In de voetsporen

achtergrond / zelfde studie als (een van je) ouders doen: fijn of lastig?

Zo vader, zo dochter. Zo moeder, zo zoon. Relatief veel studenten volgen een (para)medische opleiding die (een van) hun ouders ook hebben gevolgd. Daar kun je profijt van hebben, maar het kan ook een last zijn. 

Als peuter liep hij al rond met haar stethoscoop in zijn oren. Als zij ’s avonds aan tafel over haar werk vertelde, hing hij aan haar lippen. Als middelbare scholier ging hij weleens mee naar de huisartsenpost als ze nachtdienst had. Ja, dat Laurens den Butter (23) later net als zijn moeder huisarts wil worden, staat al een tijdje vast. “Het is niet dat zij daarop heeft aangedrongen”, zegt hij. “Helemaal niet zelfs, mijn ouders zeiden altijd: ‘Of je nu vuilnis gaat ophalen of advocaat op de Zuidas wordt; zolang je maar doet wat jij leuk vindt en waar jij energie van krijgt’.”

Wel stimuleerde zijn moeder hem om eens in Maastricht te gaan kijken, nadat hij vertelde dat het toch echt geneeskunde moest worden. “Zij heeft daar ook gestudeerd, en het onderwijs met werkgroepen in plaats van colleges is haar heel goed bevallen.” Na één dag mee­lopen, was Laurens verkocht en schreef hij zich in. Op 15 april 2018 – de datum weet hij nog precies – kwam ’s nachts een e-mail binnen met het bericht dat hij was ingeloot. “Ma brak in tranen uit. Zelf is ze eerst twee keer uitgeloot. Dat ik nu direct was ingeloot, vond ze helemaal geweldig.”

Inmiddels zit Laurens in het vijfde jaar van de geneeskundeopleiding. Als hij op de uni om zich heen kijkt, is hij niet het enige kind-van-een-arts. “Ik denk dat zeker een derde één of twee ouders heeft die in de zorg werken en de meeste van die ouders zijn medisch specialist.”

Dat kinderen relatief vaak in de voetsporen van hun ouders treden, blijkt uit een groot Amerikaans bevolkings­onderzoek uit 2017 van de Universiteit van Chicago. De conclusies: mannen met een willekeurig beroep hebben 2,7 keer zo vaak een vader die datzelfde beroep uitoefent dan je op basis van toeval zou verwachten. Vrouwen hebben 1,8 keer zo vaak een moeder met hetzelfde beroep.

“Kinderen identificeren zich met hun ouders, het zijn onze belangrijkste rolmodellen”, zegt de Vlaamse neuropsychiater Theo Compernolle, zelf ook kind van een arts. “Een jongetje van vier loopt net als zijn vader met de handen op de rug, gebruikt dezelfde woorden en gaat op voetbal omdat zijn vader hem elk weekend meeneemt naar het voetbalveld. Zo werkt dat ook met studie- en beroepskeuzes: als ouders enthousiast zijn over hun vak, dan werkt dat aanstekelijk. Klagen ze aldoor over de werkdruk, de administratielast en de slechte tarieven, dan kan dat het tegenovergestelde effect hebben.”

‘Dankzij mijn moeder heb ik mooie kansen gekregen’

Ouders hoeven niet letterlijk hun voorkeuren uit te spreken om invloed te hebben op de keuzes van hun kind. “Ze kunnen met overtuiging zéggen dat hun kind vrij is om te kiezen, maar onbewust zenden ze toch kleine, vaak non-verbale signalen uit. Door op een hoog cijfer voor natuur- of scheikunde bijvoorbeeld net iets uitbundiger te reageren dan op een 9 voor Frans. Daardoor voelen kinderen op een bepaald moment aan dat ouders het geweldig zouden vinden als ze dezelfde kant op gaan.”

Veilig terrein

En dat lijkt dus regelmatig te gebeuren, terwijl er tegenwoordig toch legio mogelijkheden zijn om kennis te maken met andere vakgebieden. “De impact van dat wat je thuis meekrijgt, weegt zwaarder dan wat je op internet aan beroepsmogelijkheden tegenkomt”, zegt Compernolle. “Bovendien is het makkelijker om voor het bekende, veilige terrein te kiezen dan voor iets totaal nieuws. Helemaal als je daarmee ook nog eens je ouders gelukkig maakt.”

Als je eenmaal in opleiding bent, zijn ouders die dat pad al eens hebben bewandeld dan een zegen of een last voor hun studerende kind? “Het is een last als je onder druk of door het enthousiasme van je ouders iets hebt gekozen wat niet goed bij je past”, zegt Compernolle, “maar anders zie ik vooral voordelen. Je kunt bij ze terecht met vragen en ze kunnen mogelijk als springplank fungeren.”

