Risico’s spreiden
De kinderpraktijk van Theone Kampstra, ergotherapeut en bewegingswetenschapper, kent een grote variëteit aan disciplines en inkomstenbronnen. “Het maakt je bedrijf minder kwetsbaar.”
Tekst: Martijn Reinink
Als ze de vacature voor een logopedist weer heeft ingevuld, telt haar eerstelijnspraktijk voor kinderen in het West-Friese Wognum negen disciplines. Maar eigenaar en ergotherapeut Theone Kampstra (44) is ooit monodisciplinair begonnen, in haar eentje. “Ik zag ouders met kinderen met niet eenduidige problematiek, die al veel therapieën hadden geprobeerd en dachten: laten we nu eens ergotherapie proberen. Soms kon ik helpen, soms niet. En dan ging de zoektocht weer verder.”
Dat moet anders, dacht Kampstra. “Het is verspilling van geld en zo’n zoektocht is natuurlijk niet prettig voor ouders en kinderen. Met één ‘neutrale’ intake en een multidisciplinaire aanpak zouden ze veel sneller de juiste hulp krijgen, was mijn gedachte.” Daarop plaatste de ergotherapeut een oproep in een regionale krant: ‘Wie wil dit samen met mij oppakken?’. Ze kreeg reacties van een aantal paramedici. Samen startten ze een vereniging.
In 2015 besloot Kampstra alleen verder te gaan, als Kinderpraktijk Theone BV. De professionals in haar praktijk zijn bij haar in loondienst of werken er als zzp’er. “Nu hebben we echt alles voor ouders en kinderen op één plek.”
‘Ik kijk continu naar hoe we de zorg in deze regio kunnen verbeteren’
Binnen de praktijk werken de verschillende disciplines samen, maar Kampstra zoekt ook de samenwerking met partijen buiten de praktijk, zoals het Westfriesgasthuis. “Het ziekenhuis stuurt bijvoorbeeld tieners met onverklaarbare somatische klachten door naar ons”, vertelt ze. “Met het Westfriesgasthuis en andere partijen ben ik daarnaast bezig een multidisciplinair eerstelijns eetteam op te richten in West-Friesland. Ik kijk continu naar hoe we de zorg in deze regio kunnen verbeteren. Moeten we de zorg anders inrichten? Misschien meer op locatie? Welke partijen heb ik erbij nodig? En, niet onbelangrijk, hoe kunnen we het financieren?”
Financieringsvormen
Voor een aantal projecten heeft Kampstra innovatiegelden binnengehaald. Voor ergotherapie, fysiotherapie en logopedie heeft ze contracten met enkele zorgverzekeraars en voor de jeugd-ggz heeft ze contracten met de zeven Westfriese gemeenten. “Ik heb ze voorgerekend wat het kost als een kind dat moeite heeft om met andere kinderen te spelen, vier hulpverleners bezoekt voordat ze de oorzaak hebben gevonden. Als je meteen de oorzaak of oorzaken weet, kun je direct de juiste behandeling inzetten. Dat scheelt tijd en geld.”
Kampstra richt zich tegenwoordig ook steeds meer op (budgetten van) scholen. “We geven cursussen en trainingen. We bieden hulp bij problemen op het gebied van onder meer bewegen, communicatie, zelfvertrouwen en werkhouding. En ik ben bezig een integraal kindcentrum in Hoorn op te zetten. Daarin komen een basisschool, een kinderopvang en wij, als zorgpartij.”
De ergotherapeut kiest bewust voor meerdere financieringsvormen. “Het maakt je bedrijf minder kwetsbaar. Veel bedrijven in de zorg zijn afhankelijk van contracten met zorgverzekeraars. Die hebben de macht. Ze gooien de tarieven naar beneden en daar moet je het dan mee doen.” En als de zorg voor een kind niet volledig wordt vergoed door gemeente, zorgverzekeraar of school, dan kijkt Kampstra of ze de verschillende financieringsvormen kan combineren. “Daardoor valt de behandeling voor ouders vaak goedkoper uit dan bij een praktijk die maar één financieringsvorm hanteert.”