‘Ik ben voor een meer radicale aanpak’

(ont)regel de zorg / minister Helder over stand van zaken (Ont)Regel de Zorg en reactie VvAA

Het is vijf jaar geleden dat het ministerie van VWS de (Ont)Regel de Zorg-beweging overnam van initiatiefnemers VvAA en HRMO. Hoog tijd om de tussenbalans op te maken en te kijken wat VWS anno 2023 nog doet én laat als het om ontregelen gaat.

Om de uitdijende bureaucratie in de zorg een halt toe te roepen, starten actiecomité Het Roer Moet Om (HRMO) en VvAA in 2017 met (Ont)Regel de Zorg. Ze lanceren een campagne, richten een denktank met ‘(Ont)Regelaars’ op – die in kaart brengt hoeveel tijd zorgprofessionals aan administratie besteden – en organi­seren schrap- en verbetersessies voor de verschillende zorgsectoren.

Daarin benoemen zorgprofessionals tientallen ‘onzinnige regels’ die geschrapt kunnen worden om de registratiebelasting te verminderen. Bruno Bruins – op dat moment minister van VWS – adopteert vervolgens de ontregelbeweging en neemt de voor­nemens op in een VWS- actieplan (Ont)Regel de Zorg.

Dat het ministerie in mei 2018 de regie overneemt, valt niet bij iedereen in goede aarde. Critici stellen dat de focus na die overname te veel komt te liggen op in het veld ontstane regels en te weinig op regelgeving van VWS en zorgverzekeraars.

Hoewel zij in die tijd nog geen bewindvoerder is, staat de verantwoordelijk minister van nu, Conny Helder, volledig achter de overname, zo laat ze desgevraagd weten: “Regeldruk is een veelkoppig monster met verschillende oorzaken en veroorzakers. En zoals het met dat soort monsters gaat: als je er een hoofd afhakt, komen er vaak meer terug. Actie op alle niveaus is dus vereist. En juist omdat we de aanpak van regeldruk in alle facetten zo belangrijk vinden, heeft VWS de regie naar zich toe getrokken, want alleen VWS kan de regeldruk door wet- en regelgeving aanpakken.”

Wat er tot nu toe is bereikt met (Ont)Regel de Zorg vindt Helder ‘zonder meer positief’, al koppelt ze daar wel een ‘duidelijke maar’ aan: “Het gaat mij niet snel en niet ver genoeg. Ik hoor uit het veld dat men dat ook vindt en dat begrijp ik. Afgelopen kabinetsperiode is er veel werk verricht, zijn er meer dan honderd actiepunten afgerond en zijn er talloze goede voorbeelden van ontregelen gedeeld. Maar we zijn nog niet klaar.”

Het gaat mij niet snel en niet ver genoeg

De minister bestrijdt de stelling dat er te weinig wordt ‘ontregeld’ aan de kant van zorgverzekeraars en VWS: “Waar (Ont)Regel de Zorg zich eerst vooral richtte op het afschaffen van landelijke regels, hebben we nu onze blik verbreed en zetten we ook in op het stimuleren van lokaal ontregelen. Omdat we zagen dat daar ook veel potentie ligt om mooie resultaten te behalen als je in het achterhoofd houdt dat bij grote zorginstellingen tot wel 70 procent van de regeldruk een interne oorsprong heeft. Maar we zijn onze eigen regelgeving en die van andere regelmakers zeker niet uit het oog verloren. Het is niet óf-óf, maar én-én. Dus dat geldt ook voor regelgeving vanuit VWS en zorg­verzekeraars.”

Regeldrukverhogers

Sterker nog: de eerste van de vier actie­lijnen van het (vervolg)programma (Ont)Regel de Zorg 2022–2025 (zie kader hieronder) richt zich volledig op wetten, regels en beleid van VWS. ‘In onze landelijke wet- en regelgeving zullen we nieuwe regeldruk zoveel mogelijk beperken’, wordt er in die actielijn beloofd. En tóch treedt dan de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) met openbare jaarverantwoordingsplicht in werking, terwijl dat voor zorgaanbieders in de eerste lijn een aanzienlijke administratieve lastenverzwaring betekent. Vanuit de eerste lijn en ook vanuit de Tweede Kamer zijn de kritieken niet mals, maar Helder hecht aan het belang van deze wet en het afleggen van maatschappelijke verantwoording over de besteding van publieke middelen: “Natuurlijk vind ik ook dat de verantwoordingsplicht alleen aanvaardbaar is als die zorgt voor zo min mogelijk regeldruk. Daarom heb ik ook al forse vereenvoudigingen gedaan in de regelgeving om de uitvoering zo eenvoudig mogelijk te maken.”

Vervolgprogramma (Ont)Regel de Zorg

De aanpak van het vervolgprogramma (Ont)Regel de Zorg 2022–2025 gaat langs vier actielijnen:

  1. Ervoor zorgen dat de wetten en regels en het beleid van VWS zo min mogelijk administratief belastend en zo eenvoudig mogelijk zijn;
  2. Landelijke thema’s oppakken om regeldruk te verlagen, zoals het uniformeren van inkoop- en verantwoordingseisen;
  3. Zorginstellingen en zorgverleners instrumenten en tools bieden om zelf aan de slag te kunnen met ontregelen;
  4. Iedereen die tegen regeldruk aanloopt oproepen zich te melden.

