Martijn en Marijn over nieuwste Arts en Auto

Hoofdredacteur Martijn Reinink en uitgever Marijn Houwert bespreken het nieuwste magazine van Arts en Auto.

Marijn: “Wat ik me afvraag nadat ik de oktober-editie heb gelezen: wil je een gooi doen naar de jaarlijkse Meester Kackadorisprijs van de Vereniging tegen de Kwakzalverij?”

Martijn: “Jij doelt op de Spiegel van schrijfster Karin Anema over haar zoon die de ziekte van Perthes had. Ze beschrijft hun bezoeken aan een ‘korzelige’ orthopeed en het bezoek aan een zogenaamde ‘bottendokter’ in Suriname, die de jongen met medicinale kruiden behandelt, waarna hij weer kan lopen.”

Marijn: “Als dokter heb ik op z’n zachtst gezegd wat twijfels bij deze beweringen. Wellicht is er een kinderorthopeed onder de lezers die vanuit zijn of haar vakgebied wat duiding bij dit verhaal kan geven.”

Martijn: “Van harte welkom! Daarvoor hebben we de ingezonden brievenrubriek: brieven@artsenauto.nl.”

Marijn: “Wat zijn de afwegingen die je maakt om een Spiegel als deze te publiceren?”

Martijn: “De rubriek is bedoeld om – de naam zegt het al – zorgprofessionals een spiegel voor te houden. En dat is in dit geval niet dat een Surinaamse bottendokter met kruiden wonderen kan verrichten. Wat ik uit dit verhaal haal, is dat een ‘botte dokter’ met zijn houding patiënten richting het alternatieve circuit kan duwen.”

Marijn: “Goed punt. Iets anders dan. Ik was onder de indruk van de persoonlijke verhalen van collega’s over wat het verlenen van euthanasie met hen doet. Wat is het toch een voorrecht dat we in een land leven waar we – met nog altijd veel dank aan Els Borst – zulke goede en zorgvuldige euthanasiewetgeving hebben. Én dat er dokters zijn die zo compassievol euthanasie kunnen verlenen. Het verhaal van psychiater Menno Oosterhoff is mij het meest bijgebleven, ook vanwege alles wat hij de afgelopen maanden over zich heen heeft gekregen.”

Journalist Martijn Reinink is sinds 1 januari 2024 hoofdredacteur van Arts en Auto. Traumachirurg en opleider Marijn Houwert is vanaf 25 juni 2024 een van de twee voorzitters van Vereniging VvAA en uitgever van Arts en Auto.

Martijn: “Hij zal zich gesteund voelen door de KNMG, die zich deze week stevig uitsprak tegen de handelswijze van de psychiaters die met hun brief aan het Openbaar Ministerie alle commotie hebben veroorzaakt.”

Marijn: “Ik hoop het. Zorgprofessionals die zich durven uitspreken, krijgen vandaag de dag reacties uit de samenleving die alle perken te buiten gaan. Dat is al erg genoeg. Maar vanuit je eigen beroepsgroep op deze manier onder vuur worden genomen, lijkt me nog pijnlijker. Als zorgverleners moeten we juist dicht bij elkaar blijven. En zeker hoogleraren, grote meneren in hun vakgebied, hebben een grote verantwoordelijkheid. Die horen hun zorgen op een nette manier te uiten en niet op een manier die ten koste gaat van een collega.”

Martijn: “Over manieren waarop zorgprofessionals met elkaar omgaan gesproken: was de duocolumn herkenbaar voor je? Roderick en Heleen hebben het deze keer over grappen maken op de OK, of ze juist achterwege laten, omdat ze mogelijk als grensoverschrijdend zouden kunnen worden beoordeeld.”

Marijn: “Ik hoor de laatste tijd weleens vanuit het OK-team dat we saai zijn geworden. Dat we niks meer zeggen. Als ik voor mezelf spreek, heeft dat denk ik te maken met dat ik wat ouder en rustiger word, maar ook met dat ik me nog bewuster ben van de omgeving. Al vind ik óók dat lol op de OK nog steeds moet kunnen. Zoals Heleen het zo mooi zegt: humor is de smeerolie van de heelkunde. Maar het grote probleem is dat we slecht zijn in elkaar aanspreken. Dat niet iedereen zich veilig genoeg voelt om te zeggen: ik vind dit geen leuke grap.”

Martijn: “Maar een ‘angst om grappen te maken-cultuur’ lijkt me óók geen prettige werkcultuur. Slaan we soms niet een beetje door?”

Marijn: “Daar zeg je wat. Laatst vertelde een zesdejaars aios dat ze het met een andere aios – beiden vrouwen – over dure Gucci-broeken had gehad waar de string bovenuit komt. Later kreeg ze te horen dat de aanwezige coassistent een klacht tegen haar had ingediend, omdat ze zich hier niet prettig bij had gevoeld. Daar heb ik wel moeite mee. We moeten respectvol omgaan met coassistenten, maar ze zijn ook te gast. Natuurlijk moeten zij zich veilig voelen en moeten grappen niet ten koste van hen gaan, maar twee vrouwelijke dokters mogen het onderling toch wel over strings hebben?”

Martijn: “Ik vind van wel, maar misschien denken wij daar iets te makkelijk over. Ik ben wel benieuwd hoe de lezers van deze rubriek hierover denken.”

Delen