Pelgrimeren smaakt naar meer – Collega’s over bijzondere wandelervaringen
De een deed het in etappes, de ander trok er weken, soms zelfs maanden, voor uit. Op onze oproep vorige maand of u weleens een pelgrimsroute heeft gelopen, kwamen tal van reacties binnen. Wat alle inzenders gemeen hadden: iedereen ervoer zijn wandelavontuur als een bijzondere periode van reflectie en verdieping, van afzien, maar vooral ook van genieten. Op deze en de volgende pagina’s treft u een bloemlezing.
Beeld: shutterstock
Eline Bijl (23, coassistent Radboudumc) liep vorig jaar zomer, tussen haar coschappen door, in zes weken tijd 900 km over de Camino Francés.
“Met alleen een paar schoenen en een rugzak formaat handbagage startte ik in Zuid-Frankrijk om – via Santiago – naar de Atlantische Oceaan te lopen. Het enige wat ik in die zes weken heb gemist, was de slaapzak die – na het dringende advies alleen het hoogstnoodzakelijke mee te nemen – was afgevallen. Door alleen te hoeven denken aan het zetten van de ene voet voor de andere, langzaam vorderend door de soms eindeloze (maar bijna altijd prachtige) Spaanse landschappen, stapte ik uit de ratrace die de norm lijkt te zijn in onze samenleving, het ziekenhuis daarbij zeker niet uitgezonderd. Je wordt teruggeworpen op de basis van je mens-zijn en daarin vond ik de grootste vreugde en diepste connectie. Ik leerde luisteren naar mijn lichaam en reflecteren; vele malen authentieker en diepgaander dan de stapel reflectieformulieren in het portfolio voor het professionaliteitstentamen kan vatten. Er hangt een sfeer van hartelijkheid en openheid die leidt tot diepgaande vriendschappen en de meest bijzondere gesprekken. Elke ochtend trok ik mijn schoenen aan, niet wetend wat de dag zou brengen of waar ik die avond zou slapen, om te genieten van de zonsopgang, de mensen en de café con leche, om ’s avonds de dag af te sluiten met een glas vino.
‘Ik leerde luisteren naar mijn lichaam’
Santiago voelt als een soort anticlimax, na zo lang lopen ben je er ineens, dat was het dan. Daarom ben ik doorgelopen naar Finisterre/MuxÍa (Camino Finisterre, een prachtige route). Het is heel fijn alles nog even te laten bezinken en je mentaal voor te bereiden op het teruggaan naar huis. De route werd vroeger ook tot de zee gelopen om daar je schoenen te verbranden. Het is een spirituele plek, met een bijzondere sfeer en echt een eindpunt.
Mocht u een pelgrimstocht overwegen: ik raad het van harte aan. Wel een bijsluiter: een veelvoorkomende bijwerking (zeker meer dan 50 procent heeft er last van) is een Camino-verslaving; ik kijk ernaar uit u onderweg te ontmoeten zodra het weer kan.”
Nelleke de Roest (64, voormalig achterwacht huisartsenpraktijk en bezigheidstherapeut) wandelde samen met een vriendin tussen 2016 en 2019 in korte, meerdaagse etappes, het Nederlandse Pelgrimspad van Amsterdam naar Visé, een afstand van bijna 470 km.
“Een prachtige route, goed aangegeven en dicht bij huis. Alleen Maastricht – Visé was slecht aangegeven en in België klopte de route bijna nergens. Visé is de moeite niet echt waard, het is beter tot de grens te lopen. We hebben alle startplaatsen met het openbaar vervoer kunnen bereiken, soms was dat wel een hele uitdaging maar daardoor ook heel leuk. Een aanrader is overnachten in de Pelgrimshoeve in Vessem.”
