‘Stoppen met egotripperij’

interview / Marijn Houwert

Hij is recht voor zijn raap, soms kort door de bocht, maar stelt zich ook kwetsbaar op. Traumachirurg Marijn Houwert werd bekend als medeoprichter van het coronasteunfonds voor zorgprofessionals, maar hij is ook bijna opleider én brengt volgend jaar een boek uit. “Ik zal nooit helemaal in het gareel gaan lopen.”

Trap op, trap af. Het is even zoeken naar een rustige plek in het UMC Utrecht. Ondertussen gaat het, liefhebbers onder elkaar, al gauw over voetbal. Marijn Houwert (38) support zowel Ajax als FC Utrecht en verkiest Messi boven Ronaldo. “Ronaldo is een monster, een ongelofelijk geprotocolleerde vent; ik geniet meer van het achteloze van Messi.” Zelf maakt hij furore bij Kampong 13 tot hij op zijn 28e aan de opleiding tot chirurg begint. “Ik was een typische linksbuiten, grillig”, lacht de traumachirurg. “Het ene moment een mooie actie, het volgende moment zaten teamgenoten met hun handen in het haar.” Nu, in zijn medische loopbaan, is die beschrijving nog steeds wel op Houwert van toepassing. Hij prijst zich gelukkig met zijn ‘trainers’ in het UMCU, zoals hoogleraren Loek Leenen en Menno Vriens, die hem vertrouwen, vrijheid én rugdekking geven.

Dat laatste heeft hij weleens nodig. Een jaar geleden ergert Houwert zich tijdens een visite aan een collega-specialist op de ic die zich laatdunkend uitlaat over de skills van traumachirurgen: ‘Jullie incisies bij een tracheostoma zijn altijd te groot en dat geeft lekkage.’ 

Houwert: “Dat wij als specialisten onder elkaar ­­­– ik doe er zelf net zo goed aan mee – zo vol zijn van ons eigen kunstje en neerkijken op dat van een ander, daar stoor ik me mateloos aan. Ik weet van mezelf dat ik redelijk direct kan zijn, intimiderend soms, dus na die aanvaring op de ic dacht ik: laat ik het van me afschrijven.”

‘Als je alles voor je houdt, verandert er niks’

In het stukje dat Houwert in een kwartier tikt, chargeert hij (‘ik heb nog nooit een kno-arts bij een moeilijke luchtweg gezien en orthopeden opereren alleen met mooi weer’) en spaart hij ook zichzelf niet om zijn boodschap (laten we stoppen met egotripperij en laatdunkend gedrag) kracht bij te zetten. “Ik liet het aan mijn maatje, traumachirurg Falco Hietbrink, lezen en hij zei: ‘Moet je naar Medisch Contact sturen.’ Mijn vrouw had eerst haar twijfels: ‘Haal je je geen ellende op de hals?’” Zelf is Houwert daar niet zo bang voor. “Op het voetbalveld vallen ook weleens harde woorden en dan drink je na afloop een biertje met elkaar. Als je ook in de spiegel kijkt, dan kun je best wat zeggen. Het is hier toch geen Wit-Rusland? Als je alles voor je houdt, verandert er niks.”

Zijn verhaal wordt geplaatst en er volgen meer blogs, waarbij Houwert blijk geeft van een vaardige pen én een stevige mening. Of dat weleens tot narigheid leidt? “Er zijn collega’s geweest die zeggen: ‘Als je zo openhartig bent als jij, dan kan dat weleens een bedreiging zijn voor je academische carrière.’ So be it. Dit is wie ik ben. Ik zal nooit helemaal in het gareel gaan lopen. Dan is het wel fijn te weten dat je rugdekking hebt.” 

Impact

Intussen hebben we een plek gevonden, aan een veredelde picknicktafel naast de lift. Houwert wijst naar de gang verderop. “Daar hangen lijstjes met de namen van wie publicaties het vaakst geciteerd zijn. Een jaarlang stond ik hoog genoteerd. Weet je hoe vaak dat bewuste artikel is gedownload? 1.200 keer. Mijn best gelezen blog is 70.000 keer gelezen. Ik denk dat ik op deze manier meer impact kan hebben.” 

Dat blijkt als de traumachirurg na de COVID-19-uitbraak afgelopen maart in een blog een oproep doet, mede namens collega-chirurg Sander Muijs, voor een garantiefonds voor zorgprofessionals die als gevolg van hun inzet in de frontlinie het virus oplopen en op de ic belanden of komen te overlijden. Twee weken later is Stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWiC) een feit. Houwert wordt voorzitter, Muijs vice-voorzitter en de twee verzamelen ‘een fantastisch team’ om zich heen. “De eerste zes weken na de oprichting zijn we er dag en nacht mee bezig geweest.”

