Subaru Outback
Eigenzinnigheid is de belangrijkste eigenschap van het merk Subaru. Alle technische principes die Subaru’s anders maken dan andere auto’s zitten ook in deze nieuwe Outback.
Tekst: Bart van den Acker
Permanente symmetrische vierwielaandrijving, viercilinder boxermotoren en diverse andere zaken horen bij Subaru. Wie die terminologie niks zegt, mag van mij aannemen dat die technieken er onder meer voor zorgen dat een Subaru gewoon doorrijdt waar een normale auto het laat afweten, bijvoorbeeld op sneeuw en ijs of in de modder.
Prijs vanaf € 38.995,- Bijtelling 25%
Subaru’s zijn ook superieure trekauto’s; de geteste Outback mag twee ton trekken. En als bestuurder merk je nauwelijks dat er een caravan, boot- of paardentrailer achter de auto hangt. Daarbij heeft de Outback niets van een zware SUV of terreinwagen, het is een ruime stationcar die alleen wat hoger op de wielen staat. Een vergelijkbare auto is nauwelijks te koop. Logisch dat deze Subaru en zijn voorgangers populair zijn bij mensen die hoge eisen aan hun auto stellen. Ook op strak Nederlands asfalt blijkt dit model vele kwaliteiten te hebben.
Een vergelijkbare auto os nauwelijks te koop
De 2,5 liter benzinemotor (er is ook een 2,0 liter diesel) is standaard gekoppeld aan een door Subaru zelf ontwikkelde CVT-transmissie (‘Lineartronic’). Die twee werken subliem samen, wat zorgt voor een indrukwekkende souplesse. De transmissie heeft de eigenschap steeds de langst mogelijke overbrenging te kiezen, zonder te ‘schakelen’, en dat leidt tot een heel laag geluidsniveau – onder alle normale omstandigheden. Het toerental kan zo laag blijven door de mooie trekkracht van de motor. Het resultaat is dat de Outback, ondanks zijn vierwielaandrijving, automaat en een rijklaar gewicht van bijna 1600 kilo zuiniger is dan ik had verwacht. Gemiddeld kwam ik aan nét geen 1 op 12. Dat komt zelfs dicht in de buurt van de officiële ‘laboratorium’-verbruiksmeting en dat zie ik maar zelden.
Ik heb veelvuldig gebruik gemaakt van een ander eigen Subaru-systeem, ‘EyeSight’, waaronder ook adaptieve cruise control valt. Dat werkt vrijwel foutloos, maar ik werd wel ‘gek’ van de vele waarschuwingspiepjes, die ook klinken als er geen gevaar dreigt.
De Outback is mooi comfortabel geveerd, maar de 18-inch wielen met lage banden op de testauto maken dat hij hard reageert op kleine hobbels. De fijne voorstoelen dragen ook bij aan het comfort. Het interieur is lekker ruim, al ligt de vloer van de bagageruimte relatief hoog, wat met de vierwielaandrijving te maken heeft. De bediening is logisch en eenvoudig. De vormgeving is binnen en buiten niet echt vernieuwend, belangrijker is de degelijke afwerking en solide bouw. Onverwoestbaarheid, dat is ook zo’n typische Subaru-eigenschap.
Conclusie: de Outback zou een veel breder publiek kunnen aanspreken dan Subaru doorgaans doet. Op vlak asfalt is het een heel prettige auto in het gebruik. Alle specificaties in aanmerking genomen, blijkt ook de prijsstelling heel correct.