Niet alleen, wel eenzaam

Daar zit je dan. Op je eigen bank, in je eigen kamer. Je hebt alles wat je hartje begeert: de studie van je dromen, vrienden, huisgenoten, veel volgers op Instagram. En toch. Tóch voel je je verdomd alleen. Je bent niet de enige. Verre van zelfs: zo’n 40 procent van de studenten worstelt met eenzaamheid. En dat percentage is van vóór COVID-19. “Niemand praat erover.”  

Tekst: Martijn Reinink Beeld: Tamar Smit

Ze is net begonnen aan het laatste jaar van de opleiding tandheelkunde in Amsterdam, maar de introdagen staan Lydia Hanssen* (25) nog altijd helder voor de geest. “Bootje varen, dagje Duinrell en feest, véél feest. Zo’n introductie is superbelangrijk. Dat die dit jaar niet zoals gewoonlijk kon doorgaan, is echt een gemis voor de eerstejaars. Ik ga nog steeds het meest om met de meiden die ik tijdens de introdagen heb leren kennen.”

Aan sociale contacten heeft Lydia geen gebrek. En ze heeft al jaren een vriend die in Leiden studeert. Toch voelt de student tandheelkunde zich op sommige momenten erg eenzaam in haar eerste studiejaren. “Ik ging op kamers in Diemen, want een kamer in Amsterdam kon ik me niet veroorloven. En mijn thuissituatie was niet prettig; thuis blijven wonen, was geen optie. Zo viel ik overal tussenin. De studiegenoten die bij hun ouders bleven wonen, reisden elke dag samen. Het deel dat in Amsterdam een kamer had, trok samen op. Ik zat in m’n uppie in Diemen. Als ik daar was, dacht ik alleen maar: ik wil hier niet zijn.”

Daarom gaat ze logeren. Bij vriendinnen of bij haar vriend in Leiden. “Maar hij had ook zijn eigen vrienden, zijn eigen leven. Ik voelde me soms een last. Dus ik sliep wel geregeld in mijn eigen kamer.” Waar ze dus niet happy is. “Als ik de drempel overstapte, voelde ik me ellendig. Alle energie was weg. Ik had geen puf meer voor iets. Dacht: is dit het nou? Is dit het waar ik het allemaal voor doe? Om daar maar niet steeds aan te hoeven denken, ging ik vaak direct slapen. Dan sloeg ik het avondeten over.”

Tot nu toe heeft Lydia dit één keer eerder verteld, aan haar zus. Met studiegenoten of vriendinnen heeft ze het er nooit over. “Niemand praat erover. Je studententijd is toch de mooiste van tijd van je leven? Ik had mijn studie, sport, een bijbaan, de jaarclub, een vriend, vriendinnen. Ik had genoeg mensen om me heen. Maar ik heb wel gemerkt: je hoeft niet alleen te zijn om je eenzaam te voelen.”

Daarmee raakt Lydia de kern van het probleem. “Bij eenzaamheid onder ouderen kan iedereen zich iets voorstellen”, zegt expert studentenwelzijn Jolien Dopmeijer. “Ouderen zien mensen om zich heen wegvallen. Terwijl eenzame jongeren vaak genoeg contact hebben. Alleen: je kunt je afvragen hoe ‘echt’ dat contact is. Een deel van hun contact verloopt natuurlijk via social media en op die manier bouw je doorgaans geen diepgaande, betekenisvolle relaties op. Sommigen vinden het ook moeilijk en spannend om zulke relaties aan te gaan.”

‘Als je niet lekker in je vel zit en op Instagram zie je alleen maar gelukkige leeftijdsgenoten, dan kun je je heel eenzaam voelen’

Met dat laatste heeft Lydia geen moeite, al zit ze wel ‘uren per dag’ op haar telefoon. En ze weet: “Social media is zó oppervlakkig. Het gaat alleen om de fijne momenten. Niemand post hoe erg hij erdoorheen zit.” Dopmeijer: “Als jij niet lekker in je vel zit en op Instagram zie je alleen maar gelukkige leeftijdsgenoten, dan kun je je heel eenzaam voelen.”

Serieus probleem 

Dopmeijer doet al jaren onderzoek naar het welzijn onder studenten in het hoger onderwijs. Deze zomer promoveerde ze op dit onderwerp. In 2012 heeft ze een welzijnsmonitor ontwikkeld voor studenten van Hogeschool Windesheim, waaraan ze verbonden is. Aanvankelijk vroeg de onderzoeker daarbij niet specifiek naar eenzaamheid. “We waren ons er niet van bewust dat het zo erg speelde. In 2016 hebben we die vraag toegevoegd, nadat uit een welzijnsenquête van de Radboud Universiteit bleek dat het een serieus probleem was.” Van de 4.000 Nijmeegse studenten die aan deze enquête meededen, gaf 20 procent aan ‘mensen om zich heen te missen’. Intussen ligt dat percentage volgens Dopmeijer nog hoger. “Verschillende onderzoeken geven aan dat zo’n 40 procent van de studenten zich weleens eenzaam voelt.”