Meer info: ordz.nl

Een andere regeldrukverhoger uit Den Haag is de uitbreiding van de renseigneringsverplichting. Voor praktijkhouders betekent dit dat zij sinds dit jaar voor 1 februari van elk jaar informatie aan de Belastingdienst moeten verstrekken over alle zzp’ers met btw-vrijstelling die zij in het jaar daarvoor hebben betaald. Omdat veel werkzaamheden die zzp’ers in de zorg verrichten onder de medische vrijstelling voor btw-heffing vallen, wordt de sector door deze generieke regeling extra geraakt. Eerder dit jaar is vergeefs gelobbyd voor een uitzonderingspositie voor de zorg. Helder: “In dit geval is door de staatssecretaris een expliciete afweging gemaakt tussen de extra administratieve lasten voor werkgevers in Nederland en de opbrengsten van deze verplichting en is geconcludeerd dat deze lasten propor­tioneel en gerechtvaardigd zijn.”

Training tot ontregelaar

Met de derde actielijn van het vervolgprogramma moedigt VWS zorginstellingen en -professionals aan zelf met ontregelen aan de slag te gaan. Het ministerie biedt ondersteuning, onder meer in de vorm van een subsidieregeling en een gratis e-learning. De minister geeft aan dat er voor beide veel animo is: “Honderden geïnteresseerden hebben de e-learning al gevolgd en alle plekken voor de training tot ontregelaar in 2023 zijn volgeboekt, er zijn zelfs extra trainingsgroepen opgetuigd. Ook is er zeer veel belangstelling voor de subsidieregeling.”

Vanuit het zorgveld komen ook heel andere geluiden door. In reacties op de subsidieregeling schrijven zorgprofessionals op LinkedIn bijvoorbeeld dat ze verbaasd zijn dat er ‘bureaucratie wordt opgetuigd (een subsidie aanvragen) om bureaucratie te verminderen’. Helder in reactie daarop: “Je kunt er niet omheen dat je een aanvraag moet indienen voordat je een subsidie ontvangt. Daarbij is ervoor gezorgd dat alles zo administratief lastenluw mogelijk is ingericht.”

Binnen instellingen ligt heel veel potentie om te ontregelen

Dat door deze focus op ‘zelf ontregelen’ de indruk ontstaat dat de zorg het zelf maar moet oplossen, vindt Helder niet terecht. “Binnen instellingen zelf ligt echt heel veel potentie om te ontregelen. Het doel is om zorgverleners die aan de slag willen met de aanpak van regeldruk binnen de eigen organisatie over de finan­ciële drempel te helpen, maar naast de lokale aanpak zijn er nog drie andere actielijnen waarmee we samen met het veld werk maken van de regeldrukaanpak en daarin zeker ook onze eigen rol zien en oppakken.”

Reductie per 2025

Dat zal nodig zijn om ‘per 2025 een reductie van 5 procentpunt administratieve tijdsbesteding’ te realiseren, zoals het streven in het Integraal Zorgakkoord (IZA) luidt. Dat is overigens beduidend minder ambitieus dan het doel van het eerste uur: de helft minder administratie­tijd. En opvallend is dat juist bureau­cratie lijkt te zorgen voor vertraging bij de uitvoering van de IZA-plannen. Zo liet NVZ-voorzitter Ad Melkert zich onlangs in Skipr ontvallen dat ‘de enorme hoeveelheid regels en voorwaarden de uitvoering van het IZA blokkeert’. Terwijl bestuurder Tamara Kroll van het Martini Ziekenhuis Groningen in Zorgvisie zei: ‘De dikke papierberg waar we doorheen moeten bij een aanvraag van transformatiegeld, de reeks strikte randvoorwaarden en de te strakke deadlines: het is niet te doen.’

Minister Helder is bekend met die signalen: “Samen met de zorgverzekeraars proberen we de potentiële indieners van plannen zoveel mogelijk bij te staan, met onder andere een handzaam indieningsformat en webinars om het indienen van goede plannen te faciliteren en stimule­ren. Mogelijk lopen aanvragers in de praktische toepassing nog tegen punten aan die verbeterd kunnen worden. Om deze punten in beeld te brengen, zal het beoordelingskader op bestuurlijk niveau periodiek worden geëvalueerd.”

Op de vraag of zij verwacht het doel van 5 procentpunt minder ervaren regeldruk in 2025 te behalen, antwoordt de minister: “Dat zal een hele kluif worden, maar we gaan hier hard mee aan de slag. En ik herhaal graag: ik ben in voor een meer radicale aanpak van de regeldruk. Mijn ambitie is dat het zorgveld er nog meer van gaat merken.”

VvAA-voorzitter Willem Veerman: ‘Het kabbelt voort, echte verandering zien we niet’

De vijfde editie van de Nationale (Ont)Regelmonitor komt eraan. In september zal onderzoeksbureau Triple i Human Capital in opdracht van VvAA weer een meting uitvoeren om de status van de ervaren regeldruk in beeld te brengen.

“De signalen die we uit het veld horen, stemmen niet hoopvol”, zegt huisarts Willem Veerman, voorzitter van Vereniging VvAA. “De regeldruk lijkt eerder meer dan minder te worden. Met de monitor willen we dat toetsen, om in de richting van Den Haag een vuist te kunnen maken.”

Want wat VWS op ontregelvlak onderneemt, kan Veerman niet erg bekoren. “Het kabbelt voort. Echte verandering zien we niet. Zelf ontregelen, dat klinkt mooi, maar daarmee krijgen we een jaarverantwoordingsplicht niet van tafel. Als de minister de regeldruk echt zo radicaal wil aanpakken, dan moet ze zélf het voortouw nemen door afscheid te nemen van dit soort regeldruk­verhogers en vertrouwen te tonen in zorgprofessionals.”

Delen