Martijn & Marijn

Hoofdredacteur Martijn Reinink en uitgever Marijn Houwert bespreken de nieuwste Arts en Auto. Dit is de eerste aflevering van de online rubriek ‘Martijn & Marijn’.

Marijn Houwert (l) en Martijn Reinink

Martijn: Nou, voorzitter, daar gaan we dan. Het zomernummer van Arts en Auto valt dit weekend op de mat. Voor jou de eerste keer dat je als uitgever in het colofon staat.

Marijn: Ja, lekker begin, naast een redactioneel waarin jij de gevestigde orde in het ziekenhuis de maat neemt. Wat dacht je: ik ga er met gestrekt been in?

Martijn: Ik heb opgeschreven wat ik zie en wat ik hoor en waarover ik me verbaas. Zelf zou ik zeggen: eerder een schouderduw dan een gestrekt been. Maar voel jij je aangesproken?

Marijn: We moeten ons als medische beroepsgroep allemaal aangesproken voelen. Wij hebben deze cultuur samen gemaakt en we houden haar samen in stand. Al proef ik bijvoorbeeld binnen de heelkunde wel een enorme bereidheid om wat te veranderen, zeker na de enquête van Medisch Contact over grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer.

Martijn: Ik vraag me oprecht af: wat is er mis met gewoon vriendelijk zijn en toegankelijk zijn voor (toekomstige) collega’s?

Marijn: Laat ik het bij mijn eigen vakgebied houden: als chirurg heb je een bepaalde hardheid nodig. Daar is uiteindelijk de patiënt bij gebaat. Als je ’s nachts uren staat te opereren, dan ben je er soms klaar mee, maar zolang de operatie niet klaar is, móet je door. Dat vraagt commitment, doorzettingsvermogen, hardheid. Soms ook naar collega’s toe. Maar die toewijding lijkt soms een soort van geïnternaliseerd, alsof je iedere minuut van de dag zo moet zijn. Terwijl dat niet nodig is.

Er zijn genoeg momenten waarop je gewoon vriendelijk en toegankelijk kunt zijn. Ik vind dat heel belangrijk. In mijn ziekenhuis zeg ik tegen alles en iedereen ‘je’ en ‘jij’. Wat mij betreft stoppen we als zorgprofessionals onderling direct met dat ge-u en ge-dokter. Al weet ik dat een groot deel van de 50-plussers in mijn beroepsgroep daar op z’n zachtst gezegd iets anders over denkt.

Martijn: Tot die groep behoort onze duocolumnist Roderick Schmitz in elk geval niet. Die laat zich publiekelijk met ‘je’ aanspreken en zelfs tegenspreken door een jonge klare. In deze Arts en Auto brengt hij iets te berde waarvan ik dacht: hoe is het mogelijk? Het kost zijn ziekenhuis ongeveer 2,5 ton per jaar om te voldoen aan de verplichting om de sterfteratio te publiceren. Terwijl die niks zegt over de kwaliteit van zorg.

Marijn: Ja, Schmitz is een 50-plusser die het goede voorbeeld geeft en hij zegt vaak slimme dingen. Dat doet-ie nu ook weer. Als je ziet aan wat voor kwaliteitseisen we allemaal moeten doen, dan kun je niet anders dan concluderen dat het middel het doel volkomen voorbij is geschoten. Maar een hand in eigen boezem is ook op z’n plaats: we verzinnen als beroepsgroepen ook veel zelf. Hoe strenger de regels, hoe beter, lijkt soms wel het motto. Daar moeten we vanaf.

Martijn: Dat is SER-voorzitter Kim Putters met je eens. In een groot interview spreekt hij de hoop uit dat VWS-minister Agema in dialoog met het veld regels en wetten durft te gaan schrappen. Wel een beetje open deur natuurlijk. Want ongetwijfeld gaat Agema hier écht werk van maken, net als haar voorgangers, die waren dat de afgelopen tien jaar ook allemaal van plan. Maar ondertussen merkt de gemiddelde zorgprofessional er nog steeds bar weinig van. 

Marijn: Daar heb je gelijk in en daarom moeten we dit als VvAA ook blijven agenderen. Ik vind trouwens dat Putters verder echt zinnige dingen zegt in dit interview. Over de focus op gezondheid in plaats van ziekte. Over samenwerken en uit je bubbel komen in plaats van alles zelf verzinnen. En het interview laat ook ruimte voor eigen interpretatie. Ik hoop dat elke zorgprofessional het leest en denkt: wat kan ik hier uithalen?  

Martijn: Ik vind de suggestie die Putters doet om een minister van gezondheid te benoemen een interessante. Een minister die verantwoordelijk is voor de transitie van zorg naar preventie. En die andere bewindspersonen (onderwijs, wonen, bestaanszekerheid) kan aanspreken op hun verantwoordelijkheid hierin.

Marijn: Dit soort adviezen van zo’n man, met zo’n onderbouwing, die zouden we toch eigenlijk gewoon integraal moeten overnemen? Weet je van wie ik trouwens ook onder de indruk raakte in deze Arts en Auto? Van Anicka van Emden, de oud-judoka, die tijdens haar topsportcarrière altijd in het ziekenhuis is blijven werken en nu PA is geworden. Wat een coole vrouw, echt een rolmodel.  

Martijn: Hebben jullie physician assistants op de afdeling?

Marijn: Zeker. Bij de trauma hebben we er één die echt zo veel in zijn mars heeft. Hij plaatst thoraxdrains waar patiënten nauwelijks last van hebben, hij prikt lange lijnen en hij kan beter visite lopen dan ik. Er wordt nog weleens sceptisch gedaan over taakherschikking. Physician assistants en verpleegkundig specialisten zouden niet kunnen wat een dokter kan. Wat een onzin! Ze kunnen niet alle taken overnemen, maar een aanzienlijk deel wel. Het zijn voor mij de beroepsgroepen met de meeste potentie in de zorg.

Journalist Martijn Reinink is sinds 1 januari 2024 hoofdredacteur van Arts en Auto. Traumachirurg en opleider Marijn Houwert is vanaf 25 juni 2024 een van de twee voorzitters van Vereniging VvAA en uitgever van Arts en Auto.

Delen