‘Iedereen is aandacht waard’

Gynaecoloog Mieke Kerkhof, atypisch specialist

Het is al jaren een puntje van zorg in de ‘leukste gynaecologische vakgroep van het land’; haar spreekuren lopen altijd uit. Toch krijgt ze het niet voor elkaar haar patiënten binnen tien minuten weer uit te zwaaien, sterker nog; dat wil ze ook niet. In vele opzichten is gynaecoloog, auteur en verhalenverteller Mieke Kerkhof (55) een atypisch medisch specialist, maar ze kenschetst zichzelf als braaf. “Ik ben eigenlijk een onzeker mens.”

Tekst: Marjan Enzlin | Beeld: Nout Steenkamp

Mieke KerkhofShe could have fooled me, de struise dame met vrolijk krullenhoofd en vlotte babbel, die aan de lopende band prachtige anekdotes oplepelt en heel gemakkelijk praat over haar leven en werk. Hoezo onzeker? Ze klinkt eerder gedreven, een beetje recalcitrant zelfs en absoluut non-conformistisch.

“Dat hoor ik vaker”, zegt Mieke Kerkhof, sinds 1998 gynaecoloog in ’s Hertogenbosch. “Mijn buitenkant straalt iets anders uit dan wat de binnenkant is. Ik ben eigenlijk een heel brave meid. Volgzaam. Altijd geweest. Als kind heb ik bijvoorbeeld nooit in de hoek gestaan. Ik volg van nature vrij gemakkelijk wat een autoriteit me opdraagt. Ben zelf dan ook niet in de wieg gelegd om bestuurder of zelfs manager te zijn. Ik ben een vrij onzeker mens. Niet op alle gebieden natuurlijk. Ik weet best wat ik goed en minder goed kan en over wat ik goed kan, ben ik zeker. Maar de basis is onzeker. Ik schaam me er helemaal niet voor dat hardop te zeggen. Het is wat het is en ik ben ervan overtuigd dat constante zelftwijfel bijdraagt aan de beste prestaties.”

Productie draaien

Er is in de spreekkamer meer te ontdekken dan de kwaal. Dat is zo’n beetje het motto van dokter Kerkhof. En dus neemt ze ruim de tijd voor elke patiënt. Iets wat haar maten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s Hertogenbosch uiteraard óók belangrijk vinden, maar wel voorzichtig een ietsje proberen bij te sturen.

“Logisch”, zegt Kerkhof, “want ook in een ziekenhuis moet productie gedraaid worden. Dat begrijp ik, maar ik krijg het niet voor elkaar om het consult met een vrouw die chronische buikpijn heeft of met een slachtoffer van seksueel misbruik binnen tien minuten af te ronden. Ik wil die patiënten ruim de aandacht geven en ik denk dat ik ze daarmee op de juiste manier en goed help. Daarom pleit ik ook voor een langere standaardconsulttijd, maar voorlopig kost het me nog mijn pauzes. Niet dat ik dat erg vind. Als de patiënt tevreden is, ben ik het ook. En de patiënten zijn tevreden, mijn spreekuur zit altijd bomvol.”

Er is in de spreekkamer meer te ontdekken dan de kwaal

“Het fijne van onze vakgroep, die met recht de allerleukste van het land genoemd mag worden, is dat de maten vooral doen waarin ze het beste zijn en daarvoor ook naar elkaar verwijzen. Je moet de patiënt altijd de beste dokter gunnen voor de betreffende kwaal. Ik heb collega’s die onovertroffen zijn in complexe kijkbuisoperaties. Daarin schuilt niet mijn grootste talent en dus verwijs ik patiënten voor zulke operaties naar zo’n collega. En zij verwijzen naar mij als iemand naast een adequate behandeling – ik ben natuurlijk ook gewoon gynaecoloog – wat extra nodig heeft in het contact. Ik ben goed in het contact, ik ben goed in ontmoetingen en als goed arts ken ik mijn professionele grenzen.”

Ontmoetingen, álle ontmoetingen in het leven, zijn voor Kerkhof van groot belang. Ze haalt er haar energie uit en ze leveren de mooiste en ontroerendste verhalen voor haar grote hobby, schrijven. Geregeld levert ze ‘Ikjes’ voor de achterkant van NRC Handelsblad en ze schreef inmiddels ook drie boeken, de eerste ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obsterie en Gynaecologie). In 2014 zag de publieksversie daarvan, Even ontspannen, mevrouw. Belevenissen van een bevlogen gynaecoloog, het levenslicht en vorige maand verscheen Klaar is Kees. Een knipoog naar het levenseinde.

