Als goed niet goed genoeg is

Balen van een 7, alleen tevreden met een 9. Perfectionisme is een veel voorkomende eigenschap onder (para)medisch studenten. Niet per definitie een verkeerde eigenschap, maar wanneer je erin doorslaat, kan dat grote, psychische gevolgen hebben.  

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Tamar Smit 

Het begint al vóór de studie. Voor veel (para)medische opleidingen geldt een strenge selectie. Geneeskunde, diergeneeskunde, tandheelkunde: je moet uitblinken op het vwo, anders word je sowieso niet ingeloot. Tijdens de studie moet (of gaat) er vervolgens nog een schepje bovenop. Bij geneeskunde moet je je onderscheiden, wil je later überhaupt kans maken op een felbegeerde opleidingsplek. Bij andere studies is het carrièrepad misschien wat zekerder, maar zijn er wel andere factoren die het perfectionisme (verder) aanwakkeren. Bij tandheelkunde móet je bijvoorbeeld bepaalde praktijktoetsen halen, anders is het exit. En voor álle studies met patiëntcontact geldt: bij praktijkonderwijs, stages of coschappen word je op je vingers gekeken. Door de patiënt, maar vaak ook door een supervisor.

Dat laatste ziet Monique Römkens, studentendecaan bij Fontys Hogescholen, als een verklaring voor het feit dat fysiotherapie- en verpleegkundestudenten bovengemiddeld vertegenwoordigd zijn bij de Fontys-workshop ‘Omgaan met perfectionisme’. Wat bij die workshop verder opvalt: 80 tot 90 procent van de deelnemers is vrouw. En volgens Römkens is dat niet alleen omdat het vooral dames zijn die verpleegkunde studeren. “Ik denk dat perfectionisme meer een ‘vrouwending’ is én dat het bij vrouwen wat minder taboe is. Wat we ook zien, is dat het zich bij hen vaak anders uit. Zij hebben vooral moeite met feedback die al gauw als kritiek wordt ervaren, en hebben behoefte aan waardering van de omgeving. Jongens zijn gevoeliger voor afleiding en zijn oververtegenwoordigd bij de workshop ‘Omgaan met uitstelgedrag’. En uitstellen kán ook een kenmerk van perfectionisme zijn.”

Hoge eisen

Los van het geslacht stijgt het aantal hogeschoolstudenten dat deelneemt elk jaar, sinds Römkens en mede-decaan Nico Schloen de workshop tien jaar terug introduceerden. De online-versie van afgelopen jaar had een recordaantal deelnemers. Enerzijds ziet Römkens dat als iets positiefs. “Het wordt meer en meer geaccepteerd en erkend dat perfectionisme een belemmering kan zijn waarvoor je hulp kunt zoeken.” Anderzijds kun je de populariteit van de workshop zien als een bevestiging van de toename als het gaat om perfectionisme onder studenten. 

 Uit een Britse studie uit 2017 blijkt dat de sociale druk die twintigers ervaren om perfect te zijn de afgelopen dertig jaar met ruim 30 procent is toegenomen. Voor Jaap van der Stel – gedragswetenschapper en lector ggz aan de Hogeschool Leiden – reden om in dit fenomeen te duiken en er een boek over te schrijven. In Perfectionisme beschrijft hij onder meer verklaringen voor die toename. “De samenleving is enorm veranderd. Er worden hogere eisen gesteld. Door ouders, door docenten, door opleidingen, door de arbeidsmarkt. Er is meer concurrentie; de wereld kent geen grenzen meer. Voor een promotieplek in Nederland solliciteren ook jongeren uit China.” 

‘Sociale druk die twintigers ervaren om perfect te zijn, is de afgelopen dertig jaar met ruim 30 procent toegenomen’

Toch wordt perfectionisme volgens Römkens nooit alleen veroorzaakt door factoren van buitenaf. “Omgevingsfactoren spelen zeker een rol, maar studenten die er last hebben, hebben er ook een bepaalde gevoeligheid voor”, zegt de Fontys-decaan. “Die gevoeligheid kan aangewakkerd worden door incidenten, in de thuis- of schoolsituatie, maar bijvoorbeeld ook door het leenstelsel dat een financiële druk op studenten legt om te presteren. Én studenten leggen elkaar hoge eisen op, bewust en onbewust. Social media draagt daar niet bepaald positief aan bij. Daarop lijkt het gras altijd groener bij een ander, waardoor iemand misschien de lat voor zichzelf hoger gaat leggen. Te hoog gaat leggen.”

Dat studenten elkaar hoge eisen opleggen, niet alleen op social media, maar ook in real life, blijkt wel uit het verhaal van Kathelijn van Heusden in Arts en Auto Student van een tijdje terug. “Op zondagochtend staan we om 7.45 uur in de rij voor de UB, want je móet lange dagen maken”, zei de toenmalig derdejaars diergeneeskunde pre-corona. “En als ik me dan helemaal suf heb geleerd, dan wil ik verdorie een 8 en geen 5,8 halen.” 

