Schmitz vs Snijders: werk gezocht

Hij is chirurg en opleider, zij is net klaar met haar opleiding tot chirurg. In een duocolumn bespreken Roderick Schmitz en Heleen Snijders relevante zorgthema’s, tegenstellingen én taboes. Deze keer: kan Snijders blijven snijden?

Oei Heleen,

Het is alweer een jaar geleden dat ik het genoegen had om jou met één druk op de knop te promoveren van chirurg in opleiding tot gastro-intestinaal chirurg. Het grote werk zou gaan beginnen en ik, als opleider, zou natuurlijk niets liever zien dan dat mijn pupil vlekkeloos zou landen op een uitdagende werkplek in een fijne chirurgische vakgroep.

En waarom zou ik daaraan twijfelen? Jouw curriculum is er één om stil en nederig van te worden: naast een promotieonderzoek, afgerond in 2014, begeleid je drie promotietrajecten, ben je (mede-)auteur van meer dan dertig wetenschappelijke artikelen, vertegenwoordigde je regionaal de chirurgen in opleiding, regisseerde je cabaretvoorstellingen, was je zangeres in een professionele partyband, speel je graag toneel en piano, ben je graag zorgverbeteraar en daarnaast ook nog eens moeder. En o ja, ook niet onbelangrijk in het chirurgische vak: je handen staan handig.

Maar helaas, we zijn erachter gekomen dat door de veel te ruime arbeidsmarkt er nergens in Nederland een rode loper is uitgerold voor jou als gastro-intestinaal chirurg. Creatief achterdeuren opentrekken was jouw enige kans en daar hebben we op ingezet. Nu alleen nog naar binnen glippen om te voorkomen dat het mes definitief aan de wilgen moet worden gehangen.


Ja Roderick,

Mijn halve leven ben ik al bezig met het worden en inmiddels zijn van gastro-intestinaal chirurg. Na alle gezette stappen, afgelegde wegen en doorgekropen hoepels kan ik het mij bijna niet voorstellen, maar… de kans dat er voor mij als chirurg geen werkplek zal zijn, is reëel.

Inderdaad, werkplek, want chirurgisch werk is er volop en dat zal door de vergrijzing alleen maar toenemen. Reëel, want volgens een recente peiling heeft ruim 30 procent van de jonge gastro-intestinaal chirurgen na vijf jaar nog steeds geen vaste werkplek. En wat ging ik, aangemoedigd door jou en mijn andere opleiders, vol goede zin op zoek naar die ene openstaande achterdeur.

We creëerden een heus combi-fellowship waarin ik half chirurg, half ‘Nurses Know Better’-zorgvernieuwer was. Dat laatste bleek verrassend leuk en zeer succesvol. Het voelt als een voorrecht om op de werkvloer met veel bijzondere mensen zorg te verbeteren, hetgeen bovendien hen en ook mij een geweldige impuls aan werkplezier oplevert.

En tussen jou en mij gezegd: ik moet eerlijk bekennen dat de gedachte om het mes aan de wilgen te hangen nu wat vaker in mij opkomt. Tegelijkertijd leidt dat soort gedachten tot ingewikkelde gevoelens en vragen. Soms dramatisch: ‘Wat blijft er van mij over als ik geen chirurg of dokter meer ben?’ Soms logistiek: ‘Kan ik het misschien in combinatie blijven uitvoeren, zodat ik geen keuze hoef te maken?’ En soms gericht op zelfbehoud: ‘Wanneer omarm ik plan B als plan A niet lijkt te lukken?’

Voorlopig blijf ik er nog even in geloven, want de ‘snijder’ in mij – en dat zijn tenslotte zeven van de acht letters van mijn achternaam – is er nog niet aan toe om dat mes aan de wilgen te hangen.

Delen