Op het moment van spreken heeft de stichting 4,2 miljoen euro aan donaties ontvangen – dat wordt verdubbeld door VWS – en is net de barrière van één miljoen aan uitkeringen doorbroken. “Bij overlijden keren we 50.000 euro uit, na een ic-opname 30.000 euro”, legt Houwert uit. “Die bedragen zijn berekend door onze financiële experts en gecontroleerd; ze zijn bedoeld als ondersteuning voor de eerste twee cruciale jaren.” Dat ze vooralsnog meer geld hebben opgehaald dan uitgekeerd, betekent dat de chirurgen hun initiële doel hebben gehaald. “Gelukkig zijn er minder slachtoffers onder zorgpersoneel dan we vreesden na de berichten uit Italië en Engeland.” Nu gaat de stichting de volgende fase in. “Veel zal afhangen van of er een tweede golf komt en hoe die eruit zal zien. Nu richten we ons op getroffen zorgverleners die met ‘de handen aan het bed’ staan; mogelijk kunnen we dat uitbreiden naar alle medewerkers in zorginstellingen, behalve medisch specialisten. Of we gaan ook een bedrag uitkeren na een ziekenhuisopname. De opties liggen open.”

Stichting Zorg na Werk in Coronazorg heeft de afgelopen maanden in totaal 1,2 miljoen euro uitgekeerd aan (familie van) 36 zorgverleners die als gevolg van hun werk in de frontlinie van de coronazorg, zelf zijn getroffen. Het gaat om 30 zorgverleners die op de IC terecht zijn gekomen en zes zorgverleners die als gevolg van hun werk in de frontlinie zijn overleden.
Lees verder.

Oorlog 

Waar veel zorgprofessionals door COVID-19 de meest heftige periode uit hun loopbaan beleven, is dat voor Houwert exact een jaar voor de uitbraak in Nederland. Maart 2019, de tramaanslag in Utrecht. “Dichter bij oorlog ben ik niet geweest”, zegt de traumachirurg. “De slachtoffers kwamen achter elkaar binnen. Sommigen terwijl ze gereanimeerd werden. Dan kijk je elkaar aan. Hoe lang al? 45 minuten. Je wilt nog wat doen, maar je weet: kansloos. Stoppen. Door. Volgende patiënt, direct naar ok.”

Binnen 25 minuten worden twee slachtoffers met spoed geopereerd, twee anderen overlijden. Dat is op maandag. Diezelfde week sterven nog twee jonge mensen onder Houwerts handen. Eén na een motorongeval, één aan suïcide. “Ik heb die week te veel gepraat met familie van jonge mensen. Een van die gesprekken deed ik met een laatstejaars aios. Ik vroeg hem: ‘Wie doet het woord?’ Hij wilde wel. Maar toen we de familiekamer binnenstapten, fluisterde hij: ‘Doe jij het maar.’ Dat snap ik. Soms wordt het je te veel. Dokters zijn net gewone mensen. Zelf had ik het dat weekend ook moeilijk. Ik weet nog dat mijn buurman me aansprak. Hij had me met mijn dochtertjes zien lopen, met mijn verweesde blik, en zei: ‘Kom, ik ga een biertje halen.’ Zaten we daar te praten, terwijl mijn dochters op de trampoline sprongen. Dat hielp me op dat moment om het te verwerken. En met een psychiater als vrouw kom ik sowieso geen nazorg te kort.” 

Hij mag dan soms kort door de bocht zijn; het kost Houwert ook geen moeite zichzelf kwetsbaar op te stellen. Zo vertelt hij in een filmpje voor De Jonge Dokter over ‘zijn ergste fout’. Hij stak eens een drain door een dunne darm, met als gevolg dat de patiënt doodziek op de ic belandde. “We zeggen met z’n allen wel: ‘Dokters moeten transparant zijn’, maar als je dat vindt, moet je dat ook dóen.” De patiënt overleefde het, Houwert ging direct na het incident open en eerlijk met diens echtgenote in gesprek. “Dat was de les die ik wilde meegeven. Je doet alles met de beste intenties, maar waar gehakt wordt, vallen spaanders. Als er iets misgaat, stel je dan kwetsbaar op. Als een patiënt tegen mij zegt: ik ga een klacht indienen, dan zeg ik: is goed, kan ik helpen?”

Een andere reden dat hij meewerkt aan dit filmpje is dat hij De Jonge Dokter een warm hart toedraagt. Sowieso is de traumachirurg begaan met het lot van jonge dokters. Zo ook met de groep chirurgen in opleiding die straks allerminst zeker is van een baan. Sterker: er dient zich een overschot van minimaal 150 chirurgen aan. Houwert wijst op meerdere verklaringen: “Ten eerste is de heelkunde enorm gedifferentieerd de laatste jaren. Je kunt niet alles meer met mes en vork oplossen. Die ontwikkeling zal verdergaan. Sommige operaties zullen worden vervangen door andere behandelvormen. Daar komt bij dat de chirurg vroeger alom aanwezig was in het ziekenhuis. Nu hebben we minder taken door de komst van intensivisten, van SEH-artsen.” 

