‘VvAA gaat er alleen maar op vooruit’

interview / Willem Veerman

Na tien jaar, waarvan de laatste vier jaar als voorzitter, neemt huisarts Willem Veerman afscheid van het bestuur van Vereniging VvAA. Met een beetje pijn in het hart, maar ook met een voldaan gevoel draagt hij eind juni de voorzittershamer over.

Het is zijn vrouw, Mariëlle, die hem ruim tien jaar geleden wijst op de vaca­ture, waarin Vereniging VvAA een nieuwe huis­arts voor het bestuur zoekt. Als Willem Veerman (52) – geboren Amsterdammer, getogen in het oosten – besluit te solliciteren, weet hij nog niet precies wat hij kan verwachten.

Dat VvAA bestaat uit een Vereniging en een Groep heeft hij gelezen, maar hoe die twee entiteiten zich precies tot elkaar verhouden, is hem dan nog niet duidelijk. Nu dat wel het geval is, zegt hij: “Buitenstaanders zien VvAA nog weleens als een commerciële organisatie, maar dat is in essentie niet zo. Want Vereniging VvAA is, met haar ruim 130.000 leden, de enige aandeel­houder van VvAA Groep. Er vloeit dus géén geld naar externe aandeelhouders.”

Voordat Veerman solliciteert én wordt aangenomen als bestuurder, is hij al jaren lid van VvAA. Bijna als vanzelfsprekend, net als zijn vader, die ook huisarts was. “Toen ik de praktijk van mijn vader overnam, was niet de vraag welke partij we zouden inschakelen voor hulp en advies, maar alleen: vragen we jouw of mijn contactpersoon bij VvAA?”

Na die overname werken vader en zoon nog ruim tien jaar samen in de praktijk, waarbij Veerman senior in dienst is van zijn zoon. “In mijn puberteitsfase hebben we de gebruikelijke ruzies gehad”, lacht Veerman junior, “maar in de praktijk is er nooit een onvertogen woord gevallen. We hebben veel gelachen. Ik vond het een voorrecht om samen te werken. Toen hij met pensioen was, heeft hij me als ad-hoc-waarnemer nog vaak uit de brand geholpen. Dan belde ik hem vijf minuten voor acht: ‘Pa, kun jij zo bijspringen?’ Dat deed-ie graag.”

Buiten de spreekkamer

Net als zijn vader, die 25 jaar geleden in Nijverdal een gezondheidscentrum bouwde, heeft Veerman ook de behoefte iets buiten de spreekkamer te doen. “Dat ik een-op-een iets voor een patiënt kan betekenen, daar haal ik voldoening uit. Maar wat mij ook drijft, is om breder, voor een grotere groep, van betekenis te zijn en daarmee bij te dragen aan dingen die mijn persoonlijk belang overstijgen.” Die drijfveer ligt ten grondslag aan de bestuurlijke rollen die hij bekleedt. Eerst in zijn eigen medisch centrum, later bij een huisartsenpost, een zorggroep én VvAA.

Een van zijn eerste acties als VvAA-bestuurder is een bezoek afleggen aan Ella Kalsbeek, op dat moment voorzitter van de LHV. “Het doel was de relatie te verbeteren, want VvAA en de LHV zaten elkaar regelmatig in de haren.”

“Ik laat een goed klimaat achter”

Zo’n opdracht is Veerman wel toevertrouwd. Hij wil zichzelf geen verbinder noemen (“Dat vind ik zo’n cliché”), maar hij houdt niet van gedoe. “Daar word ik ongelukkig van. Als er gedoe is, ben ik iemand die het voortouw neemt om het op te lossen.” Daar slaagt hij in. “Wat meehielp was dat Het Roer Moet Om (HRMO) ons in die periode benaderde en wij, samen met anderen, die beweging konden helpen.”

Nu, tien jaar later, is volgens Veerman de relatie met alle beroepsorganisaties goed. “We bereiken het meest als we samen optrekken, vanuit een gedeeld belang. En als de belangen een keer conflicteren, dan moeten we elkaar niet de tent uitvechten, maar dat gewoon op tafel leggen, met begrip voor elkaars standpunten en rollen.”

Inzoomend op de rol van VvAA zegt de aftredend voorzitter: “We zijn geen beroepsorganisatie, we zijn niet toezichthoudend of handhavend en we voeren geen onderhandelingen. Daarom zitten wij vaker op de achterbank dan op de voorstoel. Wij kunnen professionals en partijen bij elkaar brengen, het geluid uit de verschillende beroepsgroepen versterken én een verbindende rol spelen op domeinoverstijgende thema’s. En die zijn er genoeg. De hele zorg moet ontschotten; VvAA kent van nature geen schotten. Wij vormen één collectief, van ruim 130.000 leden uit álle zorgsectoren.”

