Teek it easy

 

Christiaan Weijts (1976) is schrijver van romans als Art. 285b, Euforie en De Linkshandigen. Hij won de Anton Wachterprijs, de BNG Literatuurprijs en stond geregeld op de shortlists van de Gouden Uil, de AKO Literatuurprijs en de Libris Literatuurprijs. Daarnaast schrijft hij columns voor nrc.next en De Groene Amsterdammer

 

Dat ik praktisch nooit een huisartsenpraktijk bezoek, is volgens mij de voornaamste reden van mijn – even afkloppen – blakende gezondheid. Maar soms ontkom je er niet aan en dat gebeurt dan altijd in het buitenland, in het weekend, of, zoals de laatste keer, in een minuscuul dorpje in Overijssel.

“En hoelang heeft die teek daar gezeten?”, vroeg de assistente over de telefoon.
“Ik denk een dag of twee, drie”, zeg ik. En voor de zekerheid: “Misschien wel vier.”
“En is het een kring of meer een vlek?”
“Het is een kringvormige vlek, maar op internet heb ik gezien dat…”
“Jeukt het?”

De intake getuigt al niet van veel fiducie in mijn teek en eenmaal met mijn broek naar beneden tegenover een dame in de spreekkamer – want die kwalen hebben een voorkeur voor precaire plekken, in casu de lies – merk ik meteen dat ik hard zal moeten knokken voor mijn felbegeerde potje antibiotica.

“Tsja, ’t is wel een kleintje”, peinst ze, met een koele blik op mijn boxershort.
“Op internet heb ik gezien dat het vaak als kleine vlek begint en daarna pas…”
“Ja, op ínternet”, lacht ze, als om iets hopeloos achterhaalds.

In elke toeristenfolder doen ze alsof achter elke grasspriet een sluipmoordenaar schuilt, maar breng je zo’n beest de spreekkamer in dan kijken ze je vlakjes aan: de zoveelste hypochonder met te veel tijd die elk pukkeltje tot terminale proporties googelt.

Deze keer bijt ik me vast en sleep ik die kuur binnen

Ik vecht. Ik heb me voor dit gesprek ingelezen als voor een mondeling examen. De erythema migrans, de Borreliabacterie, de grootste naarling uit het geslacht der spirocheten. Ik had het volgezogen mormel al met mijn eigen nagels gesloopt. De verkeerde methode natuurlijk. Je moet zo’n speciale tang hebben en dan nog woeden er felle richtingenstrijden, allereerst tussen de aanhangers van de verticale trekbeweging versus hen die zweren bij de kurkentrekkerbeweging, intern weer verdeeld tussen fanatieke linksom- en rechtsomdraaiers.

Al mijn kennis mag niet baten. Drie dagen later ben ik weer thuis. De vlek is gegroeid, van een euro naar twee euro, naar mini-cd. Uiteraard is het vrijdagavond, maar ik wil de stadia cd, lp, helikopterplatform niet afwachten en meld mij bij de huisartsenpost. Ook hier die gelaten terughoudendheid. Maar deze keer bijt ik me vast en sleep ik die kuur binnen, al gaat dat niet van harte.

Net zoals een paar weken later bij mijn eigen huisarts, toen ik een teek bij mijn zoon ontdekte, onder
een dikke bos haar. Hij had er koorts bij gekregen.

“Dat is te snel”, zei onze huisarts. “De incubatietijd is veel langer.”
“Ik las drie tot dertig dagen.”
“Ja, op ínternet…”
“Op de site van het RIVM!”

Vooruit, dat leverde een bonus op: één dosis preventieve antibiotica, die ik overigens maar voor driekwart naar binnen gewerkt kreeg, met een sloot chocoladevla. Hypochonder als ik ben, stuurde ik de teek in een boterhamzakje naar Pro Health, waar ze voor 40 euro meldden dat de Borrelia-bacterie niet kon worden aangetoond. Uitsluitsel geeft het niet, maar laten we het maar niet zo zwaar opnemen. Teek it easy.

Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor.

Delen