Dankzij een sabbatical ging er voor Conny van Ravenswaaij-Arts (59, klinisch geneticus en hoogleraar dysmorfologie) een droom in vervulling: ze kon de resterende 1.200 km van de pelgrimsroute naar Santiago in één keer afmaken. En sponsorgeld binnenhalen voor een patiëntengroep die haar zeer aan het hart ligt.
“In 2019 kreeg ik van mijn werkgever een sabbatical. Ik had in de voorgaande jaren twee directe collega’s verloren en zat tegen een burn-out aan. De drie maanden sabbatical gaven rust en een droom ging in vervulling: ik kon de laatste 1.200 km van mijn wandeltocht Uithuizen-Santiago, waar ik al jaren mee bezig was, in één keer afmaken. Ik besloot er ook een sponsoractie aan te verbinden voor een patiëntengroep die mij zeer aan het hart ligt. Ik schreef elke dag een blog voor het thuisfront, dat mijn sponsorteam vertaalde voor de internationale sponsorwebsite (walkforchromosome6.blogspot.com). Ik liep met een QR-code op mijn rugzak, hetgeen aanleiding gaf tot spontane donaties. Ik haalde 18.000 euro op voor het goede doel, maar belangrijker nog: ik creëerde aandacht voor een onbekende groep zeldzame chromosoomaandoeningen.
‘Terug naar de basis en genieten’
Wat het mezelf bracht? Tijdens het pelgrimeren val je terug op de basis: eten, drinken, douchen, slapen. En voor de rest in het hier en nu aanwezig zijn en genieten, heel veel genieten. Eenmaal terug had ik aanvankelijk meer rust in mijn werk. Maar gaandeweg ging ik me steeds minder happy voelen door de vele, veelal administratieve, bijzaken. De basis (de zorg rond de patiënt) sneeuwt onder en daardoor vermindert de ruimte voor het genieten. Recent heb ik daarom de niet eenvoudige beslissing genomen om fors minder te gaan werken en patiëntenzorg en opleiderschap vaarwel te zeggen, om me te focussen op mijn onderzoek en het begeleiden van jonge onderzoekers. Minder administratie en besprekingen en meer tijd voor (gezamenlijke) reflectie, analyse en diepgang. Terug naar de basis en het genieten, terug naar een stukje pelgrimeren.”
Erica Lichtendahl (74, gepensioneerd kinderfysiotherapeut) liep met haar man Richard (76, letselschaderegelaar/arbeidsdeskundige) in 2,5 week van de Pyreneeën naar Burgos.
“Je wordt wel met jezelf geconfronteerd, als je ‘s nachts op een stapelbed ligt en de ronkende ‘muziek van de Camino’ om je heen hoort. Je moet soms twee uur lopen voor een ontbijtje. Met schroeiende voeten en kletsnat van het zweet vraag je je af hoe ver het nog is naar de volgende overnachtingsplaats en of je het nog wel zo leuk vindt. Na de hele dag door woeste streken getrokken te zijn, loop je in een dorpje een bakkerij binnen en kom je daar bekenden tegen. Mensen uit andere landen, lotgenoten in den vreemde. Je voelt jezelf klein en nietig worden, als de natuur de hele dag door zo indrukwekkend op je inwerkt. En als slotakkoord was daar de kathedraal van Burgos, waar wij midden in een hoogmis verzeild raakten; waar de vrouwen prachtig zingend ter communie gingen en ik het niet meer hield van emotie en dus maar gauw naar buiten vluchtte.”
Ellen van der Spek (45, internist) blikt terug op het pelgrimsavontuur dat ze als student in 1997 samen met een vriendin beleefde.
“Mijn vriendin had een reisbeurs ontvangen van Shell en met het logo van dit bedrijf was de bestemming onontkoombaar. De beurs was niet ruim en dus stapten wij vanuit Nederland in de Eurolinesbus naar Astorga, Noord-Spanje, om daar in twee weken naar Santiago te lopen, ongetraind en met rugzakken van zo’n 17 kg. De meest uiteenlopende mensen kwamen we tegen: jong en oud, Spanjaarden die de tocht voor de zevende keer liepen en een Amerikaan die eruitzag alsof hij Jezus zelf was. Met regelmaat verloren we spullen, die altijd weer hun weg naar ons terugvonden, want iedereen liep dezelfde route.