Waarom er dan toch zoveel chirurgen worden opgeleid? “De meeste arts-assistenten kunnen vanaf het tweede jaar wel een galblaas of heup opereren. Voor ziekenhuizen zijn dat gratis werkkrachten.” En dan is er volgens Houwert nog een politiek belang. “Het zou mij niet verbazen dat de politiek als stip op de horizon heeft om alle artsen in loondienst te krijgen. Door overschot te creëren, hebben ze straks een enorme vijver om uit te vissen.”

Nonsens 

Een aanzienlijke groep jonge klaren zal dus straks niet het werk gaan doen waarvoor ze jarenlang zijn opgeleid én waarvoor ze vaak ook nog een promotietraject hebben doorlopen. “Dat je moet promoveren voordat je in opleiding tot chirurg komt, is de grootste nonsens die er is”, wil Houwert eerst kwijt. “80 procent leiden we op voor de periferie. Die dokters zijn echt met andere dingen bezig dan met onderzoek. Je kunt op zó veel manieren waarde toevoegen aan de zorg. Even hypothetisch. Stel, je hebt vier opleidingsplekken te verdelen. Dan zou ik gaan voor een dokter-dokter: iemand die alles wegsnijdt wat voor zijn voeten komt. Voor een dokter met bestuurlijke ervaring of bijvoorbeeld een MBA, voor eentje die onderwijs-minded is en ten slotte voor een dokter die écht wetenschappelijk onderzoek beheerst. De meeste promovendi zitten aan de leiband van het promotieteam en voeren uit wat hen verteld wordt. Waar is het zelf nadenken gebleven? Al die promoties leiden alleen maar tot inflatie van een geneeskunde PhD.”  

‘De meeste promovendi zitten aan de leiband van het promotieteam’

En hij kan het weten, want Houwert is zelf inmiddels tien keer copromotor geweest. Al gaat hij de komende tijd zijn research afbouwen, omdat hij over anderhalf jaar opleider wordt in het UMCU. “Ik wil vooral bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van jonge dokters naar breed opgeleide healthcareprofessionals. Het is waardeloos als je je zes jaar uit de naad hebt gewerkt om chirurg te worden en er is geen plek; maar het is niet anders, deal with it. Dat vraagt om weerbaarheid. Daar wil ik aan werken. Kijk waar je je enorme potentieel wél kunt benutten. Je bent goed in acute geneeskunde, in samenwerken, in beslissingen nemen. Twee arts-assistenten met wie ik ben opgeleid, zijn nu heel gelukkig als huisarts, maar ook buiten de zorg kun je het met je chirurgenskills ver schoppen.”

Voordat hij als opleider aan de slag gaat, brengt Houwert eerst een boek uit. Een jaar na zijn eerste blog legt hij momenteel de laatste hand aan een bundel die volgend jaar verschijnt bij De Arbeiderspers. “Ik hoop dat het meehelpt om de traumachirurgie meer een gezicht te geven. Dat verdient het vakgebied, dat verdienen de patiënten die een ongeval hebben gehad, zo’n 80.000 per jaar. Ik ben blij dat het vak nu wetenschappelijk smoel krijgt in Nederland, dankzij wat traumachirurgen van mijn leeftijd die écht wetenschappelijk onderzoek beheersen en op dat gebied buitengewone dingen doen. In dat verband ben ik trouwens niet de linksbuiten, maar eerder een verdedigende middenvelder: ik faciliteer en probeer hen te laten uitblinken.”

Curriculum vitae

Marijn Houwert (1981) geboren in Utrecht 

Beeld Nout Steenkamp
  • 2000-2008 geneeskunde, Universiteit Utrecht
  • 2009 PhD, Tailoring Stress Incontinence Surgery, Universiteit Utrecht
  • 2010-2016 aios heelkunde, Diakonessenhuis en UMC Utrecht
  • 2014 medeoprichter coaching in de heelkunde, Diakonessenhuis
  • 2016-2017 fellow traumachirurgie, St. Antonius Ziekenhuis
    2017 visiting fellow traumachirurgie, Kantonsspital Graubunden, Chur, Zwitserland
  • 2017-heden traumachirurg, UMC Utrecht
  • 2018-2019 vicevoorzitter congrescommissie, Nederlandse Vereniging voor Heelkunde  
  • 2019-heden voorzitter congrescommissie, Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • 2019-heden
  • blogger Medisch Contact
  • 2020-heden medeoprichter en voorzitter Stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWiC)

Delen