Laurens heeft beide voordelen ervaren. “In de bachelor wilde ik de theorie echt perfect kennen. Ik werkte alles heel beredenerend uit en dat kostte enorm veel tijd. Aan m’n moeder kon ik vragen: hoe diep moet je dit kennen, ga je dit alle­maal onthouden voor patiënten later? En dankzij haar heb ik mooie kansen gekregen. Zo heeft zij ervoor gezorgd dat ik als coassistent en doktersassistent in twee huisartsenpraktijken heb gewerkt. Een collega-huisarts van haar heeft mij aan iemand gekoppeld in een verpleeghuis, waardoor ik een keuzecoschap in de ouderenzorg kon doen. En via een oud-studiegenoot van mijn moeder die nu internist is, heb ik een coschap op de ic gedaan.”

Hoge verwachtingen

Uit recent onderzoek van het Trimbos-instituut naar risicofactoren en oplossingen voor prestatiedruk en stress van hbo- en wo-studenten, blijkt dat een deel van hen druk ervaart vanuit ouders en familie. Zij voelen de verwachting om de studie met succes af te ronden, bijvoorbeeld omdat hun ouders zelf ook een studie afgerond hebben.

Aan de andere kant kan een gebrek aan rolmodellen ook stress veroorza­ken, concluderen de onderzoekers in het rapport Harder, Better, Faster, Stronger?’. Zo geeft een eerstegeneratie­student (de eerste in een familie die een hbo- of wo-studie volgt) aan dat ze extra veel druk ervaart om alles eruit te halen wat erin zit, om niemand teleur te hoeven stellen. Er zijn overigens ook eerste­generatiestudenten die juist zeggen geen prestatiedruk te ervaren vanuit ouders, omdat zij sowieso al trots zijn dat hun kind überhaupt is gaan studeren.

Tekst loopt door onder afbeelding

Geconfronteerd met dit onderzoeks­rapport, zegt neuropsychiater Compernolle: “Stress wordt niet door verwachtingen veroorzaakt, maar door jouw interpretatie van verwachtingen van ouders. Je ziet nu meer dan vroeger zogenaamde ‘helikopterouders’, die continu over schouders van kinderen meekijken. Dat kun je als student ervaren als druk, maar ook als betrokkenheid. Ten eerste is de vraag: waaruit maak je op dat de verwachtingen zo hoog zijn? Worden die uitgesproken? Of is dat alleen een gevoel? Als een ouder gepassioneerd over zijn eigen werk vertelt, dan kun je dat als druk ervaren om datzelfde te moeten bereiken, maar zo is het misschien helemaal niet bedoeld. En vervolgens is de vraag: wat doet dat dan met je? Kun je erom lachen, kun je er wat van zeggen of vind je het echt moeilijk? In één gezin kan het ene kind al dat niet uitgesproken verwachtingen als iets negatiefs ervaren, terwijl het andere kind er juist door wordt gemotiveerd. Druk kan ook helpen om door te zetten als het moeilijk gaat.”

Trots maken

Laurens’ ouders hebben hem nooit druk opgelegd, maar bij studiegenoten heeft hij dit wel gezien. “Zeker bij studenten uit families met allemaal medisch specia­listen kon je wel merken dat er vanuit huis echt hoge verwachtin­gen waren. Bij mij was dat niet zo, maar dan nog voel je wel een bepaalde druk, gewoon omdat je de mensen om je heen trots wil maken.” Daar lijkt Laurens wel in te slagen. Hij is er nog steeds van overtuigd dat hij huisarts wil worden. Met uiteindelijk misschien een eigen praktijk, samen met zijn partner Jeanine, die als praktijkverpleegkundige somatiek in een huisartsenpraktijk werkt. Haar moeder is trouwens, je raadt het al, ook verpleegkundige.

Rolmodel als voorbeeld

Ouders zijn vaak de belangrijkste rolmodellen voor kinderen, maar ook andere familieleden of docenten kunnen dat zijn. Als rolmodel spelen zij – vaak onbewust – een rol in studie-/beroepskeuzes, maar volgens de onderzoekers van het Trimbos-rapport Harder, Better, Faster, Stronger? spelen ze ook een belangrijke rol bij het normaliseren van prestatiedruk en stress: “Rolmodellen vervullen een voorbeeldfunctie: veel ouders en docen­ten lopen momenteel ook over. Daardoor hebben studenten het gevoel niet te mogen klagen of aan de bel te mogen trekken wanneer ze last hebben van mentale problematiek. Het is goed om niet alleen de ‘goede’ kant van rol­modellen te zien, maar ook te zien dat zij moeilijke momenten ervaren of last hebben van mentale problemen.”

Delen