‘Met regelmaat verloren we spullen, die altijd weer hun weg naar ons terugvonden’
We dronken uit de fuentes met onze sint-jakobsschelp. We verjoegen de heksen (brujas) die in Galicië woonden met een ritueel met vuur en sterke drank. We logeerden op een plek waar de zonsopgang en -ondergang werden ‘gevierd’ met gregoriaans gezang, gedraaid op een brakke cassetterecorder, geleid door een man die beweerde dat hij de reïncarnatie was van Sint Jacob. Je betaalde voor een slaapplek wat je kon missen (meestal 100 peseta’s, 1 gulden 40 als ik het mij goed herinner) en daarvoor kreeg je een bed in een slaapzaal. Het belangrijkste item, oordoppen, hadden we helaas niet bij ons. Onze tent, pannen en kookstel bleken ballast. Door de te grote afstanden en te zware bagage zijn we halverwege helaas uitgevallen. We hopen nog altijd een keer het laatste stuk samen te lopen.”
Antoinet Oostindiër (60, huisarts niet praktiserend en psychiater) begeleidt, samen met een vriendin, wandeltochten voor haar patiënten naar Santiago.
“Ik pak in de donkere slaapzaal mijn spullen, doe mijn rugzak om en ga op weg. De bomen ruisen, een haas schiet weg, de geur van nat gras. Ik kan het pad nauwelijks zien. Een streep licht verlicht de ruïne van een kerk en kondigt de dag aan. Ik loop alleen. Toch weet ik dat met mij pelgrims van alle nationaliteiten meelopen. Voor mij, achter mij. Allen teruggeworpen op zichzelf door de eenvoud van deze tocht. Dan komt de zon op. Een café met boccadillos en café con leche is in zicht. En dan weer verder, in stilte. Wanneer we het doel van de dag bereikt hebben, ontmoeten we tijdens het eenvoudige eten andere pelgrims. Ik schrijf in mijn boekje en ga slapen. Om morgen opnieuw vroeg op te staan.
‘Pelgrimeren is een werkwoord’
De weg naar Santiago is een eeuwenoude pelgrimsweg. Praktische vraagstukken mengen zich met de eeuwenoude spirituele geschiedenis, voelbaar door altaren, kerkjes en gedenkplaatsen. De trage weg schept een innerlijke ruimte om, weg van de dagelijkse zorgen, na te denken over belangrijke stappen die je wilt zetten.
Het lopen van de pelgrimsroute ben ik gaan doen door mijn vriendin Inez Hafkamp. Zij is de route gaan lopen om een vorm te vinden in het omgaan met de ziekte MS. Als psychiater en directeur van een ggz-instelling voor zorgprofessionals wist ik dat deze wandeltochten voor mijn patiënten een belangrijke aanvulling van de therapie zouden kunnen betekenen. Daarom zetten wij nu tweemaal per jaar een wandeltocht op voor onze patiënten langs een van de routes naar Santiago.
Pelgrimeren is een werkwoord. De weg helpt je om naar binnen en naar buiten te kijken. Ik kan niet wachten tot we weer naar Spanje mogen.”
In september 2015, twee dagen na het afronden van haar studie geneeskunde, liep Dorian Blommaert (29, aios kindergeneeskunde) de bijna 800 km lange Camino Francés naar Santiago de Compostella.
“Zo’n tien jaar eerder was ik met mijn ouders al kort in Santiago de Compostella geweest en de onafgebroken stroom van pelgrims intrigeerde me; op dat moment wist ik dat ik ooit zelf – te voet – zou terugkomen. Ik besloot de tocht in mijn eentje af te leggen, omdat ik benieuwd was naar wat het me zou brengen, wekenlang onderweg zijn met alleen mijn rugzak.