“Schrijven is bijna noodzaak voor mij”, legt ze uit. “Als vrouw met te weinig eigenwaarde, maar wél veel lef, houd ik mezelf via de schrijverij in balans. Schrijven is iets wat ik werkelijk kan, een van de rotsvaste zekerheden die ik wél heb. Ik geniet ervan en het helpt me ontspannen. Ik vind schrijven en ontmoeten zó fijn dat ik zelfs heb overwogen me te laten omscholen tot journalist. Tot een journalist tegen me zei: ‘Dat moet je niet doen, jij bent geen journalist en je gaat ook nooit een goede journalist worden. Jij bent een verhalenverteller en bovendien een veel te goede dokter om verloren te laten gaan.’ Het klinkt zo simpel, maar voor mij was het belangrijk om meer richting te geven aan mijn schrijfambities. Ik hoefde helemaal niet te worden opgeleid in de schrijverij, want deze journalist gaf me de bevestiging dat ik al goed was in wat ik deed. En ik kon het gewoon blijven doen naast mijn werk als gynaecoloog. Kort daarna schreef ik Klaar is Kees, dat al heel lang in mijn hoofd hing, in recordtempo op.

Nonnen in Enter

Mieke Kerkhof, na 20 jaar gynaecologie een bekend gezicht in de Brabantse hoofdstad, heeft haar basis in Twente en noemt zichzelf een Tukker in hart en nieren. Ze hoeft het niet eens te vertellen, want wie haar ontmoet, raadt moeiteloos waar ze vandaan komt. “Uit Enter, wie kent het niet? Het staat op elke computer”, zegt ze.

Enter doet haar denken aan de nonnen bij wie ze naar school ging. En vanzelf komt er een verhaal. “Mijn moeder gaf me altijd mooie kleren”, vertelt ze. “Op een dag kreeg ik een jas, of nee, geen jas, maar een manteltje. Want zo noemde ze het: een manteltje. Er zaten prachtige knopen aan en ik was reuzetrots. Ik liep er parmantig mee rond en op de eerste schooldag na de aankoop liet ik het direct aan de nonnen zien. Trekt zo’n venijnige non aan een los draadje bij een knoop, waardoor die eraf valt. En daar bleef het niet bij; op dezelfde manier trok ze alle zes de mooie knopen eraf. Wat een rotwijf, denk ik nu, maar destijds was ik alleen braaf en verdrietig.”

“Niet dat ze allemaal zo waren hoor, want er zaten ook heel lieve nonnen tussen. Zoals overal natuurlijk. Toen ik laatst ergens mijn boek zat te signeren, hoorde ik nog een prachtig en heel opmerkelijk verhaal over nonnen die vroeger in het Groot Ziekengasthuis in ’s Hertogenbosch werkten. Deze nonnen konden er niet mee leven dat ongedoopte, overleden baby’s in ongewijde aarde begraven moesten worden. Dus stopten ze zo’n overleden kind in een kist bij een volwassene om er zo voor te zorgen dat ze een fatsoenlijke rustplaats in gewijde grond kregen. Wat een pareltje van een verhaal, hè? En wat een geweldige vrouwen. Dat ze zo’n kindje de beste bestemming wilden geven, ontroert me. Hoewel gewijd of ongewijd me persoonlijk totaal niet boeit.”

Ik wil als dokter niet in een glazen huis zitten waar niemand bij kan

Als arts, maar ook als mens vallen Kerkhof veel van dit soort pareltjes ten deel. Mooie, humoristische, schokkende of ontroerende verhalen. In de spreekkamer rollen ze vaak als vanzelf over het bureau en ook tijdens ontmoetingen buiten de spreekkamer komt ze anekdotes tegen.

Zo maakt ze vrijwel elke dag een praatje met medewerkers van de ondersteunende diensten in het ziekenhuis. Laatst nog met een van de schoonmakers die ze tegenkwam op de gang. Kerkhof: “De man bleek een weggesaneerde bibliothecaris te zijn. Uiteraard met de prachtigste verhalen en heel veel kennis. Daar kom je niet achter, als je hem niet aanspreekt. Mijn levensinstelling is dat iedereen, maar dan ook iedereen het waard is om aandacht aan te besteden. Ik wil als dokter niet in een glazen huis zitten waar niemand bij kan, ik wil niet tegen me op laten zien en gelukkig zie ik om me heen dat andere artsen daar ook niet (meer) op zitten te wachten. Patiënten, niet-(para)medische medewerkers, de klusjesman, de zwerver op straat; allemaal hebben we een belangrijke rol in het leven.”

“Ik realiseer me steeds meer dat het leven veel op een heel groot theater lijkt. En net als in het theater komen alle emoties in het leven langs. Het is belangrijk dat we daar aandacht aan besteden in een tijd waarin iedereen in de trein naar een beeldscherm zit te staren. Mijn advies: schuif je antenne uit, vang het leven op en deel emotie. Daar wordt alles zoveel beter en mooier van.”

Delen