Favoriete pil- Ethica
Ronald Mann (Bilthoven, 1962) werkt als zelfstandig gevestigd én als interim- psychiater. Zijn favoriete pil: de Ethica van de Nederlandse filosoof Baruch de Spinoza (1632-1677).
Tekst: Frank van Kolfschooten | Beeld: De Beeldredaktie/Sander Koning
“Verbazingwekkend dat scholen geen les geven over de Ethica van Spinoza”, zegt psychiater Ronald Mann uit Naarden. “Tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik zelf ook weinig wist van de grootste filosoof die Nederland ooit heeft gehad. In mijn opleiding tot psychiater en psychotherapeut is hij nooit aan bod gekomen, terwijl hij alle thema’s bespreekt waar het voor de mens om draait: van leven en dood tot zingeving, macht, samenleven in kleine en grote kring, de natuur, het heelal en God.”
De eerste keer dat Mann de Ethica las, begreep hij er maar een fractie van. “Het was een grote granieten berg. Daarna ben ik het boek gaan bestuderen in cursussen en drong ik met veel doorknagen soms door tot de kern van het boek. Maar bij iedere herlezing moet ik er opnieuw inkomen en duurt het even voordat ik denk: oh ja, daar gaat het over. Het spannende aan dit boek is dat ik steeds moet vechten om te begrijpen wat Spinoza bedoelt en in hoeverre het van toepassing is op mijn leven.”
Lezing van de Ethica heeft ook invloed gehad op Manns omgang met patiënten in de behandelkamer. “Dat een 350 jaar oud boek mij nieuwe inzichten biedt, is verrassend, maar het illustreert ook hoe we met z’n allen in de geestelijke gezondheidszorg het spoor bijster zijn geraakt. De lage rendementen van behandelingen laten zien dat pillen en psychotherapeutische technieken alleen geen oplossing bieden voor veel psychische problemen.”
‘Dat zo’n oud boek illustreert hoe we in de ggz het spoor bijster zijn geraakt, is verrassend’
Volgens Mann is de ggz te veel gericht geraakt op het onderbrengen van klachten in classificatiesystemen voor syndromen en ziekten, met de organisatorische en financiële perikelen die daaraan vastzitten. “Een patiënt treft in de huidige ggz vaak veel verschillende hulpverleners waardoor hechting en de noodzakelijke veiligheid in de behandelrelatie steeds moeizamer tot stand komen. De essentie van een behandeling sneeuwt daardoor onder.”
Mann zegt door Spinoza te hebben geleerd minder nadruk te leggen op de klachten van patiënten en terug te keren naar wezenlijke vragen. “Ik vraag: waarom wil je van je klachten af? Ten dienste van wat? Wat is de essentie van wat je raakt? Waar word je blij van?”
Die eenvoudige vragen kunnen heel schokkend zijn voor patiënten, zegt Mann, “maar je komt daardoor samen sneller tot de kern. Het oplossen van klachten wordt ondergeschikt gemaakt aan het terugwinnen van levenslust. Ik ben een betere gesprekspartner geworden door zingeving te betrekken in de behandeling.”