Imperfectie aanvaarden 

Het streven naar een 8 is niet verkeerd. Het gaat erom, zo legt Van der Stel uit, hoe je reageert wanneer het een 5,8 wordt. “Denk je dan: ik heb het slecht gedaan of ik heb toch niet goed genoeg geleerd? Óf betrek je het op jezelf: ik ben niks, ik ben een minkukel. Dat is psychologisch een groot verschil. Perfectionisme is niet erg zolang je imperfectie kunt aanvaarden en níet op jou als persoon betrekt, want dan ontwikkel je een negatief zelfbeeld, met alle gevolgen van dien voor je gezondheid.” 

Die gevolgen liegen er niet om. “Van ’s nachts wakker liggen tot angst, paniekaanvallen en burn-out”, somt Van der Stel op. “Als je uitpluist hoe een burn-out bij een student tot stand is gekomen, dan is perfectionisme in veel gevallen een factor geweest.” Römkens voegt nog toe: “Wanneer perfectionisme tot uitstelgedrag leidt, bijvoorbeeld om feedback of een beoordeling te mijden, dan kan dat uiteindelijk tot studievertraging leiden, wat weer enorme financiële gevolgen met zich kan meebrengen.”

‘Tips werken pas als je ernaar op zoek bent’

Om te voorkomen dat studenten in deze situaties belanden, hebben ze bij Fontys de workshop ontwikkeld, inclusief een ‘Perfectionisme Zelfonderzoek’ (zie kader). “Dit is een hulpmiddel om bewustzijn te creëren”, legt Römkens uit. “We vragen studenten hun eigen ‘perfectionismeprofiel’ samen te stellen door de drie voor hen meest herkenbare, dominante kenmerken te selecteren. Vervolgens kijkt de student per kenmerk welke helpende stappen hij of zij kan zetten. Kleine stapjes kunnen al helpen om een patroon te doorbreken. Bijvoorbeeld social media in de ban doen als je merkt dat dat van invloed is. Of een stagebegeleider vragen om iets minder op je vingers te kijken.” 

Hulp inschakelen

Maar kun je perfectionisme wel écht afleren? Römkens: “Waar bijvoorbeeld dyslexie een stoornis is waarmee je moet leren leven, is perfectionisme een gedragsuiting die een probleem kan worden. En we weten: een probleem kun je oplossen. Hoe en hoe moeilijk dat is, verschilt per individu, maar voor elke perfectionist geldt: zonder hulp is dat heel lastig.”

Juist perfectionisten kunnen een hoge drempel ervaren om hulp in te schakelen, want dat kan voelen als falen. “Daarom is het belangrijk dat er aandacht is voor perfectionisme, dat het als een potentieel probleem erkend wordt”, zegt Van der Stel. “Dat verlaagt de drempel om hulp te vragen bij een coach of psycholoog of via een workshop. Want we kunnen wel tips geven, maar die werken pas als je ernaar op zoek bent.”

Perfectionisme zelfonderzoek

Waardering 

Ik heb behoefte aan waardering, succes en liefde. Ik heb mezelf aangeleerd dat je waardering ‘verdient’ door alles vooral héél goed te doen. In de praktijk blijkt alleen dat die ‘perfectionistische’ methoden vaak niet tot die felbegeerde waardering leiden.  

Kritiek

Ik ben gevoelig voor de mening van anderen. Dat maakt me kwetsbaar en afhankelijk van externe factoren. Om mezelf te beschermen en te verdedigen tegen kritiek, gebruik ik mijn perfectionisme.

Onhaalbare doelen

Ik stel mezelf onhaalbare doelen: de eerste en allesbepalende stap in een vicieuze cirkel. Omdat ik die doelen niet kan realiseren, ervaar ik een constante druk om perfect te moeten zijn. Ondanks alle inspanningen bereik ik weinig, wat leidt tot een negatief zelfbeeld. 

Fouten

Ik mag van mezelf géén fouten maken en moet altijd en overal de hoogste staat van perfectie bereiken. Als dat niet lukt, heb ik gefaald en wijt ik dat vooral aan mezelf. 

Uitstellen

Ik vertoon vaak uitstelgedrag. Het inleveren van werkstukken of verslagen stel ik uit, omdat ze nog niet perfect zijn. En door uitstellen hoef ik een verwacht onplezierig gevoel (negatieve feedback) nog niet meteen te ervaren. 

Streng

Ik ben streng voor mezelf. Blijf maar schaven en verbeteren. Omdat het niet snel goed genoeg is, ben ik steeds in gevecht met de tijd. Daarnaast stel ik ook hoge eisen aan anderen, wat weer tot extra stress kan leiden. 

Controle

Ik heb een sterke behoefte aan controle. Dat geldt niet alleen voor mijn individuele werk- en leerproces, maar ook voor het groepsproces. “Alles in eigen hand” biedt daarbij vaak (schijn)zekerheid en leidt regelmatig tot stress en conflicten.

Dit is een ingekorte versie van het Perfectionisme Zelfonderzoek (PZO) van Monique Römkens en Nico Schloen.

Delen