide afhankelijkheden zijn niet bevorderlijk voor het bestrijden van horkerig gedrag van een arts. De patiënt vreest voor de kwaliteit van de behandeling als zij er iets van zegt, de afhankelijke zorgprofessional vreest voor haar carrière.
Wie alleen staat in zo’n geval, zwijgt meestal, hoewel niet altijd, zoals de moeder van Jonas in het boek van Mark Boog. Maar als er meerdere klagers zijn, kunnen de kansen keren. In dit geval komen de ervaringen van patiënt en verpleegkundige met deze orthopeed bij elkaar en wordt er een klacht ingediend. Een garantie dat daarmee het probleem wordt opgelost is er natuurlijk niet, maar het probleem staat nu wel op de agenda. Wellicht dat nu ook de collega’s van de verpleegkundige zich laten horen, zodat ze veilig op de afdeling kan blijven werken, maar ik weet dat zo’n proces in de praktijk erg moeizaam kan zijn en dat een andere werkplek uit lijfsbehoud soms verstandiger is. Het is een zure consequentie van een horkerige dokter en benadrukt eens te meer dat we er alles aan moeten doen om dit niet meer te laten gebeuren.
Annemarie Smilde
Jurist gezondheidsrecht
Horkerig gedrag van een arts is vervelend voor andere zorgverleners en kan leiden tot klachten van patiënten. Is een collega-zorgverlener verplicht om hierop actie te ondernemen, ook als er medisch-inhoudelijk niets op de arts aan te merken valt?
Niet-professioneel gedrag vergroot de kans op ruis in de communicatie en kan daarmee de zorgverlening in gevaar brengen. Terecht dat het gedrag en de communicatie van artsen in spe al vroeg in de opleiding wordt getoetst. En begrijpelijk dat tuchtcolleges artsen vanwege onprofessioneel gedrag tegen andere zorgverleners of patiënten een tik op de vingers geven, zelfs als schadelijke gevolgen voor de medische zorgverlening zijn uitgebleven.
Wat mag in dit geval van de verpleegkundige worden verwacht? Volgens de Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden moet de verpleegkundige de patiënt beschermen tegen onethische, incompetente, onveilige of anderszins tekortschietende zorgverlening van andere zorgverleners. Zij moet de betrokken zorgverlener hierop aanspreken en haar leidinggevende op de hoogte brengen als een gesprek met de zorgverlener niet mogelijk is of niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Volgens de beroepscode is de verpleegkundige bovendien medeverantwoordelijk voor een veilige zorgverlening. Dit brengt onder meer met zich mee dat zij incidenten binnen het ziekenhuis moet melden volgens de in het ziekenhuis geldende procedure.
Of dit voorval een melding als incident rechtvaardigt bij een Veilig Melden (VIM)-commissie c.q. MIP-commissie is de vraag. Anders gezegd: is hier sprake van een onbedoelde gebeurtenis met (mogelijke) schade voor de patiënt? Het ligt meer voor de hand dat de verpleegkundige het structureel problematische gedrag van de orthopeed met hem bespreekt, al dan niet door tussenkomst van haar leidinggevende. En als dit gesprek haar niet het vertrouwen geeft dat de orthopeed bereid is aan zijn gedrag te werken, een melding te doen bij de commissie kwaliteit van de medische staf of het stafbestuur. Deze commissie c.q. het stafbestuur beoordeelt dan of er voldoende grond is om te onderzoeken of er mogelijk sprake is van een structurele situatie van onverantwoorde zorg, waarin de patiënt wordt geschaad of het risico loopt te worden geschaad. En waarbij de betrokken medisch specialist niet (meer) in staat of bereid is zelf de problemen op te lossen.
De keuze van de verpleegkundige om niet meer met de horkerige orthopeed samen te werken is begrijpelijk. Maar zij neemt niet haar verantwoordelijkheid, als zij het hierbij laat.
1 reactie
Horkerige arts
Na lezing van de reacties van een medisch/filosoof/ethicus en jurist gezondheidsrecht bekruipt mij een zeldzaam treurig gevoel. Je zult maar patiënt zijn of verpleegkundige met het hart en verstand op de juiste plek! De kilheid van opsomming van rechten en plichten van verpleegkundigen of de droge les over wat ze aan de VUmc allemaal doen om geschetste situaties te voorkomen zou je bijna onder de noemer horkerig gedrag willen plaatsen.
Zij stellen bijvoorbeeld totaal geen vragen. Zoals: Waar zijn die collega Orthopeden? Zijn die op de hoogte en hebben ze hun collega daar al over aangesproken, het desnoods al gemeld aan de directie van het ziekenhuis? Knalt het regelmatig in de koffiekamer na weer zo’n staaltje patiëntenintimidatie?
Natuurlijk is een collegiale reactie geen garantie voor verbetering. De alsmaar aanslepende affaire Janssen-Steur bewijst dat maar weer eens.
Oderwald refereert aan de studiemodule Professionaliteit in Curius. Op verzoek van Prof. Ron Peters van het AMC schreef ik een commentaar op die module. (Aanhef: In jouw interview met de NRC wordt gesproken over hufters, Postma et al uit Nijmegen sieren in Medisch Contact hun artikel met de kop, Horken en Huilebalken. Ik ben wellicht wat prozaïscher als ik spreek over het academisch geschoolde zwerfvuil dat langs de medische instituten dwarrelt…)
Maar wat er al zit, kan nog lang blijven aanrommelen in medisch wonderland. Soms heb je een daadkrachtige verpleegkundige of patiënt die een steen in de vijver werpt.
Ik had een buurvrouw, een dame die ook met een borst minder nog dame bleef en zich niet liet schofferen door een begenadigd snijder. Toen de chirurg zich weer liet zien aan haar bed, was ze resoluut: ‘U wil ik niet meer aan mijn bed.’
Ze werd gecomplimenteerd door verpleegkundigen en artsen in opleiding. Het gedrag van die dokter was hen al lang een doorn in het oog. Niemand durfde iets te zeggen, laat staan doen.
Joep Scholten
Ruurlo
Schrijver en voormalig artsenbezoeker.
Joep Scholten
8 januari 2013 / 11:01