Villa Koningslaan – deel 26

feuilleton / Een onverwachte kamer

Eerder:

Noëls kleindochter Nicole Heuvels wil een familieberaad. Ze wil meer helderheid over de villa, de kluis en de schilderijen. Maar dan vertelt haar tante Sofie dat de villa gekraakt is.

Een onverwachte kamer

“Het huis is al jaren onbewoond en daarom zijn wij erin getrokken”, zegt een ongeschoren hoofd op AT5, de nieuwszender van de hoofdstad. De man staat demonstratief voor de villa in de Koningslaan. In de voortuin naast het bordes staat op een bord: GEKRAAKT VOOR HET GOEDE DOEL.

“Maar van de familie weten we dat er gewoon nog meubels en andere bezittingen aanwezig zijn”, zegt de verslaggever. “Hoe zit het daar dan mee?”

“Daar maken we netjes gebruik van”, zegt de ongeschoren man. “Spullen zijn allemaal maar in bruikleen, dus bruiklenen wij ze ook, zeg maar. Boven hangen ook allemaal schilderijen en zo. Nou, daar blijven wij gewoon van af. We zouden niet durven.”

“Met hoeveel zijn jullie?”, vraagt de verslaggever.

“Met z’n twaalven. Het is nodig. Je weet hoe groot de woningnood is. Vooral hier in Amsterdam. Je moet miljonair zijn om een huis te kunnen kopen, en voor huurwoningen sta je oneindig op een wachtlijst. Sinds corona is het trouwens alleen maar slechter geworden. Vooral jongeren hebben het moeilijk om woonruimte te vinden. Twee jaar geleden woonde 53 procent van de jongeren tussen de 18 en 30 jaar nog steeds thuis bij hun ouders. En er staan ruim 200.000 huizen, kantoren en winkels leeg.”

“Maar jullie riskeren wel een gevangenisstraf van een jaar.”

“Dat moet dan maar”, antwoordt de kraker. “De nood is hoog. Dit huis is van een familie die het nauwelijks gebruikt. Ongelooflijk, zo’n prachtig pand, met het Vondelpark als tuin.”

Nicole Heuvels heeft van haar tante Sofie gehoord dat de villa gekraakt is en besluit stante pede naar de Koningslaan te gaan.

“Ik wil naar binnen”, zegt ze door de intercom bij de voordeur. “Mijn opa heeft hier gewoond.” Tot haar verbazing wordt de deur door een van de krakers geopend. Het is een aantrekkelijk jong meisje met kort haar. Ze draagt een spijkerbroek en een ruim zittend zwart T-shirt. In haar hand heeft ze een mobieltje waar ze onophoudelijk op kijkt.

“Ja?” vraagt ze wazig.

Nicole stormt naar binnen en zet één voet op de onderste trede van de trap naar de bovenverdieping.

“Ik zou maar niet zo opgefokt doen als ik jou was, want we gaan er toch niet uit”, zegt het meisje luchtig. Haar maak je duidelijk niet gek. Ze kijkt weer op het schermpje van haar smartphone en beweegt snel met haar rechterduim over het glas. “Wat wil je eigenlijk?”

“Zijn jullie van Mokum Kraakt?” vraagt Nicole. “Of van Autonomous Student Struggle?” Ze heeft zich er duidelijk in verdiept.

Het meisje kijkt even op van haar telefoon en neemt Nicole van top tot teen op. “Nee, lekker ding”, zegt ze. “Wij staan gewoon op onszelf.” Ze glimlacht. Nicole voelt zich plotseling ongemakkelijk en kijkt om zich heen. Alles ziet er nog ongeschonden uit. Het tuig van de richel gedraagt zich ogenschijnlijk netjes.

“Waar slapen jullie eigenlijk?” vraagt ze na enig aarzelen.

“Boven.” Het meisje wijst naar het plafond. “Ik lig naast een kluis.”

“Naast de kluis?”

“Ja, de kluis. Wat kijk je nou moeilijk. Zit er soms veel geld in?” Ze lacht hardop. “Fuck hé, ik heb er nog niet ingekeken. Maar duh, ik krijg hem natuurlijk niet open. Was dit huis van je opa?”

Nicole knikt.

“We gedragen ons netjes hoor”, zegt het meisje. We gaan niet alle ruimtes in. Sommige kom je nog geeneens in. Die hokken in de kelder zitten potdicht. En die ruimte achter de kluis kun je ook wel schudden.”

“Hoe bedoel je?” vraagt Nicole.

“Hoe bedoel ik wat?”

“Ruimte achter de kluis…?”

