Villa Koningslaan – deel 29 (slot)

Eerder:

De Heuvelsen hebben de villa leeggeruimd voor de verkoop. Ze verwerken dat ieder op hun eigen manier. Eerder bezochten ze Saskia, Noëls halfzus in de VS. Iedereen heeft zich inmiddels aangemeld voor het jubileumcongres van VvAA. Ook Bram Horowitz, uroloog en oud-buurjongen van de Koningslaan.

Het onbekende verhaal

“Ik ben blij voor je dat je gelukkig bent met dat meisje, Nicole”, zegt Sofie tegen haar nichtje. Ze staan met vele andere congresgangers in de gang van de Werkspoorkathedraal, een reusachtige historische, industriële locatie van metaal en steen in Utrecht.

“Ja, het voelt voorbestemd”, zegt Nicole. “Ik bedoel onze liefde. Ondanks het leeftijdsverschil.”

Sofie knikt. “Waar zijn Michiel en Diana trouwens?”, vraagt ze.

“Nog onderweg, Michiel had pech met de auto.”

100 jaar VvAA! melden spandoeken en bordjes juichend. In de stampende drukte is iedereen op weg naar de plenaire opening, intussen nippend aan koffie of thee. Michiel en Diana voegen zich ook bij het gezelschap. “Net op tijd”, zegt Michiel. “Een pluim voor de wegenwacht.”

Als iedereen na de opening de zaal weer uitloopt, raakt Sofie wat achterop.

“Kijk eens wie we daar hebben”, hoort ze plotseling iemand zeggen. Het is Bram, de zoon van wijlen buurman Horowitz.

“Bram! Wat leuk.”

“Ja”, is het enige wat hij uitbrengt.

Hij knijpt zijn lippen op elkaar en sluit schijnbaar verlegen zijn ogen. Even is het stil tussen hen, een vreemd particulier soort stilte in het algehele geroezemoes. Dan legt hij zijn hand op haar schouder. “Kom”, zegt hij, “ik wil je wat zeggen. Ik heb lang getwijfeld en getreuzeld, maar ik kan het nu niet meer voor me houden. Ik moet het kwijt.”

Sofie houdt haar pas in en beiden stappen naar opzij de rij uit. Hij trekt haar naar een statafel en als ze daar eenmaal staan, zucht hij diep.

“We missen de koffie”, zegt Sofie quasi lollig, maar op haar hoede.

“Je vader…” fluistert Horowitz. “Hij heeft jullie laten geloven dat er niets gebeurd is in de villa en dat er dus geen lijk is geweest. Maar mijn vader wist wel beter.”

Sofie is overrompeld door deze plotselinge opmerking maar herstelt zich snel.

“Hoe wist hij dat dan?”

“Doordat Noël het hem zelf heeft verteld. Ik weet gewoon dat jullie nooit goed gezocht hebben.”

“Nooit goed gezocht? Nou, wij zijn het hele huis doorgegaan maar hebben niets gevonden. Wat is er dan precies gebeurd volgens jou?”

“Jouw vader heeft aan mijn vader verteld dat hij op een avond in het voorjaar van 1992 contact heeft gelegd met een callgirl. Hoe? Dat weet ik niet. Misschien gewoon via het telefoonboek. Ze heette Jasmine Moana, was werkzaam in Amsterdam en hield vooral succesvolle zakenlieden en publieke figuren gezelschap. Goed; zij kwam dus naar de Koningslaan, maar ze is daar nooit meer levend vandaan gegaan.”

De bel voor de eerste sessie gaat. “De volgende spreker is Marcel Levi”, zegt een omroeper door de speaker.

“Wil je nou zeggen dat mijn vader een prostituee naar zijn huis liet komen en haar vervolgens vermoord heeft?”

“Wacht Sofie, ik verzin het niet hè? Je vader heeft het zelf aan mijn vader verteld. En hij heeft haar niet met opzet gedood, maar per ongeluk.”

Sofie schudt het hoofd. “Ik kan dit bijna niet geloven. Hoe, waarom? Zeg me: hoe dan!?”

“Een handeling die we kennen onder de noemer erotische asfyxie”, antwoordt Horowitz rustig.

Sofie kijkt haar gesprekspartner zwijgend aan. Ze probeert te verwerken wat hij zojuist zei.

“Erotische asfixie!? Je bedoelt wurgs…” Haar stem hapert.

