Hotspot voor lekkerbekken
In het uiterste noorden van Spanje, tegen de grens met Frankrijk, ligt San Sebastian. Vanuit de hele wereld komen reizigers naar deze stad voor de prachtige architectuur, de fijne ligging aan zee én de sublieme tapas, oftewel: pintxos.
Tekst en beeld: Linda van de Pavoordt
De tapas staan hoog opgestapeld in schalen op de glanzend geboende houten bar. Kleine culinaire kunstwerkjes zijn het, geserveerd op sneetjes brood, aan prikkers of op een amuselepel. Het is moeilijk kiezen en gelukkig hoeft dat ook niet: de hapjes zijn groot genoeg om te proeven en klein genoeg om er een flink aantal van te kunnen nemen. Iederéén komt hier. Moeders en vaders met kinderen, toeristen, zakenlieden in pak en surfers in T-shirt staan gemoedelijk naast elkaar aan de bar en geven tips over welke tapas je echt niet mag missen.
Eigenlijk is het woord tapas hier niet op z’n plaats. We zijn in Spaans Baskenland en tapas worden hier ‘pintxos’ (spreek uit: pientsjos) genoemd. Zeker in de smalle straatjes van Parte Vieja, het oude deel van de stad, wemelt het van de pintxosbars. Inmiddels hebben de pintxos van San Sebastian een soort cultstatus bereikt. Bovendien telt de stad de meeste Michelinsterren per vierkante meter ter wereld en is er zelfs een faculteit ‘Gastronomie & Culinaire Wetenschappen’ opgericht, een van de slechts twee culinaire universiteiten in Europa. Foodies vanuit de hele wereld reizen dan ook af naar San Sebastian voor een culinaire vakantie.
Lees verder (pdf).