Het werd een absoluut fantastisch avontuur, levensveranderend eigenlijk. Vanaf de eerste dag ontmoette ik andere pelgrims. Soms liep ik dagenlang met iemand samen, soms alleen. Ik kwam mensen van over de hele wereld tegen, oud en jong, ieder met zijn eigen verhaal. Ik liep door de felle zon, door de mist en soms dagenlang door de regen. Na 34 dagen stond ik voor de kathedraal in Santiago. Het cliché bleek wel waar: de tocht was belangrijker dan het eindpunt.
Voor mij was de Camino de overgang van mijn studententijd naar de volgende fase in mijn leven. Na 800 kilometer te voet door Spanje ‘kon ik de hele wereld aan’ en was ik klaar om te beginnen met mijn carrière als arts. Bij thuiskomst kende ik mezelf beter, wist ik wat ik wilde, kon en belangrijk vond. Door te wennen aan het ‘trage’ lopen en het steeds niet weten wat een nieuwe dag zou brengen, was ik flexibeler en minder gehaast.
Pelgrimspaden zijn inmiddels vervangen door trektochten in de bergen, een jaarlijks terugkerende traditie. Ik ga niet meer alleen op pad, maar samen mijn Duitse vriendin (en onze partners). Zij was destijds de eerste persoon die ik tegenkwam op mijn Camino, het werd het begin van een bijzondere vriendschap!”
Raymond Oostwegel (73, apotheker in ruste) legde diverse pelgrimsroutes af, zowel te voet als op de fiets. Hij stelde zelfs een driedaagse pelgrimsmarathon samen in zijn eigen ZuidLimburg (te vinden op raymondoostwegel.nl).
“Ik heb met mijn vrouw de route vanaf Le Puy-en-Velay naar Santiago afgelegd; de Via Podiensis. Het eerste deel (tot Moissac) te voet in jaarlijkse etappes van één week. Het resterende deel per fiets: in 2002 in vijf dagen tot de voet van de Pyreneeën, en het jaar erna van de Pyreneeën tot Santiago in twaalf dagen. Alles bij elkaar een unieke belevenis. Ook de soms merkwaardige toevalligheden op de Camino waren frappant. Eén voorbeeld heb ik beschreven op raymondoostwegel.nl/weblog1215.htm.
Later hebben we ook de zuidelijke route van Arles naar de Pyreneeën gefietst; de Via Tolosana. ‘Een echte pelgrim gaat te voet’ lees je wel eens. Dus heb ik een driedaagse ‘Pelgrimsmarathon’ ontworpen in ons eigen Zuid-Limburg. Deze wandelroutes verbinden de pelgrimsdorpjes Rijckholt, Wittem en Houthem–Sint Gerlach. Pelgrimeren te voet geeft je een nieuwe kijk op je eigen omgeving en zelfs op je eigen persoon. En het geeft vooral voldoening en rust.”
Jeanny Janssen-Jacobs (72, jeugdarts niet praktiserend) genoot samen met haar man (gepensioneerd longarts) in etappes volop van het Nederlandse Pelgrimspad.
“Na ons pensioen zijn wij in februari 2015 in Amsterdam gestart. Bewust hebben wij alle etappes successievelijk aaneengeregen. De rit naar het etappestart- en eindpunt vraagt om zorgvuldige voorbereiding. Voor de eendaagse etappes zochten
we tevoren op internet met welke vorm van openbaar vervoer we onze wandeling konden combineren. Zo vroeg mogelijk in de ochtend met de auto naar het eindpunt van die dag, vervolgens terug met trein, bus of streekbus naar het startpunt. Omgekeerd lijkt verleidelijk, maar uit ervaring weten we dat het na een dag wandelen heerlijk is meteen in de auto te kunnen stappen. Door deze aanrijroute konden we bijna nooit voor elf uur ‘s morgens met de wandeling beginnen, want vooral in het weekend is er in het Groene Hartof de Peel nauwelijks openbaar vervoer te vinden.
