Kritiek op nieuwe wet gegevensuitwisseling acute zorg

juridisch / Katrijn van Berkum en Timo van Oosterhout (VvAA Legal) over de Wet opvraagbaarheid gegevens bij spoedeisende zorg

Zorgverleners die acute zorg verlenen, beschikken niet altijd over relevante gegevens omdat niet alle patiënten uitdrukkelijk toestemming hebben gegeven voor het beschikbaar stellen van dergelijke gegevens via een elektronisch uitwisselingssysteem. Een nieuwe wet moet dat verbeteren, maar vanuit het zorgveld is er is veel kritiek.

Demissionair minister Kuipers wil gegevensuitwisseling in de acute zorg verbeteren met onder andere het invoeren van een nieuwe wet: Wet opvraagbaarheid gegevens bij spoedeisende zorg (hierna: WOGS). Zorgaanbieders moeten erop toezien dat onder hen ressorterende zorgverleners bepaalde gegevens direct opvraagbaar maken, tenzij goed hulpverlenerschap zich hiertegen verzet of de persoonlijke levenssfeer van een ander wordt geschaad. Zorgverleners moeten zich ervan vergewissen dat de patiënt of diens vertegenwoordiger daartegen geen ‘overwegende bedenkingen’ heeft. Daarbij heeft de patiënt op het moment dat spoedeisende zorg nodig is, de mogelijkheid om opvraging van de gegevens te beperken.

In plaats van expliciete toestemming van de patiënt als grondslag, gaat de WOGS dus uit van een wettelijk vastgelegde plicht voor bepaalde zorgverleners tot het opvraagbaar maken van bepaalde gegevens (artikel 4 WOGS) en een wettelijk vastgelegde, geclausuleerde bevoegdheid voor bepaalde zorgverleners om die gegevens vervolgens te raadplegen (artikel 9 WOGS).


Kritiek vanuit zorgveld om alle gegevens die voor spoedeisende hulp relevant zijn opvraagbaar te maken


Vanuit het zorgveld is er veel kritiek tegen de in de WOGS opgenomen verplichting voor zorgorganisaties om – vooraf – alle gegevens die voor spoedeisende zorg relevant zijn, dus ongeacht of die zorg ooit nodig is, opvraagbaar te maken. De patiënt kan alleen nog ‘overwegende bedenkingen’ uiten tegen het raadplegen van de opvraagbaar gemaakte gegevens op het moment dat spoedeisende zorg aan de orde is.

Onder andere KNMG, LHV en de Patiëntenfederatie zijn van mening dat de wettelijke plicht tot het opvraagbaar maken van deze gegevens, waarmee grote inbreuk wordt gemaakt op het recht op privacy van de patiënt en het medisch beroepsgeheim, niet in verhouding staat tot het doel van de wet, te weten het vergroten van de kwaliteit van de spoedeisende zorg en het verminderen van de kans op schade bij de patiënt.

Er zijn alternatieve, minder ingrijpende oplossingen beschikbaar waarmee hetzelfde doel kan worden bereikt. Te denken valt bijvoorbeeld aan een opt-out-regeling, in plaats van de nu gekozen opt-in-regeling. Ook vinden de genoemde organisaties de gegevensuitwisseling onnodig complex, te belastend voor de zorgverleners en bestaat onduidelijkheid over de impact en uitvoering van het wetsvoorstel.

Katrijn van Berkum is senior jurist, Timo van Oosterhout advocaat. Beiden werken bij VvAA Legal. Lees al hun artikelen hier

Delen