De week van Suzanne Huurman (1)

Sportarts Suzanne Huurman (34) is gestopt bij Real Madrid en focust zich nu als bondsarts van de handbaldames op de Olympische Spelen. De topsporters spelen 25 juli 2024 hun eerste wedstrijd in Parijs. Vanuit Zweden, waar het team deze week traint en oefenwedstrijden speelt, belt Huurman met Arts en Auto voor een terugblik op de week.

Beeld Nout Steenkamp | Suzanne Huurman

Hoe zou je je week omschrijven?
‘Geen idee welke dag het is vandaag.’ Ze lacht. ‘Je hoort het al, het gaat heel goed. Als ik de week met één zin zou moeten omschrijven, haal ik onze yell aan. Eén speler doet de voorzet: ‘Waar gaan we voor?’ En dan iedereen: ‘goud’! Alles wat we doen, staat in het teken daarvan.

Deze week zitten we intern in Zweden. We noemen het de donkerrode week, wat staat voor de zwaarste belasting: intensieve trainingen en oefenwedstrijden tegen Zweden, dat ook een sterk team heeft. De meiden kunnen hun ogen bijna niet meer openhouden. Herstel na de trainingen is heel belangrijk. Voeding, behandelingen en rust zijn daarbij leidend. Dus ze slapen veel tussendoor.

Welke vraag krijg je als sportarts het meest?

‘Wat houdt medische begeleiding in? Het zijn allemaal jonge gasten, wat doe je de hele dag?’

Wat doe je de hele dag?
Aan mij de taak, samen met mijn collega’s, de ploeg zo fit mogelijk te houden en per training te kijken wie wat aankan. Dat houdt in: zoveel mogelijk gezonde trainingsuren en wedstrijden voor de topsporters verzorgen. Waarbij ze nét niet over de rand gaan. Je pusht ze tot het maximale, daar worden ze sterker van. Maar de scheidslijn is heel dun. Wat voor de ene speler te zwaar is, is voor een ander oké. En de snelheid van herstellen verschilt ook per persoon.

Ik ben dus continu bezig met de balans tussen belasting en belastbaarheid. Ontstaan er toch blessures, dan is het aan het medisch team die zo goed en snel mogelijk te herstellen.

Lees ook het tweede gesprek met Suzanne Huurman tijdens de Olympische Spelen:
>> 10 dagen in het Olympisch dorp in Parijs

Gemiddeld krijgt 11 procent van de sporters op de Olympische Spelen met ziekte te maken, zoals een bovenluchtweginfectie. Dat wil je niet als je vier jaar hebt getraind op een sportprestatie. Daarom zijn we ook veel bezig met preventie.

Op de spelen van Tokio was het ziektepercentage tijdens de Covid-pandemie veel lager: 2 procent. Iedereen droeg toen mondkapjes, hield afstand van anderen, vermeed drukke plekken, ook vóór de spelen, en deed aan handhygiëne. Om de kans op ziekte te verkleinen, willen we dat voorbeeld volgen. Zaterdag geef ik er een presentatie over aan het team. Het is geen nieuwe informatie, maar voor de bewustwording werkt herhaling. Het gaat wel om hun olympische droom.

Het is voor de spelers druk, hoe is dat voor jou?
Ook heel druk, snel schakelen en veel multitasken. Twee trainingen per dag, de juiste voeding en eetmomenten afstemmen, fysio- en massagebehandelingen regelen voor optimaal herstel.

Gisteren kwam de dopingautoriteit onverwacht langs om acht speelsters te testen. We gingen bijna eten, sommigen hadden net geplast. Dus het duurde wel een paar uur voor iedereen was getest. Zoiets schopt een heel programma in de war. Terwijl ik bij de dopingcontrole was, logde ik met mijn mobiel in bij een online overleg met TeamNL Medisch Parijs, de overkoepelende medische staf van NOC*NSF in Parijs. En de planning van de fysiotherapie- en massagebehandelingen moest verschoven.

Hoe start jouw dag na zo’n avond?

Normaal gaat mijn wekker om 6.15 uur en ga ik zelf trainen. Ik vind het heerlijk om door steden, dorpjes of over het strand te rennen en zo nieuwe plekken te ontdekken. Ik red het met weinig slaap, maar vanochtend zag ik op mijn smart ring dat ik maar 4 uur en 10 minuten had geslapen. Dus vanochtend heb ik mijn training geskipt om nog wat langer in mijn bed te liggen.

Om acht uur is de stafmeeting. Dan hoort de medische staf – bestaande uit de strength and conditioning coach, de fysiotherapeut, de masseur en ik, de ‘doc’ – van de bondscoach wat de training van die dag inhoudt. Of het accent ligt op volume, tactiek, de aanval, de dekking. Is het veel omschakelen, veel rennen, of alles op één helft? Heeft een speler last van een schouder- een, hamstringblessure of bijvoorbeeld pijn aan de enkel of rug? Dan kijk ik of die persoon kan meedoen aan de teamtraining of, al dan niet gedeeltelijk, een aangepast programma kan volgen.

Je ruilde Real Madrid in voor de Olympische Spelen. Hoe maak je zo’n keuze?

Ik werk nu negen jaar in de voetbaltop. Met als absoluut hoogtepunt een uitverkocht Camp Nou (stadion van FC Barcelona, het grootste stadion van Europa, redactie). Ruim 915.000 toeschouwers zagen toen in de kwartfinale van de Champions League de vrouwen van Real Madrid tegen Barça spelen.

Ik houd ervan mezelf te ontwikkelen en uit te dagen. De Olympische Spelen zijn het summum van sportprestaties. Voor mij heeft het iets magisch dat atleten van over de hele wereld strijden om goud en eeuwige roem. Het is dus een mooie kans om in een andere werkomgeving topsporters zo goed mogelijk te ondersteunen om hun doel te bereiken.

Het handbalteam is heel hecht, met een paar oudere spelers met een grote staat van dienst en veel jonge talenten.

Afgelopen zaterdag zagen we je nog als commentator bij NOS Studio Fussball

Ja, dat was leuk. Ik vind het belangrijk om de sportgeneeskunde te belichten, het is nog een relatief klein medisch specialisme, met zes tot zeven opleidingsplekken per jaar. Dus mooi om op dit soort momenten te kunnen uitdragen wat een sportarts precies doet.

Over Suzanne Huurman

Suzanne Huurman (34) was negen jaar sportarts bij voetbalteams als Go Ahead Eagles, PSV en Real Madrid. Ze is nu consultant voor de City Football Group – LommelSK en werkt voor FIFA als match doctor bij WK’s. Samen met een collega zette ze in het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht een nieuwe afdeling sportgeneeskunde op.

Sinds twee jaar is ze bondarts van de Oranje Handbaldames en sinds 2018 als High Performance Expert van TeamNL onderdeel van de TeamNL Medische Staf die binnenkort naar de Olympische Spelen afreist.

Meer over Suzanne Huurman: “Ik wil mijn eigen topkliniek”

Delen