Justitie vordert geluidsband

Juristen en advocaten van VvAA ondersteunen dagelijks leden bij uiteenlopende juridische problemen. In deze reeks bespreken zij verschillende zaken. Deze aflevering: Valéry Daniels, advocaat VvAA Rechtsbijstand.

 

 

Op een avond krijgt een huisartsenpost een telefoontje van de ouders van een meisje van drie maanden dat van de commode is gevallen. Het telefoongesprek met de assistente wordt – zoals op veel posten gebruikelijk – op band opgenomen. Na overleg komen de ouders met hun dochter naar de huisartsenpost, waar een huisarts het kindje onderzoekt. Omdat er geen ernstig letsel lijkt te zijn, mogen de ouders weer met de baby naar huis. Tijdens het onderzoek heeft de arts geen aanwijzingen gevonden dat er sprake zou zijn van kindermishandeling.

Een aantal maanden later vraagt de officier van justitie om de geluidsband waarop het telefoongesprek met de ouders staat. Justitie heeft op basis van onderzoek door een forensisch arts aanwijzingen dat er toch sprake van kindermishandeling zou zijn. De ouders geven toestemming.

De huisartsenpost checkt eerst bij de ouders of zij bij de door hen gegeven toestemming blijven. In weerwil van hun positieve antwoord besluit de huisartsenpost de geluidsband toch niet af te geven. Belangrijkste overweging is dat iedereen die aan de post zorg vraagt, erop moet kunnen vertrouwen dat alles geheim blijft – uitzonderingen daargelaten – en niet aan derden (ook niet aan politie/justitie) wordt verstrekt. De post wil de band niet – zonder dat de rechter erover geoordeeld heeft – afgeven aan justitie. Mag de huisartsenpost weigeren om de geluidsband af te staan?

Lees verder (pdf).

09-2014p026-027

Delen