“Nou ja, hoe het precies gebeurde heeft hij niet verteld, maar wel dat er een ongeluk gebeurde. Of in ieder geval dat er iets fout ging. Je hoort weleens dat het fout gaat, bijvoorbeeld doordat een touw of een sjaal te strak wordt aangetrokken. Met de dood tot gevolg. Bij Noël gebeurde dat kennelijk ook. Hij heeft geprobeerd haar te redden, maar het was te laat. Hoe dan ook, die vrouw lag daar dood op bed. En Noël wilde haar zo snel mogelijk wegwerken. Als het kadaver van een dier. Geen idee waarom hij geen hulpdiensten inschakelde, een ambulance, 112, whatever. Hij probeerde het zelf op te lossen. Uit de kelder haalde hij een PDFE-zak die hij nog had uit zijn praktijk als dierenarts. Daar stopte hij het lijk in. Hij maakte de fout de politie niet in te schakelen. Had hij dat wel gedaan, dan was hij weliswaar veroordeeld, maar niet zo zwaar gestraft als nu. Nu zat hij de rest van zijn leven opgezadeld met een immens schuldgevoel.”

Sofie schudt het hoofd en loopt weg. Het wordt haar even te veel. Maar al snel komt ze weer terug. “Stel dat het waar is”, zegt ze. “En stel dat het lijk zich inderdaad niet in huis bevindt, wat het geval is, dan moet het ergens anders zijn.”

“Precies.”

Sofie kijkt Bram Horowitz met vragende blik aan. “Waar dan?”

“In de tuin”, antwoordt hij op snelle, bijna zakelijke toon.

“In de tuin? Hoe kan dat nou? Mijn vader was toen al een zeventiger. Hij was niet in staat om in zo’n korte tijd zo’n diep gat in de tuin te graven om de zak daarin te dumpen.”

Horowitz kijkt naar de mensenmassa die alweer op weg is naar de grote zaal. “Dat was ook helemaal niet nodig”, zegt hij.

“Waarom niet?”

“Omdat er in de tuin al een grafkelder aanwezig was. Al die tijd al.”

‘Attentie!’ zegt een stem door de speaker. ‘Marcel Levi gaat spreken over de arts als zorgprofessional. Over vijf minuten in de grote zaal.’

“Een grafkelder?” vraagt Sofie. “Waar dan?”

“In de bosschages bij de Amerikaanse essen”, zegt Horowitz. “Nauwelijks zichtbaar.”

“Zat die er altijd al?”

“Nee, niet altijd. Naar ik me heb laten vertellen heeft je grootvader Daniël deze kelder in de oorlog laten aanbrengen, als een soort schuilkelder. Misschien wel voor zijn schilderijen, wie zal het zeggen. Noël heeft ervan geweten. Sterker nog, hij was erbij toen de kelder gegraven werd.”

“Wonderbaarlijk”, zegt Sofie zacht. “Een verzetsdaad dus eigenlijk.”

“Zo zou je dat kunnen zeggen.”

“Maar waarom hebben jullie er nooit iets eerder over gezegd?” vraagt Sofie. “Door te zwijgen werd je vader medeplichtig. En jij uiteindelijk ook.”

“Mijn vader heeft jouw vader beloofd te zwijgen. En ik had me heilig voorgenomen het ook te doen, maar nu kon ik het niet meer. Het spijt me dat ik je in de war heb gebracht.”

Sofie schudt langzaam het hoofd, nog steeds in de verwerkingsfase verkerend.

“Dus er is een kans dat het lijk van die callgirl in de grafkelder ligt, samen met het gestolen paneel van het Lam Gods? Ik bedoel, mijn opa bewaarde er mogelijk ook schilderijen, zeg je.”

Horowitz glimlacht. “Het lijkt me niet verstandig”, zegt hij. “Maar goed, theoretisch is het mogelijk.”

“Sofie!!” klinkt het opeens door de ruimte. Nicole en Michiel komen aangelopen, met in hun kielzog Diana.

“Hé, kijk nou, daar heb je onze ouwe buurjongen Bram”, zegt Diana zodra ze bij elkaar staan. Ze begroeten elkaar hartelijk.

“Wat een leuk congres hè?” zegt Nicole.

“Zeker”, antwoordt Sofie. “Heel leuk.” Ze kijkt tersluiks nog even naar Horowitz. Hij heeft een neutrale blik, maar zijn ogen glijden vragend van Sofie naar Nicole, Michiel en Diana. Ze weet wat hij bedoelt, wacht even, maar schudt ten slotte bijna onmerkbaar het hoofd.


Dit was de laatste aflevering van Villa Koningslaan, Adri van Beelen schreef het feuilleton in aanloop naar het 100-jarig jubileum van VvAA in opdracht van Arts en Auto: artsenauto.nl/feuilleton

Auteur Adri van Beelen is verpleegkundige (niet-praktiserend), (freelance) journalist, programmamaker en auteur van de volgende boeken: In vrije val (2008)Celeste (2012)Verborgen (2013)De vrouwenverzamelaar (2015)De familie Duinen (2017)Het zieke vliegtuig (2019)

Delen