Zal dit percentage toenemen naarmate COVID-19 voortduurt? “Dat is een logische gedachte. Als je continu achter je computer zit en minder echte contacten hebt, kan dat een gevoel van eenzaamheid oproepen of versterken. Maar het is in deze situatie wel zo: je ondergaat het samen. Je zit in hetzelfde schuitje. Gedeelde smart, dat verbindt.”

[Advertentie]

Of het genoemde percentage van 40 procent ook geldt voor (para)medisch studenten is niet bekend. Maar Dopmeijer, tot voor kort ook docent verpleegkunde, zegt wel: “Op basis van beschikbare literatuur weten we dat psychische problematiek iets meer voorkomt in het domein gezondheid en welzijn dan bij andere studies. En als je het hebt over psychische klachten en eenzaamheid, dan is er vaak sprake van een wisselwerking. Er zijn studenten die zich angstig of somber voelen en geen hulp zoeken, maar zich terugtrekken. Dat leidt tot eenzaamheid, waardoor ze zich mogelijk nog somberder gaan voelen of depressief worden.”

Daartegenover staat dat studenten die studies volgen met veel structuur en contacturen, zoals geneeskunde en tandheelkunde, minder last van eenzaamheid zouden hebben. Dat blijkt uit de resultaten van een studentengezondheidstest van de UvA van een paar jaar terug. “Wij hebben in het eerste jaar veel contacturen”, zegt Lydia over tandheelkunde. “Je ziet elkaar elke dag. Dat helpt om een band op te bouwen.”

Maar een band met studiegenoten sluit eenzaamheid niet uit. Dat weet Lydia maar al te goed. “Er zijn legio oorzaken waardoor je je eenzaam kunt voelen”, zegt Dopmeijer. “We onderscheiden sociale eenzaamheid en emotionele eenzaamheid. Als je kijkt naar dat laatste, dan lijkt prestatiedruk een van de oorzaken. De verwachtingen zijn extreem hoog. En iedereen om je heen lijkt daaraan te kunnen voldoen. Líjkt, want of dat werkelijk zo is, is de vraag. Maar er wordt niet openlijk over gepraat. Als jij het dan, voor je gevoel als enige, níet volhoudt, kan dat leiden tot eenzame gevoelens.”

Daarnaast kunnen er tal van persoonlijke oorzaken ten grondslag liggen aan eenzaamheid. “Een op de acht studenten heeft een mantelzorgtaak”, noemt Dopmeijer een voorbeeld. “Als je de zorg voor een zieke naaste hebt, heb je minder tijd voor sociale contacten.”

Schaamte

De oorzaken mogen dan uiteenlopen, twee dingen staan vast: een grote groep studenten worstelt met eenzaamheid. En: niemand praat erover. Waarom rust er zo’n taboe op? “Schaamte”, spreekt Lydia uit ervaring. “Het is alsof je geen reden hebt om je zo te mogen voelen.” Dopmeijer vult aan: “Er zijn ook studenten die bang zijn dat het invloed heeft op de opleidingsresultaten. Dat ze als minder competent worden gezien. En het begint allemaal met erkennen dat er wat aan de hand is. We zien dat lang niet alle studenten de mentale gezondheidsvaardigheden hebben om psychische klachten bij zichzelf te herkennen. Daardoor wachten ze vaak lang met hulp zoeken tot de situatie al vrij complex is. Dat verklaart mede dat de wachtlijsten voor studentenpsychologen zo lang zijn.” 

‘Het is alsof je geen reden hebt om je zo te mogen voelen’

Overigens hoeft niet elke student die zich weleens eenzaam voelt, direct aan te kloppen bij een psycholoog. “Eenzaamheid laat vaak een gemis van betekenisvol contact zien”, zegt Dopmeijer. “Als het je niet goed lukt om die contacten te vinden via studie, sport of vereniging, dan zou je eens kunnen kijken op fora of initiatieven op social media zoals #maatjegezocht. Maar als je het contact met jezelf en de wereld verliest, als je in een isolement terechtkomt, zoek dan hulp. Binnen of buiten de opleiding. Bij een docent, de huisarts of een hulpinstantie; waar jij je prettig bij voelt.” 

Lydia is inmiddels verlost van haar eenzame gevoelens. Anderhalf jaar geleden is ze bij haar vriend ingetrokken. “Eerst werd het nog erger. Ik voelde me verloren in een stad waar ik behalve mijn vriend niemand kende. Maar nu heb ik ook hier een vriendengroep op-gebouwd en zit ik goed in mijn vel.”

* De naam van de tandheelkundestudent is gefingeerd, maar bij de redactie bekend. 

Delen