Meer dan welke indrukwekkende vakanties in het buitenland dan ook, hebben deze wandelingen ons een palet aan ervaringen gebracht. Naast de sportieve inspanning noem ik rust, reflectie, onthaasting, historische en culturele kennis, bewondering en bewustzijn van ons zo diverse en wonderschone land.
Waaraan deze pelgrimstocht zijn naam verdient? Aan de religieuze ornamenten (kerken, kapelletjes, kruisbeelden) in het landschap bijvoorbeeld. Aan de extra aandacht voor standbeelden, plaquettes en ommuringen, die de kennis van de vaderlandse geschiedenis in de voorbije eeuwen kan opfrissen. Kortom; deze langeafstandswandeltocht wedijvert met historische pelgrimstochten in het buitenland. Bovendien sluit het Nederlandse Pelgrimspad via Visé naadloos aan op de GR 5 naar Nice en het Jacobspad naar Santiago de Compostella. Wie tijd van leven heeft, kan zo doorlopen.”
Eind 2004 wordt Peter Dormans (79, gepensioneerd huisarts) door drie plaatsgenoten gevraagd mee te lopen naar Santiago de Compostella. Het hele pelgrimsgebeuren naar Santiago is hem tot dan totaal onbekend.
“Eind februari 2005 hield mijn huisartsbestaan op; begin maart startten we met zijn vieren in het Franse Nevers met ongeveer 1.700 km voor de boeg. De planning was 30 km per dag te lopen. We hadden niets gereserveerd voor onderweg, we overnachtten in onder meer herbergen en bij gastvrije particulieren. Ik herinner me vooral de imponerende paaswake in de kathedraal van Bazas. Het hele rijke roomse leven trok aan mij voorbij.
Vlak voor de Pyreneeën scheidden onze wegen; de diverse looptempo’s lagen te ver uit elkaar. Ik ben alleen verdergegaan, een hele uitdaging, maar de routemarkeringen bleken voldoende om niet te verdwalen. In Spanje is bijna overal wel een albergue in alle mogelijke variaties, van primitief tot uiterst luxueus. De aankomst bij de kathedraal in Santiago is behalve imponerend ook een opluchting: ‘het is volbracht’. Eigenlijk heb ik me nooit een pelgrim gevoeld. De hele tocht was meer een sportieve uitdaging en ontwenning van het hele medische gebeuren van daarvoor. Wat ik eraan heb overgehouden, is dat het weinig zin heeft je zorgen te maken over hoe de dag verloopt, het vinden van eten, drinken of een slaapplaats. Je ontwikkelt een gevoel van zekerheid dat het altijd goed komt.”
Camino de Santiago
Het Spaanse Santiago de Compostella vormt – vanwege het graf van de apostol Jakobus – al eeuwenlang een reisdoel voor pelgrims uit alle windstreken. De Camino de Santiago (ook wel Sint Jacobsroute of Jakobsweg genoemd) kent meerdere routes. De bekendste en populairste is de circa 790 km lange Camino Francés, die van het Franse Saint-Jean-Pied-de-Port, via de Pyreneeën en plaatsen als Burgos en Leon, naar het einddoel voert. 2021 is een speciaal jaar voor stad en route, een zogenaamde Xacobeo: dit heilige jaar komt eens in de 5, 6 of 11 jaar voor, wanneer 25 juli, de heilige dag van de apostel Jakobus, op een zondag valt. galiciatips.com/nl
Het Nederlandse Genootschap van Sint Jacob is een vereniging die belangstellenden op weg helpt met info en tips over o.a. route en overnachtingsplekken. santiago.nl