Betere zorg buiten het ziekenhuis

Over zorgsubstitutie wordt heel wat gepraat en geschreven. Er worden akkoorden en convenanten over gesloten, die de zorg beter betaalbaar en doelmatiger moeten maken. Maar wat betekent het in de praktijk voor de zorgverleners en niet te vergeten voor de patiënt?

Tekst: Michiel Tent | Beeld: Tamar Smit

Door alle aandacht die het de laatste jaren trekt, zou je bijna denken dat het om iets nieuws gaat. Toch is zorgsubstitutie niets anders dan zorg van het ene ‘echelon’ naar het andere verschuiven en dat gebeurt al heel lang. In de praktijk is het vooral overheveling van zorg uit het ziekenhuis naar de huisarts, van de tweede naar de eerste lijn dus. Hierbij ontstaan ook mengvormen: de ‘anderhalve lijn’. De belangrijkste argumenten die we steeds weer horen zijn: meer doelmatigheid en minder kosten. Het verbetert de samenwerking tussen zorgverleners en houdt de zorg dicht
bij de patiënt.

Het uitgangspunt van substitutie is: de juiste zorg op de juiste plek op het juiste moment door de juiste zorgver-leners. Een uitgangspunt dat al zo oud is als de indeling van de zorg in echelons: nulde, eerste, tweede en derde lijn. Wat voortdurend verandert, zijn de opvattingen over wat ‘juist’ is, waarbij het probleem van de stijgende zorgkosten steeds meer gewicht in de schaal legt. Zelfs bij een specialisme als oncologie is substitutie een issue, omdat kanker steeds vaker een chronische ziekte wordt die niet altijd binnen ziekenhuismuren hoeft te worden behandeld. Nog beter toepasbaar is het op diabetes- en longzorg.

[Tweet “Het zijn vooral huisartsen en specialisten die het initiatief rond substitutie moeten nemen”]

“Echt specialistische zorg moet je niet willen verplaatsen, echte huisartsenzorg ook niet. Maar er is een groot grijs gebied dat zich goed leent voor afspraken over substitutie,” aldus Marcel van der Linde, cardioloog in het Drachtse Ziekenhuis Nij Smellinghe en voorzitter van de Werkgroep Substitutie van de Federatie Medisch Specialisten. Ook zijn eigen specialisme bevindt zich wat Van der Linde betreft voor een deel in dit grijze gebied.

Van der Linde vertelt dat in Drachten sinds januari 2016 een substitutieproject in anderhalvelijnsvorm loopt rond cardiologische, dermatologische en orthopedische zorg. “Het is heel belangrijk om daarbij goede afspraken over patiëntenselectie te maken. Welke ziektebeelden, klachten, ziektefase en patiëntengroepen lenen zich in een bepaalde regio voor zorg buiten het ziekenhuis? Daar moet je goed over nadenken, want lukt het niet en komt de patiënt alsnog naar het ziekenhuis, dan maak je dubbele kosten.”

Lees verder (pdf).

substitutie in de zorg

Delen