Over de grens – Tanzania

Vijfdejaars geneeskunde Nutte van Belzen (22) uit Groningen liep twaalf weken co-schappen in Tanzania. Afgelopen kerst kwam hij terug. Zijn ervaringen in Afrika maakten van hem een geduldiger mens.

Tekst: Wout de Bruijne

 

Hoe kwam je in Tanzania terecht?
“Ik zou naar Sierra Leone gaan waar een vriend tropenarts is en een eigen ziekenhuis heeft. Maar vanwege de ebola-uitbraak sloot het ziekenhuis. Bij de universiteit meldde ik mij voor een alternatief. Ik gaf aan te willen werken in een omgeving waar je met weinig moderne middelen veel van je kennis in praktijk moet brengen.

Er moest wel goede begeleiding zijn om op terug te kunnen vallen. Zo belandde ik in een overheidsziekenhuis in Dodoma in Tanzania.”

Wat heb je zoal geleerd?
“Dat overheidsziekenhuizen het inderdaad met veel minder middelen moeten doen dan privéklinieken. Er is minder geld en op sommige momenten wordt er zelfs geen salaris uitbetaald. Dat is slecht voor de motivatie; veel zorgprofessionals moeten ook een gezin onderhouden. Er gaat van alles mis in zo’n ziekenhuis, dat maakt je dankbaarder wanneer het wél goed gaat.

Ik ben ook geduldiger geworden. Hoe kan ik, als ik straks werk, gaan zeuren wanneer ik eens tien minuten op iets of iemand moet wachten? In Tanzania wacht je soms dagen.”

Was het alleen hard werken of kon je ook de omgeving verkennen?
“Ik heb een schitterende safari gemaakt in Ruaha. Het park is minder bekend dan de Serengeti of Ngorongoro, maar daardoor, qua studentenbudget, wat betaalbaarder. Ik ben ook bij veel mensen thuis te eten gevraagd. In Nederland had ik een cursus Swahili gevolgd en dat opent deuren. Tanzanianen zijn nog vriendelijker als ze zien dat je moeite doet.”

Zou je dit anderen aanraden?
“Zeker als je, zoals ik, een echte ‘doener’ bent, zijn co-schappen in Afrika zeer inspirerend. Je kunt daar onderling ontzettend veel kennis uitwisselen.”

Delen