Uit de oude doos XXXV
We eten in Nederland al jarenlang volop buitenlandse gerechten. In 1960 nog niet. In de vaste kookrubriek ‘Verandering van spijs…’, breekt ene Gourmetta in Arts en Auto een lans voor het thuis bereiden van buitenlands eten. “Hoewel U in het normale leven natuurlijk verknocht bent aan de goede degelijke Hollandse keuken, zullen er onder U zijn die tijdens buitenlandse reizen onbekende gerechten hebben leren waarderen.”
De schrijfster meldt dat ingrediënten als laurier, kruidnagel en foelie onontbeerlijk zijn in de buitenlandse keuken. Dan neemt Gourmetta een risico: “Verder – en nu voel ik Uw verzet als een muur oprijzen – knoflook. Die tegenstand betreft ‘de nare adem die men ervan krijgt’.”
Maar de dappere dame zet door. Ze vertelt de lezers over haar ervaringen met haar man. “In mijn huis geen knoflook was zijn slagzin. Aangezien hij in onze ménage de pantalon droeg, gaf ik grif toe.”
Maar stiekem voert Gourmetta het gebruik van ‘het edele kruid’ in de maaltijden op van ‘nihil naar een teentje of meer’. Tot haar man vraagt of ‘zij toch vooral de knoflook niet vergat.’ Desondanks weet Gourmetta: “Er zullen toch diverse potentiële meekooksters zijn teruggedeinsd, maar mag ik de overgebleven, moedige lezeressen uitnodigen thans gezellig enkele exotische gerechten samen te stellen?”
In de rubriek ‘Mijn recept’ van dit nummer vindt u een buitenlands recept van een van onze lezers. Met knoflook.
Wij wensen u veel moed!