“Die kamer, of wat is het, waar die kluis voor staat. Daar kom je gewoon niet in. Maar ik heb er verder ook niks te zoeken.”

“Nee, inderdaad. Wie heeft hier de leiding?”

“Vincent. Maar die ligt nu te slapen. Zeg, je opa, van wie het huis was, die leeft toch niet meer?”

“Nee, die leeft niet meer.”

“Van wie is het huis dan?”

“Van mijn tantes.”

“En wil niemand er nu wonen? Het lijkt wel of er een vloek op rust.”

“Hoe bedoel je?”

“Nou, als niemand er wil wonen, dan moet er toch wat mee zijn? Gaan jullie het niet verkopen?”

“Gaat je niks aan.”

“Never mind. Zal ik Vincent even halen? Als ‘ie tenminste niet out is.”

“Ja, haal hem maar. Of nee, wacht. Ik loop zelf wel mee naar boven.”

Het meisje luistert maar half, ze tikt een berichtje. Daarna steekt ze haar hand uit. “By the way, ik ben Manou.”

“Nicole”, zegt Nicole.

Boven gekomen loopt Nicole naar de kamer met de kluis. Op de grond liggen enkele schuimrubberen matjes, kussens en dekens, en her en der verspreid wat kledingstukken. Manou, die mee naar binnen is gelopen, pakt een lichtblauwe BH van de grond en trekt haar T-shirt uit.

“Hoe oud ben jij”, vraagt ze aan Nicole. “Je bent toch zeker nog geen veertig?”

“Veertig plus”, antwoordt Nicole. Onwillekeurig blijven haar ogen rusten op de ontblote borsten van het meisje.

“Zo hé, veertig plus, en dan nog steeds zo’n lekker wijf”, zegt Manou. “Daar doe je zeker wel wat voor?” Ze trekt haar BH aan en schakelt, wijzend op de kluis, meteen over op een ander onderwerp. “Is dat nou een kluis, een safe of een brandkast?”

“Alle drie”, antwoordt Nicole.

“Vincent zegt dat er een deur naar een geheime kamer in beeld komt als je dat alle-drie-ding opzijschuift. Maar zie dat maar eens voor elkaar te krijgen. Dat is een major workout. Ja, ik vertel het je maar omdat je me aankijkt of ik bullshit praat. Anders zou jij dat toch allang moeten weten?”

“Nou, om eerlijk te zijn, wist ik dit niet. Maar goed, voordat het nou te gezellig wordt, wil ik eigenlijk dat jullie het huis verlaten.”

Manou zet grote ogen op, haar mond zakt open en haar adem lijkt te stokken. Het is een soort gespeelde verbazing. “Goed”, zegt ze, “maar eerst moeten we een date prikken. Ik val op oudere vrouwen.”

Een uur later zijn Sofie en Diana ook in de villa gearriveerd. “Luister”, zegt Vincent die inmiddels wakker is geworden en zich heeft aangekleed. “Wij zullen hier vertrekken. We wilden alleen maar een daad stellen.”

“Nou, dat is jullie gelukt”, zegt Sofie. “De hele stad is inmiddels op de hoogte. Maar vertel eens wat je weet over de kluis.”

“Niet veel”, antwoordt Vincent. “Maar ik weet wel iets over kluissystemen. Ik heb een blauwe maandag in een sloten- annex beveiligingswinkel gewerkt. Ik zie dat deze kluis tegen de muur van een holle ruimte staat. Hierachter is een soort kamertje, dat kan niet anders. Je zou kunnen spreken van een muurkluis, verborgen achter deze kluis. Als vermomming. Als je de muurkluis wilt gebruiken moet je de voorste kluis wegdraaien via een bepaald systeem, zodat je toegang krijgt. Zo te zien is dit al een oud systeem. Volgens mij aangebracht door degene die hier voor de Tweede Wereldoorlog woonde. Of in de jaren vijftig.

Sofie en Diana kijken elkaar aan. Dan zeggen ze tegelijk: “Opa Daniël.”

“De vraag is”, gaat Vincent verder, “hoe krijgen we de kluis weggedraaid?”


Volgende maand:

De kluiskamer geeft zijn geheimen prijs en Sofie en Diana vertrekken onverwacht naar de Verenigde Staten.

artsenauto.nl/feuilleton

Auteur Adri van Beelen is verpleegkundige (niet-praktiserend), (freelance) journalist, programmamaker en auteur van de volgende boeken: In vrije val (2008)Celeste (2012)Verborgen (2013)De vrouwenverzamelaar (2015)De familie Duinen (2017)Het zieke vliegtuig (2019)

Delen