Administratieve lasten

Dat collectief laat steeds vaker van zich horen. De eerste keer dat VvAA zich echt publiekelijk roert, is in 2014, als een wetsvoorstel wordt ingediend om artikel 13 van de Zorgverzekeringswet aan te passen. “Dat VvAA destijds mede voor het behoud van de vrije artsenkeuze heeft gezorgd, was vooral te danken aan Edwin Brugman, die met zijn acti­vistische inslag heel veel voor elkaar heeft gekregen. En aan de steun die hij daarbij kreeg van Herman van Hemsbergen, de toenmalige directievoorzitter van VvAA Groep.”

Een andere voormalig VvAA’er aan wie Veerman goede herin­neringen bewaart, is oud-voorzitter Gerlach Cerfontaine. “Van hem heb ik veel geleerd. Hij had soms ook dat activistische, maar zocht altijd naar coalities om samen met andere partijen tot resultaat te komen.”

(Ont)Regel de Zorg is daar in zijn ogen het beste voorbeeld van. Het ontstaan en aanjagen van die beweging beschouwt Veerman als een van zijn VvAA-hoogtepunten. “Dat we toen alles en iedereen bij elkaar kregen, inclusief de ministers, en dat thema lading konden geven, was geweldig.”

Dat het initiatief – in mei 2018 overgenomen door VWS – nog steeds niet resulteert in een drastische verlaging van de administratieve lastendruk, vindt de huisarts ‘weliswaar jammer, maar niet onlogisch’. “Dat is helaas niet in onze handen. Wij kunnen een beweging aanjagen, maar de uitkomsten niet afdwingen.”

Zin in Zorg

Datzelfde geldt voor Zin in Zorg. “Wij zagen jonge zorgprofessionals afhaken, door burn-outs, door een gebrek aan werkplezier. Daarop hebben we met de LAD, De Jonge Specialist, LOVAH, de Inspectie en kennis en kunde uit de wetenschap de Zin in Zorg-beweging op gang gebracht. Daarmee gaan wij de cultuur niet veranderen, maar dat dit thema nu binnen en buiten ziekenhuizen wordt geagendeerd, daar dragen we wél onze steen aan bij.”

Een ander hoogtepunt noemt hij het coronasteunfonds ZWiC. Na de eerste coronagolf richten zorgprofessionals deze stichting op met de hulp, het netwerk en een eerste donatie van VvAA. Veerman neemt namens VvAA plaats in het bestuur van ZWiC. “In relatief korte tijd is het gelukt om miljoenen op te halen, waarmee we 180 (nabestaanden van) zorgmedewerkers die door COVID-19 op de ic terechtkwamen, financieel konden steunen.”

Veermans dieptepunt in tien jaar VvAA vindt in diezelfde periode plaats, als het bestuur tijdens de ALV geen decharge krijgt voor het gevoerde beleid. “Een groep leden was op dat moment niet te spreken over de gevaren koers en het vertrek van een aantal mensen die veel voor VvAA hebben betekend en die, tot mijn grote spijt, niet door de voordeur zijn vertrokken.”

In die turbulente tijd neemt Veerman de voorzittershamer over. Met het bestuur stelt hij zichzelf drie doelen. De leden moeten op een andere manier betrokken worden bij de koers van VvAA. Het verenigingsbureau moet worden geprofessionaliseerd. En de relatie en samenwerking tussen VvAA Groep en Vereniging moet beter. Twee jaar later, een maand voor zijn aftreden, concludeert de voorzitter dat die doelen zijn behaald.

“We waren altijd al in gesprek met leden, maar met het instellen van een ledenraad hebben we dat nu meer gestructureerd en geformaliseerd. Verder hebben we een nieuwe directeur en bestuurssecretaris aangesteld en het bureau is verstevigd. Dat is nodig, want men weet VvAA steeds vaker te vinden. En mede dankzij een Informatie- en Samen­werkingsprotocol dat Vereniging en Groep hebben opgesteld, zijn de interne verhoudingen nu uitstekend.”

Verder bouwen

Daarom vertrekt de huisarts eind juni na drie bestuurstermijnen van drie jaar plus één extra jaar met een beetje pijn in het hart (“Omdat iets stopt wat ik ontzettend leuk vind”), maar ook met een voldaan gevoel. “Ik ben slechts een passant. Maar in al mijn bescheidenheid denk ik dat ik een goede basis en een goed klimaat achterlaat waar mijn opvolgers en de rest van het bestuur op verder kunnen bouwen.”

Opvolgers, want het voorzitterschap wordt straks door twee personen ingevuld. “Toen we het profiel opstelden voor de nieuwe voorzitter, werd al gauw duidelijk dat we dit niet in één persoon zouden vinden. Want we wilden én een boegbeeld naar buiten dat ook de jonge generatie vertegenwoordigt én een gepokt en gemazeld bestuurder. Met Marijn Houwert en Jacqueline Joppe is het in de vorm van een duaal voorzitterschap gelukt om aan al die wensen te voldoen. Als je hun kwaliteiten bij elkaar optelt, dan kom ik daar niet bij in de buurt, dus wat dat betreft gaat VvAA er alleen maar op vooruit.”

Delen