Informatie Veilig Thuis

Is een verloskundige verplicht om informatie over een cliënte te verstrekken aan Veilig Thuis?

Een verloskundige begeleidt een zwangere cliënte. Zij weet dat cliënte eerder te maken heeft gehad met een melding van Veilig Thuis (toen nog AMK; hierna ook VT) en daarna met een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming (Raad) betreffende kinderen uit haar vorige huwelijk. De aanleiding hiervoor waren de risico’s die de kinderen liepen als gevolg van de vechtscheidingssituatie. Uiteindelijk zijn de kinderen op verzoek van de Raad tijdelijk onder toezicht gesteld. Cliënte is bang dat genoemde instanties zich weer met haar gaan bemoeien, als zij op de hoogte raken van haar zwangerschap. Zij weet dat betrokken zorgverleners, zoals de verloskundige, ook informatie aan deze instanties mogen verstrekken zonder haar toestemming.

Cliënte vraagt of zij de verloskundige kan vertrouwen. Die heeft er belang bij dat cliënte open is over alles wat relevant is voor een goed verloop van de zwangerschap, maar de verloskundige kan haar niet garanderen dat zij geen informatie zal verstrekken aan de Raad of VT.

De ex van cliënte heeft VT ingelicht over haar zwangerschap. VT benadert de verloskundige voor het verstrekken van informatie. Hoe kan de verloskundige hiermee omgaan? Ze wil het contact met de moeder goed houden, ook omdat ze bang is dat zij zich anders aan haar zorg zal onttrekken.

Lieke van der Scheer is filosoof/
ethicus

Veilig Thuis is bevoegd om informatie op te vragen bij alle zorgverleners die betrokken zijn bij een gezin. Waarom is dat zo? Uit bezorgdheid om kinderen, uit angst dat een kind wordt verwaarloosd of mishandeld. En om te voorkomen dat het helemaal misgaat met kinderen en het achteraf onbegrijpelijk is dat niemand heeft ingegrepen. Als alle informatie op één plek bij elkaar komt, is de kans kleiner dat zorgverleners langs elkaar heen werken en dat elke hulpverlener denkt dat een ander de noodzakelijke maatregelen treft. 

De ex van de vrouw heeft bij Veilig Thuis gemeld dat ze zwanger is. Omdat er in het verleden kennelijk redenen waren hun kinderen onder toezicht te plaatsen, stelt Veilig Thuis onderzoek in. Of, en zo ja op elke manier, de verloskundige informatie moet delen, leest u hieronder bij de juriste. 

Ik wil het over vertrouwen hebben. ‘Cliënte vraagt of zij de verloskundige kan vertrouwen’. Dat is een terechte vraag die de verloskundige hopelijk bevestigend kan beantwoorden. De vraag stelt haar echter ook voor een dilemma. Dat komt doordat zij – waarschijnlijk terecht – de vraag verstaat als een verzoek om geen informatie te delen met Veilig Thuis. Cliënte is bang dat instanties zich weer met haar gaan bemoeien. 

Het is waarschijnlijk begrijpelijk dat de vrouw instanties is gaan wantrouwen. Toch ligt in haar vraag naar vertrouwen juist de opening. De verloskundige kan laten zien dat ze te vertrouwen is door duidelijk te maken dat je ‘vertrouwen’ ook anders kunt invullen dan alleen ‘geen informatie doorgeven’. Hoe de cliënte daarvan te overtuigen? Door een gedeeld doel centraal te stellen: de vrouw en de verloskundige willen allebei dat het goed gaat met moeder en kind. En uit onderzoek door Veilig Thuis kan ook blijken dat er géén reden tot zorg is; dat het goed gaat met de vrouw, haar ongeboren kind en eerdere kinderen. Dat komt dan in haar dossier. Als er wel problemen zijn, worden die vroegtijdig gesignaleerd en kan passende hulp worden geboden, zodat grotere problemen voorkomen worden.

De verloskundige vraagt zo om vertrouwen. Het vereist moed van de vrouw haar te vertrouwen terwijl ze weet dat ze informatie aan de instanties geeft. Dat legt de verantwoordelijkheid bij de verloskundige om dat vertrouwen niet te beschamen. Dat doet ze door open te zijn over wat precies door Veilig Thuis gevraagd wordt en over welke informatie ze deelt. Steeds met uitleg waarom dat tot goede zorg kan leiden.

Annemarie Smilde is senior specialist
gezondheidsrecht VvAA

Een zorgprofessional kan zo nodig zonder toestemming van de patiënt informatie aan Veilig Thuis (VT) verstrekken. Volgens de wet heeft zij dit recht, als deze informatie noodzakelijk is om een situatie van huiselijk geweld of kindermishandeling te beëindigen of een redelijk vermoeden daarvan te onderzoeken. Het uitgangspunt hierbij is dat de zorgprofessional zich inspant om van de patiënt toestemming voor de informatieverstrekking te verkrijgen. De zorgprofessional heeft geen wettelijke plicht om te voldoen aan een informatieverzoek van VT. Toch lijkt het daar in de praktijk wel op. Zij heeft namelijk weinig ruimte om af te wegen óf zij informatie verstrekt en kan in feite alleen bepalen welke gegevens relevant zijn voor VT. De beperkte afwegingsruimte heeft te maken met de noodzaak voor VT om over deze informatie te beschikken vanwege (een redelijk vermoeden van) kindermishandeling en/of huiselijk geweld.  

In deze casus is niet duidelijk of zich een situatie van een redelijk vermoeden van kindermishandeling, namelijk betreffende het ongeboren kind, voordoet. Een ondertoezichtstelling van andere kinderen van een zwangere wordt gezien als risicofactor. Maar voor een redelijk vermoeden van kindermishandeling is meer nodig. Zeker in deze casus: de ondertoezichtstelling is geruime tijd geleden en hield kennelijk verband met omstandigheden die niet meer aan de orde zijn, namelijk de vechtscheiding. De verloskundige zal hier VT moeten vragen of VT een redelijk vermoeden van kindermishandeling heeft. Ook zal VT het informatieverzoek moeten toelichten en uitwerken in duidelijke vragen, zodat de verloskundige kan beoordelen welke informatie voor VT relevant is.

Als VT geen aanwijzingen heeft voor kindermishandeling, dan is de wettelijke regeling voor informatieverstrekking aan VT niet van toepassing. De verloskundige heeft dan ruimte om met haar cliënte af te wegen in hoeverre het delen van informatie met VT in het belang is van de zorg aan haar, haar ongeboren kind en voor de behandelrelatie. Zij mag alleen met expliciete toestemming van cliënte de vragen van VT beantwoorden.

Bestaat er volgens VT wel een vermoeden van kindermishandeling, dan zal de verloskundige VT van informatie moeten voorzien. Zij moet zich inspannen om met cliënte overeenstemming te bereiken over de met VT te delen gegevens. Uiteraard met aandacht voor de impact hiervan op de vertrouwensrelatie, gezien de voorgeschiedenis. Wanneer cliënte geen medewerking wil verlenen, mag de verloskundige de verzochte informatie aan VT alleen in zeer uitzonderlijke situaties weigeren, namelijk als dat nodig is ter bescherming van het belang van het ongeboren kind. Bijvoorbeeld als cliënte zich bij informatieverstrekking aan de zorg van de verloskundige zal onttrekken en uit beeld raakt.   

Uiteraard heeft de verloskundige altijd een eigen verantwoordelijkheid om bij aanwijzingen voor kindermishandeling te handelen volgens de Meldcode van de KNOV. 

Delen